Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Monica Felton
Monica Felton-Page (Londen, 23 september 1906 – Madras, 3 maart 1970) was een Britse feministe. Na de Wycombe Grammar School gevolgd te hebben studeerde deze domineesdochter aan de Universiteit van Southampton en later aan de London School of Economics. Een instelling waarvan ze bestuurder werd.
Ze was gedeeltelijk invalide en liep met behulp van een stok.
Ambtelijke loopbaan
Tijdens de late jaren 1930 werd ze een toonaangevende stedenbouwkundige, verbonden aan de London County Council waar ze tot de Tweede Wereldoorlog werkte. In de oorlog werkte ze voor het Britse Ministerie van Bevoorrading. Tijdens de oorlog en daarna gaf Dr. Felton lezingen over stedenbouw en volkshuisvesting voor de BBC Home Service en BBC World Service.
Na de oorlog moesten honderdduizenden nieuwe huizen worden gebouwd. Dr. Felton was nauw bij de planning en de uitvoering daarvan betrokken. Zo maakte ze in de jaren 1945-1946 deel uit van de belangrijke New Towns Committee die onder leiding van John Reith de bouw van satellietsteden plande. Zij werkte voor de London County Council en de Hertfordshire County Council.
Als voorzitster van Peterlee New Town in Noord Oost-Engeland was Dr. Felton door haar samenwerking met de uiterst linkse architect Berthold Lubetkin controversieel. Toch werd zij in 1949 voorzitter van de Stevenage Development Corporation in het graafschap Hertfordshire. Stevenage was de eerste van de naoorlogse nieuwe steden die op basis van de New Towns Act van 1946 door de Labour-regering werden gebouwd.
Het schandaal rond haar bezoek aan Noord-Korea
Zij was voorzitster van de British National Association of Women, een communistische mantelorganisatie[1]. Dr. Felton ijverde voor het aanwenden van de schaarse middelen voor herstel van de steden en voorzieningen voor de Britse burgers in plaats van bewapening en het ontwikkelen van nucleaire wapens [2]
In dat jaar werd bekend omdat zij tijdens de Koreaanse Oorlog tweemaal een bezoek aan Noord-Korea had gebracht. De Engelse Attorney-General Sir Frank Soskice werd april 1951 in het Britse Lagerhuis over dat bezoek geïnterpelleerd. Monica Felton was zonder verlof van haar werk te vragen afgereisd en het Britse leger vocht in Korea tegen Noord-Koreaanse troepen.
Na het bezoek gaf ze een verklaring over de wreedheden die door Britse en Amerikaanse troepen waren begaan. Monica Felton vertelde dat ze die had gezien en dat burgers en kinderen daarvan het slachtoffer waren geworden. Een opname van deze verklaring werd door de Russische televisie uitgezonden. Over de martelingen en ontberingen van de Britse krijgsgevangenen zweeg zij. Dr. Felton schreef ook in de communistische partijkrant The Daily Worker over vermeende Amerikaanse en Britse wreedheden die in de Koreaanse Oorlog gepleegd zouden zijn. Dat nam de Britse regering zeer tegen haar in[3].
Monica Felton schreef een ooggetuigenverslag dat zij in 1951 onder de titel What I Saw in Korea publiceerde. Ook een pamflet van zeven pagina's met de titel Korea!: How to Bring the Boys Home draagt haar naam.
De Labour-minister van Plaatselijk Bestuur en Planning, Hugh Dalton ontsloeg haar op 12 juni 1951 uit haar functie, Voor het ontslag werden twee redenen gegeven; haar slechte functioneren en het schandaal dat haar eerste bezoek aan Korea veroorzaakte.
De Britse regering verklaarde op 18 juni 1951 in het Lagerhuis dat Monica Felton niet zou worden vervolgd voor verraad. Zij zou niet worden vervolgd ondanks oproepen om strafvervolging in te stellen en haar na een veroordeling op te hangen. Monica Felton werd ontslagen als directeur van de Stevenage Development Corporation maar haar paspoort mocht zij houden[4]. Zij reisde in juni 1951 weer naar Noord Korea om daar krijgsgevangenen te bezoeken.
In het Hogerhuis interpelleerde Burggraaf Vansittart de Lord Chancellor Burggraaf Kilmuir op 16 maart 1955 over een tweede bezoek van Monica Felton aan Noord Korea. Ook toen liet de Britse regering weten niet tot vervolging over te willen gaan[5].

Inzet was de vraag of de troepen die met een mandaat van de Verenigde Naties de Noord Koreaanse aanval op Zuid Korea hadden gestuit en de Noord Koreanen tot vlak voor de Chinese grens hadden teruggedreven oorlogsmisdaden hadden gepleegd. De VN-troepen werden ook beschuldigd van de inzet van de bij verdrag verboden bacteriologische wapens. In een rapport aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties werd daarvan verslag gedaan[6].
De bevindingen van bezoekers aan Korea werden in de Westerse pers bijna eenstemmig onbesproken gelaten en door de Britse regering gediscrediteerd als "onwetenschappelijk"[7].
De Britse krijgsgevangenen die in het om zijn mishandelingen beruchte kamp 5 waren opgesloten moesten dagelijks naar haar fanatieke, met behulp van luidsprekers ten gehoor gebrachte, pro-communistische redevoeringen luisteren.
Op 20 december 1951 maakte het Kremlin bekend dat Dr. Monica Felton de Stalin Vredesprijs die met 25 000 dollar was gedoteerd had gekregen. Ze heeft de prijs in ontvangst genomen.
Na haar ontslag
Het ontslag van Dr. Felton beschadigde haar naam als ambtenaar en stadsplanner. Het accepteren van de Stalin Vredesprijs stelde haar bloot aan kritiek, als zou zij een "fellow traveller"zijn. Linkse critici van het beleid van de Britse regering noemen het ontslag desondanks "een armoedig en beschamende episode in de Britse geschiedenis". Het was een symptoom van de Koude Oorlog waarin Groot-Brittannië en de democratieën tegenover de communistische Sovjet-Unie stonden. Boris Ford noemt haar ontslag in de Cambridge Encyclopaedia of British Culture een "McCarthyite sacking" en verwees daarbij naar de Amerikaanse heksenjacht op communisten en hun meelopers. Dr. Felton werd ondanks de afkeuring van de Britse regering en de pers niet vervolgd en zij mocht ook haar paspoort houden.
In 1956 kwam Monica Felton naar India waar ze tot haar overlijden in 1970 in Chennai aan boeken werkte. Zij schreef in 1962 een boek over haar ontmoetingen met de Indiase politicus Shri Chakravarti Rajagopalachari (I Meet Rajaji), een roman (To All the Living) en een boek over haar reizen naar Noord Korea (Why I Went). Ook het boek A Child Widow's Story is van haar hand.
In de literatuur over Stevenage New Town krijgt Dr. Felton weinig aandacht[8].
Externe link
- {en} OPC Global
Bronnen, noten en/of referenties
|