Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Theater van de onderdrukten

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 10 jul 2019 om 22:10 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Theater_van_de_onderdrukten&oldid=54092432 26 jun 2019 ‎ Papiborrito 26 jun 2019)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Augusto Boal (1931-2009) noemde zichzelf de ontdekker van het Theater van de Onderdrukten. Hij heeft zijn werkwijze steeds aangepast aan de omstandigheden waarin hij op dat moment verkeerde. De lessen die hij leerde paste hij toe in zijn volgende projecten. Hij omschrijft een onderdrukte als ‘iemand die het recht is verloren om zijn /haar verlangens en behoeften te uiten , en beperkt is tot de positieve van een gehoorzame luisteraar naar een monoloog. Boal heeft tijdens zijn leven verschillende eredoctoraten en oevreprijzen voor zijn werk ontvangen en hij werd zelfs in 2008 genomineerd voor de Nobelprijs van de Vrede.

Boal ging na zijn jeugd in Brazilië aanvankelijk scheikunde studeren in de VS. En later studeerde hij theaterwetenschappen aan de Universiteit van Columbia. Na zijn studie keerde hij terug naar zijn geboorte land en had hij de nodige kritiek op het Braziliaans Theater. Hij noemde het importtheater uit Europa en de VS. Hij wilde theater maken voor het Braziliaanse volk en niet voor de machthebbers, die voornamelijk industriëlen, grootgrondbezitters en militairen waren. Hij wilde educatief en revolutionair theater maken tegen de onderdrukking van de heersende klasse in.

Door de geschiedenis van methodieken die Boal en het TVO achter elkaar te zetten wordt pas goed duidelijk hoe groot de reikwijdte van deze methodiek is, die wereldwijd steeds weer wordt aangepast aan de diverse omstandigheden. Deze manier van werken biedt ontzettend veel mogelijkheden en is nog lang niet uitontwikkeld.

Werken met participatief drama vereist een bewuste keuze voor een methodiek die de deelnemers centraal stelt. De verhouding deelnemer die wat moet leren en begeleider die wat overdraagt bestaat bij Participatief Drama niet. Men leert van elkaar, is het uitgangspunt. Dat sluit ook aan bij hoe mensen Participatief Drama beleven: enerzijds als persoonlijk proces en anderzijds als groepsproces.

De doelstelling

Positieverbetering van de doelgroep betekent dat zij in staat wordt gesteld om de keuze te maken voor scholing en arbeid. Maar ook een keuze voor : (betere) huisvesting, goed zorg, een menswaardig bestaan, minder criminaliteit, een positieve sociale omgeving, minder schulden en schoon schip bij justitie. Veel mensen in achterstandsposities hebben een lange weg te gaan. Het motiveert mensen niet om het eindstation al te weten maar het tussenliggende traject niet. Wat wij kunnen doen, wat participatief drama kan doen, is het aantal keuzemogelijkheden drastisch vergroten, mensen bewuster leren kiezen en inzicht verschaffen in de consequenties van hun keuze. Dat klinkt als een kleine stap voor de mensheid maar is voor de mensen waar wij mee werken en gewerkt hebben een reuzensprong voorwaarts.

Begin bij het begin

De omgekeerde sollicitatie

Elk werkproces begin met een kennismaking. Mensen die elkaar reeds kennen (de sollicitatiecommissie) ontmoeten iemand die ze nog niet kennen (de sollicitant). Na afloop van het eerste gesprek begint het proces van wikken en wegen. De eerste kennismaking is in de meeste gevallen beslissend. Het duurt eigenlijk maar een paar minuten voordat van beide kanten het eerste oordeel wordt geveld. Aan dat oordeel valt maar heel moeilijk te tornen.

Scepsis

Als je een workshopruimte binnenloop , controleer je altijd of het een goede plek voor een eerste kennismaking is want de sfeer van de ruimte is erg belangrijk. Het moet niet te zakelijk zijn maar ook niet te chaotisch. Workshop betekent werkplaats, atelier, fabriekshal, wijkcentrum, dorpshuis. Er gaat dus gewerkt worden. Maar eerst moet die kennismaking plaatsvinden. Met een doelgroep kennismaken is altijd iets bijzonders. Vanaf het welkom heten van de mensen ben je bezig met de mensen, wat er gebeurd is, wie wat heeft meegemaakt. Men is dan al gespitst op de verhalen, die uit de deelnemers als vanzelf komen. De meeste mensen die een workshop van Participatief drama volgen hebben óf weinig keuze maar zijn dat gewend (bv. leerlingen in het onderwijs), óf ze kiezen er juist bewust voor (bv. op studiedagen). De mensen met wie je werkt hebben aan de ene kant wel degelijk wensen en zijn gemotiveerd om te leren, maar ze hebben vaak ook een dikke pantser van scepsis ontwikkeld. Hun verwachtingen zijn te vaak teleurgesteld om meteen enthousiast te worden. Psychiatrische patiënten, ex-verslaafden, jongeren zonder werkervaring of anderen uit de marge van de samenleving hebben geen reden om klakkeloos aan te nemen dat mijn aanbod een verrijking zal zijn. Wel zijn ze belangstellend en komen naar de eerste kennismaking. Bij workshops in de ‘burgermaatschappij’ kijk je bij de eerste kennismaking in het rondte en probeer in te schatten of en hoe je met die groep kan werken. Maar bij deze mensen is het omgekeerd. Jij ben de sollicitant. Zij zijn de commissie. Sommigen kennen elkaar goed, en allemaal kennen ze het ‘leven van de straat’.


Hún verhaal

In alle omgekeerde sollicitaties heb ik aan het begin een afwachtende, haast introverte houding van de deelnemers gezien. Je kunt je haast niet voorstellen dat deze mensen straks op het toneel zullen gaan staan en tot uitdrukking brengen wat zij te vertellen hebben. Wat cruciaal is gebleken is de uitleg dat het om hún verhaal gaat. Dat het niet gaat om wat je moet maar om wat je kan. Dat het gaat om wie je bent en niet om wie je moet worden.

Wat heb je de mensen eigenlijk te bieden? Waarom zouden ze aan deze activiteit meedoen? Eigenlijk gaat het om hele simpele dingen- maar met een groot effect. Het gaat om: elkaar en elkaars levensweg accepteren, het gaat om solidair zijn en elkaar steunen, in een omgeving waar ieders verhaal telt en het waard is om gespeeld, getoond en onderzocht te worden. Ik ben doordrongen van de rijke kennis die elk van de deelnemers meebrengt. Wie het moeilijk heeft gehad heeft veel geleerd en heeft veel aan anderen te leren. De groep die is bijeen gekomen kan bovendien niet alleen iets voor het individu en elkaar betekenen, maar ook voor de lotgenoten. De verhalen zijn exemplarisch, de problemen universeel. De groep kan zijn stem laten horen, iets wat anderen (nog) niet konden. Omdat iedereen kan acteren en iedereen de acteur van zijn eigen leven is en omdat je overal theater kan spelen, zijn de mogelijkheden bijna onbegrensd. Kennismaken met die mogelijkheden, dat is wat je de mensen te bieden heb.

Uitleg en taalgebruik

Als je uitlegt wat de bedoeling is, vallen er termen die voor een deel onbekend zijn, voor een deel onvoorstelbaar. Resocialisatie, jezelf leren kennen, innerlijke blokkades overwinnen, je plek vinden in de samenleving en samen optreden voor publiek, het klinkt als een mooie droom. De vreemde taal en de mooie droom hebben iets met elkaar te maken, en de verbindingsschakel ben jij. Omdat de mensen in de cirkel dat vaker hebben meegemaakt, wordt je aan een nauwlettend onderzoek onderworpen. Tegelijkertijd onderzoek je ook hun motivatie en instelling: tijdens het proces zullen de deelnemers stapje voor stapje meer verantwoordelijkheid moeten nemen. In hoeverre zijn zij daartoe in staat of bereid? Natuur- lijk kan ik dat na een kwartier nog niet weten, maar de eerste inschatting is al gemaakt, dat eerste oordeel al geveld.

Je gebruikt zoveel mogelijk een taal waarvan je denkt dat zij hem begrijpen en blijf dicht bij jezelf. Je laat ook merken dat je je eerder in de underdogpositie bevind dan de groep. Natuurlijk heb je jarenlange ervaring met Participatief Drama en heb je ook met veel doelgroepen vaker gewerkt. Maar je kom niet uit hun omgeving, heb niet dezelfde achtergrond en ken meestal hun stad niet goed genoeg om hun wereld te kunnen begrijpen. Op dat moment vindt er al overdracht van kennis van de deelnemers naar jou als begeleider plaats.

Theater van de Onderdrukten

De term ‘Theater van de onderdrukten’ was een lange tijd taboe in Nederland. Je mocht het wel doen, maar het liefst onder een andere naam. Mensen associeerden de term ‘onderdrukking’ met slavernij en dictatuur. Het woord ‘onderdrukten’ klinkt als ‘zielig’ en lijkt mensen te stigmatiseren. Onderdrukking is echter een verschijnsel van alle tijden. Elke vorm van ongelijkheid heeft onderdrukkende tendensen. Onderdrukking is ook een proces dat verinnerlijkt wordt. Het kan zich tussen 2 mensen afspelen (bv. in een relatie) of op mondiaal niveau (bv. slachtoffers van mensenhandel). Het kan heel verschillende oorzaken hebben, van zeer persoonlijke (bv. buren) tot anoniem en bijna abstracte (bv. de positie van vrouwen). Het taboe op de terminologie heeft men er niet van weerhouden om producties te maken door en voor de onderdrukten. Het begon met pesten op school, seksuele intimidatie op de werkplek en de thema’s breiden zich steeds verder uit. Racisme en discriminatie waren lange tijd belangrijke thema’s, (zinloos) geweld en confrontaties tussen jong en oud kwamen er de laatste jaren bij.

Spelen zijn een simpele en natuurlijke manier om onze bron van creativiteit en verbeelding opnieuw aan te boren. Ze doorbreken onze vastgeroeste gewoonten en patronen, maken ons opnieuw bewust van ons lichaam, ontwikkelen onze zintuigen, zetten standsverschillen op hun kop en geven een nieuw perspectief om naar ons leven te kijken. Zo vormen ze en mogelijkheid tot leren. Spelen is leren. Daarnaast is spelen gewoon leuk om te doen. Dat klinkt simpel maar de kracht ervan is enorm. Samen plezier beleven zorgt ervoor dat de vertrouwensband en intimiteit tussen mensen groeit. Dit vertrouwen en positieve groepsgevoel is onmisbaar om later in het proces tot het delen van verhalen te kunnen komen.

Een aantal spelen (een selectie):

De grote leugen:

Doel: fantaseren, namenspel, kennismaking, plezier

De spelers zitten in een kring. Iedereen wordt gevraagd om de beurten zijn/ haar naam te noemen en daarbij iets te vertellen wat absoluut onwaar is. Hoe overdrevener hoe beter. Zelf beginnen met …ik ben …. en ik neem elke avond een bad in roze champagne met mijn huisdier de goudvis.

Fruitschaal:

Doel: fysieke opwarming, actie, lachen, opnieuw leren spelen, loskomen van de stoel.


De groep zit op stoelen in een ruime cirkel. Iemand in het midden zonder stoel. Zonder verdere uitleg geeft je iedereen de naam van een fruitsoort. Het is belangrijk dat meerdere mensen hetzelfde fruit zijn. De persoon in het midden wordt zelf ook fruit en noemt een fruitsoort bv. Appel. Dan staan alle appels op en gaan op zoek naar een andere stoel, ook de persoon in het midden. Wie dan in het midden staat gaat verder met fruit reopen. Als het spel een tijdje gespeeld is kan de persoon in het midden ook 2 of 3 soorten noemen of ‘fruitschaal’ roepen.

Pacman:

Doel: fysieke opwarming, concentratie, samenwerking, plezier en groepsvorming.

Alle deelnemers zitten op 1 stoel verspreid door de ruimte. Een van de deelnemers wordt aangewezen als Pacman. Deze staat op en start het spel op een verre afstand van zijn (nu lege) stoel. Pacman maakt een ritmische beweging met een geluid en loopt zo in slow-motion naar de lege stoel. De rest van de deelnemers mag op normale snelheid bewegen of zelfs rennen. Het doel is te voorkomen dat Pacman op een lege stoel kan gaan zitten. Andere deelnemers zullen op moeten staan om de lege stoel te bezetten. Doordat deelnemers gaan opstaan komen er weer andere stoelen vrij, waardoor Pacman van richting zal veranderen en naar een nieuwe lege stoel zal lopen. Als de deelnemer eenmaal zijn billen van de stoel heeft gelicht mag hij niet meer terug op de stoel gaan zitten. Als Pacman een stoel verovert wordt de laatste persoon die op de stoel zat Pacman. Als het Pacman niet lukt om een lege stoel te veroveren kan je aangeven naar level 2 te gaan, waardoor Pacman mag versnellen.

Eilanden

Doel: fysieke opwarming, vertrouwen, samenwerking, aanraking/intimiteit, reflectieve, loskomen van de stoelen

Plaats een aantal stevige stoelen in de ruimte, niet meer dan het aantal deelnemers (je kan ook kranten gebruiken als de kans op ruw gedrag in groep groot is).

Vraag de groep door de ruimte te lopen. De stoelen zijn eilanden, de grond is de oceaan waarin gevaarlijke haaien zwemmen. Wanneer jij ‘Haaien’ roept, moet iedereen zo snel mogelijk op een stoel gaan staan omdat ze anders opgegeten worden. De deelnemers mogen met meerdere mensen op 1 stoel, zolang niemand de grond raakt. Als iemand de grond raakt en dus opgegeten wordt door de haaien verliest de hele groep. Als iedereen veilig is halt je 1 of meerdere stoelen weg. Opnieuw ‘haaien’ roepen. Herhaal stoelen weghalen. Als het moeilijker wordt kan je de groep aanmoedigen creatieve oplossingen te bedenken om iedereen op de overgebleven eilanden te krijgen. Het spel is klaar als de groep het voor elkaar heeft gekregen op zo weinig mogelijk stoelen staat zonder het water te raken of in een vriendschappelijke hoop in elkaar zijn gevallen.


Ergens in het midden van het spel kan je een nieuwe regel in voeren dat niemand meer op de aangrenzende stoel mag gaan zitten, maar de cirkel moet oversteken.

Referenties

- Boal, Augusto.-(1995) The Rainbow of desire - Boal,Augusto.-(1979) Theatre of the Oppressed - Boekman magazine- (voorjaar 2010), no.82 Community art - Cleveringa, S.- (2012) Cultuur Nieuwe Stijl - El Hadioui, I. (2011) Hoe de straat de school binnendringt - Erven,E.van , (2013), Community Arts Dialogen - Freire, Paolo (1998) Pedagogy of freedom - Freire, Paolo (2000) Pedagogy of the oppressed - Opdebeeck, L., Bevers,K. (2014), Een scene schoppen. - Opdebeeck, L., Matthijsen, R. (2006), De mens in de hoofdrol.

rel=nofollow