Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Aaltje van der Tuin
Aaltje van der Tuin (Surhuizum, 5 oktober 1898 – Amsterdam, 16 januari 1985) werd in 1929 bekend door haar betrokkenheid in de moord op vier veldwachters gepleegd in Doezum (Grootegast)
Leven
Aaltje werd geboren als Aaltje Tuinstra, dochter van Hinke Tuinstra,[1] en werd op 29 september 1914 door Hinke van der Tuin als haar dochter erkend. Ze huwde op 15 oktober 1914 met Hendrik Wobbes.
Gevangenisstraf echtgenoot en de gevolgen daarvan
Eind mei 1928 was Wobbes wegens diefstal aangehouden en door de rechtbank te Groningen op 5 juli 1928 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden.[2] Datzelfde jaar begon Aaltje een relatie met IJje Wijkstra, en trok begin januari 1929 bij hem in; ze liet haar zes kinderen onverzorgd in het ouderlijke huis achter. Aaltje werd door Justitie gedagvaard, maar verscheen niet, en op 18 januari werden vier veldwachters door Justitie naar de woning van Wijkstra gestuurd om Aaltje op te halen. Daar ontstond een vuurgevecht tussen Wijkstra en de veldwachters, dat aan alle vier veldwachters het leven kostte.
Proces
Aaltje werd in afwachting van haar proces naar Amsterdam overgebracht.[3] Ze werd gedagvaard om op 13 juni 1929 in Groningen terecht te staan wegens het in hulpeloze toestand achterlaten van haar zes kinderen, met medeneming van beide enige kachels en een gedeelte van het meubilair. De Officier van Justitie vorderde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden,[4] maar de rechtbank veroordeelde haar op 20 juni tot één jaar gevangenisstraf.[5]
Rapport Leger Des Heils
Uit het op 11 juni 1929 opgemaakte rapport door het Leger Des Heils Groningen blijkt dat Aaltje uit een zogenaamde bedelaarsfamilie kwam en in plaggenhutten leefde. Aaltje was de jongste van tien nog in leven zijnde kinderen, van in totaal 17 kinderen waarvan zeven reeds op jonge leeftijd waren overleden. De reden om de kinderen te verlaten was de onvoldoende financiële steun van zeven gulden per week door het armenbestuur, en door ze te verlaten zou de gemeente gedwongen worden om zich over de kinderen te ontfermen. Dit was in die tijd niet ongewoon, als er geen kostwinnaar was.[6]
Amsterdam
Na haar gevangenisstraf ging Aaltje in Amsterdam wonen, waar ze in 1933 beviel van een dochter van Wobbes. In 1934 scheidden Aaltje en Wobbes.[7] Aaltje hertrouwde nog twee keer.
Kinderen
Vijf van de kinderen werden begin jaren dertig weer onder het voogdijschap van hun vader gesteld, en kwamen bij hem in Groningen wonen.[8] In 1980 werd Aaltje op initiatief van journalist John Boetes met een aantal van haar kinderen herenigd.
Literatuur
- Henstra, Libbe Het teken van het beest. Bakker, Amsterdam, 2012 ISBN 9789035137080
- Henstra, Libbe Proefschrift Leiden, IJje Wijkstra en de geschiedenis van de viervoudige politiemoord, 18 januari 1929
Bronnen, noten en/of referenties
|