Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Positieve gezondheid
Positieve Gezondheid is een begrip uit de gezondheidszorg dat niet zozeer de ziekte, maar een betekenisvol leven van mensen centraal stelt. De aanhangers van positieve gezondheid leggen de nadruk op de veerkracht en het aanpassingsvermogen van mensen en niet op hun beperkingen of ziektes.
Aanleiding
De aanleiding om naar een begrip als positieve gezondheid te kijken, was twijfel over de houdbaarheid van het in 1948 door de Wereldgezondheidsorganisatie gegeven definitie van gezondheid. De omschrijving “Health as the ability to adapt and self manage, in the face of social, physical and emotional challenges”, vertaald als “Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven” (Huber et al, 2011[1]) beoogt een alternatief te bieden voor de oudere definitie[2]): “Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity”. Deze WHO-definitie heeft het over een toestand van compleet welbevinden dus, op drie domeinen. Omdat de levensverwachting stijgt en het aantal mensen met één of meer chronische aandoeningen toeneemt, hebben steeds minder mensen een volledig fysiek, mentaal en sociaal ‘welbevinden’ en zouden deze dus ziek zijn. Het was reden voor twee belangrijke Nederlandse organisaties op het gebied van gezondheid, ZonMw en de Gezondheidsraad, sman met de arts en onderzoeker Machteld Huber in 2009 in Den Haag een conferentie over het onderwerp te organiseren, onder de titel ‘Wat is gezondheid, een toestand of een vermogen?’ Dé vraag van deze conferentie was of de – destijds als zeer vooruitstrevend beschouwde - definitie van de WHO nog wel voldeed en zo niet, wat een passend alternatief zu zijn.
Het concept Positieve Gezondheid
De kern van het nieuwe concept is dat gezondheid geen statisch gegeven is; het gaat om veerkracht, aanpassingsvermogen en eigen regie. Door hierop de nadruk te leggen worden patiënten aangesproken op hun vermogen tot actie en niet benaderd als passieve zieke. Gezondheid is iets dynamisch, en tegelijk verbonden met vaardigheden (coping strategie) die ontwikkeld kunnen worden. Om het draagvlak te toetsen en om tot een praktische uitwerking van het concept te komen interviewde Huber in opdracht van ZonMw tal van experts, zorgprofessionals en burgers over hun mening over het concept én hun opvattingen over ‘indicatoren’ om gezondheid te beoordelen. Dat resulteerde in het idee dat gezondheid geen doel op zich zou moeten zijn, maar een middel om het leven te leven zoals iemand dat zelf graag wil, om welbevinden te ervaren en te kunnen floreren. De vraag naar indicatoren leverde 'zes dimensies' met 32 subcategorieën op, die volgens de geïnterviewden ‘gezondheid’ in kaart brengen, namelijk:
- lichaamsfuncties (ik voel me gezond en fit),
- mentaal welbevinden (ik voel me vrolijk),
- zingeving (ik heb vertrouwen in mijn toekomst),
- kwaliteit van leven (ik geniet van mijn leven),
- meedoen (ik heb goed contact met andere mensen) en
- dagelijks functioneren (ik kan goed voor mezelf zorgen).
Deze brede invulling in zes dimensies wordt ‘Positieve Gezondheid’[3] genoemd.
De zes dimensies zijn verwerkt in een zogenaamd spinnenwebdiagram.[4]Het spinnenweb is bedoeld als leidraad voor een gesprek, bijvoorbeeld tussen arts en patiënt over diens gezondheid en welbevinden volgens de zes dimensies en de eventuele wens om iets te veranderen. Niet het oordeel van de professional staat centraal, maar dat wat de persoon zelf belangrijk vindt en waar hij of zij aan wil werken.
Ontwikkelingen en implementatie
Het werk van Huber wordt positief ontvangen[5], ze ontving in 2012 de ZonMw Parel[6] voor haar initiatief en het belang van de omslag van de focus op ziekte naar gezondheid wordt tegenwoordig breed ondersteund (De Gruijter et al ., 2014[7]). In diverse publicaties wordt getracht het concept nog beter te operationaliseren[8], te concretiseren[9] en voorstellen te doen voor implementatie[10] in de gezondheidszorg. Steeds meer (zorg)professionals en gemeenten hebben positieve gezondheid als speerpunt in hun beleid[11]. Uit onderzoek blijkt dat in 2018 meer dan 50% van de gemeenten in hun beleidsnotitie verwijzen naar positieve gezondheid en er worden op verschillende plaatsen pilots gedaan. Een voorbeeld daarvan is huisarts Hans-Peter Jung in Afferden, Limburg die stelt dat door meer tijd per patiënt uit te trekken en het ‘andere’ gesprek te voeren 25% minder doorverwijzingen naar de 2e lijn plaats vinden. De huisartsenpraktijk zou 8 à 9% goedkoper zijn dan de oude manier[12] .
Link met andere begrippen
Deze kijk op gezondheid sluit aan op de visie van Aaron Antonovsky die voorstelde het begrip salutogenese (als tegenhanger van pathogenese) te gebruiken om daarmee te laten zien dat werken aan gezondheid echt iets anders is dan de genezing of preventie van ziekte. Mildred Blaxter[13] verwoordde het in 2004 als volgt: “Health can be defined negatively, as the absence of disease, functionally, as the ability to cope with everyday activities, or positively, as fitness or well-being”.
De keuze voor de term positieve gezondheid slaat een brug naar de bevindingen uit de positieve psychologie: een stroming binnen de psychologie waar onderzoek gedaan wordt naar wat maakt dat mensen welbevinden ervaren en floreren. Corey L.M. Keyes[14] ontwikkelde het “Complete State Model of Mental Health”. Volgens Keyes bestaat mentale gezondheid uit een combinatie van emotioneel, psychologisch en sociaal welbevinden. Mensen die zich in het midden van het spectrum bevinden worden als gemiddeld gezond beschouwd, Keyes spreekt van floreren (flourishing) als er sprake is van een hoog niveaus van welbevinden en goed functioneren op psychologisch en sociaal gebied en van lijden (languishing) als er sprake is van een laag niveau van welbevinden[15]. Emeritus hoogleraar positieve psychologie aan de Universiteit Twente prof. dr. Jan Auke Walburg[16] stelt dat gezondheid meer is dan het vermogen om ons aan te passen en onszelf te redden. Ons belangrijkste vermogen is tot bloei te kunnen komen .
Anderen noemen overeenkomsten met persoonsgerichte zorg en het ICF-model. Eens is men het over het feit dat Positieve Gezondheid breder is dan het biopsychosociale model. Dat model kan gezien worden als voorloper van de nieuwe opvattingen over gezondheid.
Kritiek
Het feit dat het woord ‘gezondheid’ gebruikt wordt voor een toestand en ook voor het omgaan met die toestand wordt soms als verwarrend beschouwd. Mensen kunnen op een gezonde en ongezonde manier omgaan met hun eigen (on)gezondheid[17][18][19]. Andere kanttekeningen betreffen de vraag of iedereen wel in staat is zelf de regie te voeren over hun eigen gezondheid[20] en de kwestie of deze visie op gezondheid niet (onbedoeld) medicaliserend kan werken. Als het hele leven tot de gezondheidszorg gaat behoren wordt het terrein dat de huisarts moet bestrijken misschien wel erg groot. Anderen wijzen op de lastigheden rondom het meetbaar maken van het concept en de overlap met een ontwikkeling als Shared decision-making in medicine, of patientenparticpatie.
Bronnen, noten en/of referenties
|