Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Bertrada van Laon
Bertrada van Laon | ||
720-783 | ||
Koningin-gemalin van Frankrijk | ||
Periode | 751-768 | |
Opvolger | Himiltrude | |
Vader | Caribert van Laon |
Bertrada van Laon, ook wel bekend als Bertha met de Grote Voet[1] (mei 720 – 12 juli 783) was een Frankische koningin. Ze was een dochter van Charibert van Laon.[2] Volgens een legende was zij echter de dochter van Floris ende Blancefloer.[3] Bertrada van Laon dankt haar bijnaam aan het lied "Li Romans de Berte aux grands pieds" van de Franse troubadour Adenes Le Roi.[3] Ze kreeg deze bijnaam vermoedelijk omdat ze een klompvoet had.
Pepijn de Korte
In 740 trouwde ze met Pepijn de Korte, als zijn tweede vrouw. Door te nauwe verwantschap waren er jaren nodig voordat de kerk het huwelijk erkende. In 762 wilde Pepijn haar verstoten, maar dat mislukte door verzet van de paus. Bertrada was een belangrijke adviseur van haar man en volgde hem op zijn veldtochten. Na zijn dood verloor Bertrada haar titel van koningin en woonde zij aanvankelijk een tijd bij haar zoon Karel.
Arrangementen
Ze probeerde de vrede tussen haar zoons Karel en Karloman te bewaren. Zo arrangeerde ze in 770 het tweede huwelijk van Karel met de dochter van koning Desiderius der Longobarden, veelal genaamd Desiderata, en dit als onderdeel van een politiek evenwicht dat ze trachtte te scheppen tussen de broers, de Longobarden, Beieren en de paus. In haar pro-Longobardische politiek kon Bertrada op de steun rekenen van een deel van de Frankische adel. Die zagen in Bertrada's demarches voor een "rustige" zuidgrens van het Frankenrijk een beveiliging[4]. In dat kader werd ook haar dochter verloofd met een Longobardische prins, maar dat huwelijk ging niet door. Uiteindelijk vestigde Bertrada zich in Aken, waar ze zich in het klooster van Choisy-au-Bac terugtrok.
Kinderen
Pepijn en Bertrada hadden de volgende kinderen:
- Karel de Grote
- Karloman I
- Gisela, (757 - Chelles, 30 juli 810). Zij verloofde zich in 765 met de latere keizer Leo IV van Byzantium maar de verloving werd verbroken. In 788 werd ze abdis van de Abdij van Chelles.
- Pepijn (759-761)
- Chrotais, jong overleden, begraven in de abdij van Sint-Arnulf in Metz.
- Adelais, jong overleden, begraven in de abdij van Sint-Arnulf in Metz.
- mogelijk nog twee onbekende dochters, waarvan er een door Maximinus van Trier zou zijn genezen van een ernstige ziekte.
Legende
Een legende verhaalt, volledig zonder historische grond, dat Bertrada een dochter zou zijn van Floris en Blancefloer:
- Floris, de zoon van een islamitische koning in Spanje en Blancefloer, de dochter van een buitgemaakte christelijke gravin, groeiden samen op, en waren al voor hun vijfde smoorverliefd. Floris' vader was daar niet blij mee, en wilde Blancefloer vermoorden. De koningin was daar tegen en bedacht een ander plan. Floris moest naar een andere school, ver weg, om daar tussen andere meisjes geplaatst te worden. Hem werd beloofd dat Blancefloer later zou volgen. Blancefloer werd als slavin aan een emir uit Babylon verkocht. De koning en koningin richtten een praalgraf voor haar op, en vertelden Floris dat Blancefloer was gestorven. Toen Floris dat hoorde besloot hij zelfmoord te plegen. Zijn moeder vertelde hem de waarheid, en Floris ging Blancefloer zoeken. Toen hij haar ten slotte vond, vertrokken ze (na enige moeilijkheden) weer naar Spanje. Ze trouwden en kregen een dochter: Bertrada.
Literatuur
- Annelies van Gijsen, Berte met de brede voeten, in: W.P. Gerritsen en A.G. van Melle, Van Aiol tot de Zwaanridder. Personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst, 1993, p. 67-70
Bronnen, noten en/of referenties
|