Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
NEET
NEET is een acroniem en staat voor "Not in Education, Employment or Training". Deze acroniem werd voor het eerst gebruikt in het Verenigd Koninkrijk en vervolgens werd de term populair in onder andere Japan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Daarnaast heeft NEET een verband met de jeugdwerkloosheid[1]. NEET omvat een kwetsbare groep jongen mensen, waarvan de leeftijdclassificatie verschilt van land tot land. Voor de OESO is de leeftijdgrens vanaf 15 jaar tot en met 24 jaar[2] en voor Japan is het vanaf 15 jaar tot en met 34 jaar[3]. Daarbij gebruikt de OESO het als een indicator om jongeren uit verschillende landen, die geen opleiding of training volgen of werk hebben, te rubriceren. Onder het aspect 'opleiding' behoren jongeren die een opleiding (in het verleden) hebben genoten, zowel voltijd als deeltijd, maar niet de personen die informeel onderwijs of educatieve activiteiten van korte duur hebben gevolgd. Onder het component 'werk' wordt er gekeken naar jongelui die meer dan één uur per week werken en degenen die op dit moment werkloos zijn. Jongeren die tot deze groep behoren lopen het risico om in een sociaal isolement te komen en daardoor beneden de armoedegrens te vallen[4].
Verenigd Koninkrijk
De term Not in Education, Employment or Training, weliswaar in een andere volgorde, werd voor het eerst gebruikt in het rapport "Bridging the Gap"[5] uit 1999 door politici uit het Verenigd Koninkrijk[6]. Voor Britse beleidsmakers is het een probleem dat jongeren stoppen met opleidingen, geen werk zoeken en een tijd doorbrengen als NEET. John Bynner en Samantha Parsons (2002) laten zien dat slechte onderwijsprestaties een hoofdoorzaak zijn, maar het leven in de binnenstad voor jongens en het gebrek aan ouderlijke interesse in hun opleiding voor meisjes zijn ook belangrijk [7]. Een onderzoek van Yates en Payne (2007) toont aan dat in Verenigd Koninkrijk jongeren de label 'NEET' als negatief ervaren en dat het lastig is om deze diverse groep onder één term te classificeren[8]. Er wordt zelfs gesuggereerd om een nieuwe manier te vinden om de kwetsbaarheid van deze groep te omschrijven. Aangezien de recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, waaronder opkomst van de tijdelijke en informele vormen van arbeid, is het voor jonge mensen ingewikkeld om aan alle eisen van de werkgever (of samenleving) te voldoen[9]. Sinds 2014 neemt het aantal jongeren dat niet werkt of studeert weer toe en verschillende beleidersmakers leggen de blaam bij de druk in het Britse onderwijssysteem om naar de universiteit te gaan[10].
Japan
De Japanse overheid houdt zich sinds 2003 intensiever met NEET (ニート, Romaji: niito) bezig. Daarbij wordt er bij sociaal beleid een onderscheid gemaakt tussen NEET en Freeter. Het woord Freeter verwijst naar jongeren die tijdelijke werkcontracten hebben na het afstuderen en NEET duidt meer een persoon aan die geen enkele vorm van arbeid verricht[11]. Daarnaast onderscheidt Japan zich van de andere landen in de classificatie, want niet alleen jongeren worden tot deze groep gerekend, maar tevens ouderen[12]. Voor de groep jongeren zou het eventueel als een overgangsperiode van adolescent naar volwassenheid kunnen worden omschreven, maar in Japan worden afgestudeerden gelijk opgenomen in de arbeidsmarkt. Dit fenomeen staat bekend als de 'Periodieke werving van nieuwe afgestudeerden' (Kanji:新卒一括採用, Romaji: Shinsotsu-ikkatsu-saiyō). Daardoor krijgt het fenomeen in Japan een iets andere wending[13]. Specifieke classificatie van deze groep is echter van belang voor effectief beleid en de Japanse overheid (lees: Ministerie van Gezondheid, Arbeid en Welzijn) heeft in samenwerking met het 'Japanse instituut van arbeidsbeleid en training' (Kanji: 独立行政法人労働政策研究・研修機構, Romaji:Rōdōseisakukenkyū kenshūkikō, JILPT) een aantal campagnes opgezet om deze groep te bereiken. Toivonen (2011) zegt onder andere dat om de effectiviteit van overheidsbeleid te bevorderen zou er een vergelijking moeten worden gedaan met andere problematische jeugdgroepen[14].
Zuid-Korea
In Zuid-Korea blijkt dat het percentage NEET onder jongeren uit arme gezinnen ongeveer vier keer zo hoog is dan onder jongeren uit gezinnen met een hoger inkomen. Armoede, geen carrièreplanning en onvrede tijdens middelbare school verhogen de kans op het leven dat getypeerd kan worden als een NEET[15]. Een ander rapport gebaseerd op nieuwsartikelen uit 2009 laat zien dat een op de zes Koreanen van de leeftijd 15 tot en met 29 jaar geen werk hebben of opleiding of trainingen volgen[16].
Canada
De situatie in Canada omtrent NEET is vergelijkbaar met Verenigd Koninkrijk. De veranderingen op de arbeidsmarkt spelen een cruciale rol, waaronder verdwijning van ongeschoolde arbeid en de transitie van landbouw naar een diensteneconomie. Daarnaast is de overgang naar volwassenheid problematischer voor jongeren met weinig begeleiding van ouders, religie of andere instituten[17]. Uit een rapport van 2012 blijkt dat in 2011 ongeveer 13 procent van de jongeren van de leeftijd 15 tot 19 jaar tot de NEET-groep behoren. In Canada blijken jonge mannen onder 25 jaar eerder werkloos te zijn dan mannen tussen 25 en 29 jaar en vrouwen uit dezelfde leeftijdsgroep[18].
Verenigde Staten
In de Verenigde Staten is het de norm dat jonge mensen van 18 jaar afstuderen, hoewel zorgen in de Verenigde Staten met uitvallers en de behoefte aan nieuwe modellen van beroepsvoorbereiding een opvallende gelijkenis vertonen met de NEET-classificatie (Hamilton & Hamilton, 1999)[19]. Een micro-econometrische analyse uit 2011 laat zien dat jongvolwassenen, die werkloos zijn in de VS, een blijvend litteken daaraan overhouden. Het advies uit het rapport luidt dan ook voor adequaat beleid om de vraag naar arbeid te verhogen en niet om bestaande inspanningen, die het onderwijs, de vaardigheden en de inzetbaarheid van deze jongeren te verbeteren, tegen te gaan[20].
Zie ook
Externe link
Bronnen
|