Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Mountainbike
Een mountainbike oftewel MTB oftewel ATB oftewel All Terrain Bicycle genoemd, is een fiets gemaakt om off-road te rijden, op onverharde wegen of paden. Mountainbikes hebben dikke banden met profiel voor comfort en extra grip. Vering, zowel voor als achter, is sinds medio negentiger jaren in gebruik, en sinds enkele jaren voldoende uitontwikkeld. De fietsen hebben gewoonlijk 559mm of 26 inch wielen, waarbij inmiddels ook andere maten bestaan. De meeste mountainbikes hebben ofwel 21, 24 of 27 versnellingen. In het Frans heet een mountainbike VTT (vélo tout-terrain: "all-terrain bicycle").
Ontwerpen
Mountainbikes kunnen in vier categorieën onderverdeeld worden:
Rigid – geen vering
Hardtail –voorvering in de vork, geen achtervering
Softtail –voorvering in de vork, achtervering die werkt door buiging van de liggende achtervorken, maar ook wel voor fietsen met vering voor en achter.
Dual of Full suspension - voorvering in de vork, achtervering die werkt door het laten scharnieren van de liggende achtervorken om bushings of kogellagers.
Disciplines
In de mountainbikesport worden verschillende disciplines onderscheiden. Voor elke discipline/gebruik is er een apart model mountainbike.
Cross Country (XC) Mountainbikes zijn bedoeld voor korte wedstrijden met weinig hoogteverschil. Snelheid is belangrijker dan comfort. De fietsen hebben een voorvering met korte veerweg (80-100mm) en zijn licht (bij voorkeur niet meer dan 7 tot 9 kg). Dit is haalbaar door gebruik van lichtgewicht materialen zoals aluminium, titanium en carbon. Voor de vering wordt gebruik gemaakt van lucht. Gedempt wordt met olie. De geometrie is gericht op trap-efficiëntie. Het zadel komt daardoor vaak hoger uit dan het stuur. De stuurhoek valt vaak steiler dan 70°. Het gebruik van fullsuspension komt steeds vaker voor, daar waar gewicht ondergeschikt is aan beheersing van de fiets, vooral bij afdalingen. Door wijziging van de geometrie en constructieve maatregelen is men erin geslaagd het deinen van de vering te vermijden, zodat dit geen effect meer heeft op het rendement.
Enduro/All Mountain Bedoeld voor langere wedstrijden (marathons) of om te toeren. De fietsen zijn meestal comfortabeler dan de XC fietsen. Minder gericht op wedstrijden en trap-efficiëntie, eerder op all-round inzetbaarheid. Daardoor gedragen deze fietsen zich minder zenuwachtig in afdalingen. Kenmerken: meer vering (120-160 mm), dikkere banden, schijfremmen en een rechtere fietshouding.
Freeride Bedoeld om overal te fietsen, maar bij voorkeur niet omhoog. Ze hebben een nog grotere veerweg dan de enduro’s (voor en achter) en zijn steviger geconstrueerd. Maar daarom ook zwaarder. Het zijn eigenlijk DE allrounders, in staat tot lange afstanden (toch niet zo snel en comfortabel als de XC) en ook op de gevaarlijke en moeilijke hellingen kan deze fiets gebruikt worden (toch niet zo snel en efficiënt als de downhill fiets). De meeste freerides lijken meer op de downhills, maar doordat ze ook versnellingen vooraan hebben, zijn ze ook nog geschikt om te klimmen, i.t.t. de downhill-bike. Freerides variëren van 14 tot 18 kilo. Freeride fietsen zijn berekend op het doen van extreme dingen , zoals Road gaps en metershoge drops.
Downhill (DH) De wedstrijdvariant van de freerides: dit is een speciaal soort bike voor de meest gevaarlijke, steile afdalingen. Downhill wedstrijden zijn korte sprints op extreem geaccidenteerd terrein. De veerwegen van een downhillfiets zijn nog groter dan die van een freeridefiets (200-300mm voor en achter) en hebben nog een verschil ten opzichte van de freerider: alléén achterversnellingen, geen voorversnellingen. Er zit voor maar één beschermd tandblad met bashring (beveiliging tegen schade aan tandwiel) en/of een kettinggeleider. Verder niet teveel extra's, het liefst zo kaal mogelijk. Bandendruk is lager. De geometrie is gericht op een bijzondere wendbaarheid en contact met de ondergrond in extreme omstandigheden. De veersystemen zijn gericht op goede efficiëntie bij sprint, maar tegelijkertijd moet de vering ook bij extreme remmanoeuvres blijven werken. De stuurhoek is vlakker, vaak rond de 65°. Het gebogen stuur staat hoger dan het zadel, en korter bij de rijder. De meeste afdalingsfietsen wegen door hun stevige constructie rond de 20 - 22 kg, maar wedstrijdfietsen duiken vaak onder de 17kg. Deze fietsen worden soms als de Formule1 van het mountainbiken beschouwd, omdat heel veel technologische innovaties -vooral op vlak van verings- en schokdempingstechnieken, maar ook schijfremmen en geïntegreerde versnellingssystemen- voor deze fietsen ontwikkeld worden.
Binnen de Downhill discipline valt ook het Fourcross (4X). Bij deze discipline zijn er in tegenstelling tot Downhill steeds vier rijders tegelijk op een downhill parcours en wordt er in heats tegen elkaar gereden. De winnaar van iedere heat gaat door naar de volgende heat. Deze discipline lijkt sterk op BMX, alleen zijn de fietsen groter en robuuster en hebben ze een andere geometrie en gaat men bij Fourcross bergaf. Andere varianten zijn Dual (twee fietsers op de baan) en Sixcross (zes rijders op de baan). Deze laatste varianten zijn echter geen erkende disciplines bij de UCI
Een andere fietsdiscipline die een relatie heeft met mountainbiken betreft: Dirt Jumping and Street liggen ergens tussen de freerides en de trials. Het zijn heel erg sterke fietsen, met 559mm (26inch) wielen en meestal een voorvering, deze worden voornamelijk in de stad gebruikt bij drop-offs (sprongen van betonblokken of bushokjes bijvoorbeeld). Dirtjumping is het springen over heuvels van grond gemaakt vaak door de rijder zelf. Het moment dat de dirtjumper in de lucht hangt tussen de twee heuvels in zal hij proberen tricks te doen, wat kan variëren van een no footer (even met de voeten van de pedalen af) tot een backflip (een salto achterover met bike en al). Sommige street en dirtjump bikes zijn uitgerust met 24" wielen; een kleinere wielmaat zorgt voor meer wendbaarheid in de stad en meer ruimte voor tricks. Ook hebben ze soms helemaal geen vering (rigid), dit om gewicht te besparen of een beter resultaat tijdens het springen (bunnyhop); er is dan geen vering die eerst inveert voordat je van de grond komt.
(De fietssporten fietscross (BMX) en trial bestonden al voor de uitvinding van de mountainbike en worden hier niet behandeld )
Onderdelen en Materialen
Banden
De meeste mountainbikes hebben 559 mm (26 inch) wielen, toch hebben sommige modellen 507 mm wielen (24 inch). Sinds enige jaren komen er ook mountainbikes op de markt met 28 inch wielen (door combinatie met een dikke band wordt dit 29 inch genoemd). Volgens de ETRTO-standaard (European Tire and Rim Technical Organisation) is dat 622mm. Zeer recent hebben sommige Amerikaanse merken de oude franse maat 650B - ETRTO 584mm - van stal gehaald. Of deze maat het tot serieproductie zal brengen moet worden afgewacht.
De banden komen in een variëteit van wijdte, van de standaardvorm 559mm x 48mm tot 53mm (26inch x 1.9inch tot 2.1inch), tot 60mm en 76mm (2.35inch en 3 inch) populair bij de freerides en de downhills. Producenten maken een heel gamma van profielen om aan de uiteenlopende wensen te kunnen voldoen. Tussen de types zijn: gladde straatbanden, straatbanden met licht profiel, banden met lage of hoge noppen en sneeuwbanden. Normaal gesproken wordt in een buitenband een binnenband gebruikt. Banden waarbij (net als bij autobanden) geen binnenband meer nodig is, de zgn. tubelessbanden, worden echter steeds populairder. Deze banden hebben het voordeel dat er meer grip is, omdat er met een lagere spanning gereden kan worden zonder de kans op lekrijden (door snake-bites) te verhogen. Nadeel is op dit moment nog het (iets) hogere gewicht, en de hogere prijs van zowel wielen (speciale velg nodig) als banden.
Frame
Voor een juiste werking, betrouwbaarheid en veiligheid is de keuze van het fietsmateriaal heel belangrijk. Een aluminium frame is licht, corrosiebestendig en gemakkelijk te bewerken. Stalen frames zijn in de regel zwaar en minder stijf dan aluminium, maar vanwege de grotere elasticiteitsmodulus is het met staal mogelijk een comfortabeler frame te maken dan met aluminium. Titanium frames zijn in de regel stijver dan stalen frames, en even comfortabel. Vaak worden titanium frames op maat gemaakt door zogenaamde boutique merken. Het grootste nadeel van titanium is de prijs. Aluminium is tegenwoordig het meest gebruikte materiaal voor mountainbikes. Het is goedkoper dan staal en titanium, makkelijk te bewerken en met aluminium is het mogelijk vrij lichte frames te bouwen. Koolstofvezels, gelijmd met epoxyhars, beter bekend als carbon, wordt tegenwoordig gebruikt om erg lichte en stijve frames te maken. De grootste twee nadelen zijn de prijs en het onvermogen om puntbelastingen op te vangen, waardoor een carbon frame bij een val eerder dusdanig wordt beschadigd dat het onverantwoord is om ermee verder te rijden. In de wedstrijdsport weegt dit risico niet op tegen de winst door het veel lagere gewicht.
Vering
Het gebruik van vering is bevorderlijk voor:
- comfort van de rijder, wat de prestaties gunstig kan beïnvloeden omdat de fietser minder vermoeid raakt
- bescherming van het materiaal, in het bijzonder minder lekke banden
- bodemcontact van de banden, waardoor het sturen en remmen effectiever kan verlopen
Echter zijn negatieve punten van vering en demping:
- rendementsverlies: de demping verbruikt energie
- beïnvloeding van de rijeigenschappen: het meegeven van de vering maakt sturen en springen moeilijker voorspelbaar
- onderhoud: er kruipt vuil tussen de bewegende delen, waardoor de vering stroef gaat werken of olie of lucht verliest
- gewicht
- prijs
- variabele hoogte, waardoor het kettingblad gemakkelijker een obstakel raakt
Cross country mountainbiken vraagt om een luchtgeveerde voorvork, terwijl een downhill fiets een stalen vering en uitgebreide oliedemper gemonteerd zal hebben op zowel de voor- als achterkant.
Remmen
Recente goed afgestelde remmen hebben een gigantische remcapaciteit. De aandrijving verloopt via een kabel of hydraulisch. Hydraulische remmen bieden de beste moduleerbaarheid, zij reageren snel en progressief, wat belangrijk is voor nauwkeurig remmen op een technische parcours. Hydraulische remmen zijn duur en complex, waardoor ze gevoeliger zijn voor defecten. Waar nauwkeurig doseren minder belangrijk is zijn kabelremmen voldoende.
De schijfrem wordt steeds populairder dan de velgrem. De velgrem is licht, goedkoop, eenvoudig en betrouwbaar, maar verslijt de velg bij intensief gebruik. De schijfrem is afzonderlijk vervangbaar, maar is zwaar en duur in aankoop en onderhoud. Slijtage van de remblokjes is moeilijk te controleren en de afstelling is gevoelig. Afstelling is bijvoorbeeld dikwijls noodzakelijk na het hermonteren van een wiel.
Een slag in het wiel door bijvoorbeeld een gebroken spaak veroorzaakt wrijving op de velgrem, een slag in de remschijf door contact met een steen of andere maakt verderrijden onmogelijk.
In extreem zware modderomstandigheden kan een velgrem rendementsverlies veroorzaken omdat dikke brokken zich ophopen op de onderdelen die dicht bij de banden gemonteerd staan. Schijfremmen zijn alleen gevoelig voor vloeibare modder die de werking van de zuigers kan benadelen.
Versnellingen
Voor berijden van moeilijk terrein is een versnelling gewenst. Deze regelt de verhouding tussen pedaalomslag en wielomslag en beïnvloedt zo de kracht die nodig is om vooruit te komen. Mogelijke versnellingssystemen zijn een derailleur of een naafversnelling.
De bediening geschiedt door middel van shifters. De gripshifter- schakelen door te draaien- is volgens velen het meest geschikt voor mountainbikes, omdat het schakelen niet negatief wordt beïnvloed ten opzichte van triggers -schakelen door met duim of wijsvinger te drukken- en vanwege de simpele bediening kan de biker zijn volledige aandacht bij het rijden zelf houden. De ketting en tandwielen zorgen voor de mechanische overbrenging. Voor de veiligheid en tegen vuil en roest is het verstandig deze onderdelen te beschermen met een goed smeermiddel.
De afgelopen jaren is de zogenaamde "gearbox" in opkomst bij vooral downhill en freeride modellen. Er zijn al enkele merken die een eigen gearbox hebben gemaakt, waarvan de meesten verwerkt zitten in het midden van het frame. Dankzij een gearbox komt er nagenoeg geen vuil bij de bewegende delen van de versnelling.
Rijtechnieken
Voor het berijden van moeilijk begaanbaar terrein is het nodig om enkele technieken onder de knie te hebben. Deze worden uitgevoerd door een bepaalde krachten interactie met de gebruiker. Sommige basistechnieken zijn makkelijk te leren. Bij het klimmen en dalen is een verplaatsing van het lichaam respectievelijk naar voren of achter nodig. Technieken als de stoppie, trackstand, fronthop en de wheelie vergen enige oefening. Voor het uitvoeren van de zogenaamde bunnyhop, drop-in en drop-off vraagt ook om oefening.
Geschiedenis
Mountainbiking begon in de late jaren '60 en vroege jaren '70 van de 20e eeuw. In die tijd was er geen mountainbike. De eerste mountainbikes waren gebaseerd op de frames van Schwinn. De rijders gebruikten luchtbanden voor op het strand en voorzagen de fiets van versnellingen en een motorcross stuur. Ze daalden heel snel van de mountain fireroads. De sport is ontstaan in Californië (zie externe links).
Het was pas in de late jaren 70 en de vroege jaren 80 dat fietsproducenten startten met de productie van mountainbikes met gebruik van lichtgewichtmaterialen. Gary Fisher wordt gezien als de eerste producent van de mountainbike in 1979. De modellen waren eigenlijk gewone wegfietsen met een bredere frame en vork om bredere banden toe te laten. De sturen waren ook anders, ze waren recht en niet lichtjes gebogen zoals sturen op racefietsen. Ook waren sommige onderdelen rechtstreeks overgenomen van de BMX fiets. De eerste massaal geproduceerde mountainbike werd geproduceerd door Specialized en had 18 versnellingen.
Tot voor kort, hadden de mountainbikes een wegfietsstijl en afmetingen. Omdat het mountainbiken opkwam en er dus agressievere rijstijlen kwamen, kwamen er nieuwe modellen die sterker en beter waren en betere afmetingen hadden om agressiever te kunnen rijden zoals: over obstakels rijden en houten bruggen en ramps. Nu zijn de mountainbikers gekend om hun meer BMX stijl namelijk op en over alles springen. Nieuwere modellen hebben of 24 of 27 versnellingen, 3 bladen voor en 8 of 9 tandwielen achter.
De nieuwste mountainbikes hebben meestal de volle uitrusting. Vroeger hadden de mountainbikes een stijf (=ongeveerd) frame en geen voorvering. In het midden van de jaren '90 kregen mountainbikes voorveringen. Dit ontlastte de armen van de fietser. De eerste veringen waren 38-50mm lang (3/2 tot 2inch). De vroege veringen waren zwaar en bewogen op en neer terwijl de fietser trapte. Dit nam veel energie weg, vooral tijdens steile hellingen. Om dit te verhelpen werd vering ontworpen waarbij de hoeveelheid vering kan worden geregeld. Veel rijders schakelen de achtervering uit als ze hard fietsen of een steile helling beklimmen. De meeste veringen hebben 100mm (4 inches) veerlengte. De meer agressievere fietsen voor downhill en freeride hebben 200-230mm (8-9inch) veerlengte. Veel rijders prefereren toch een hardtail (= alleen voorvering) frame.
Competitie
De sport mountainbiken is eind jaren '80 overgewaaid vanuit de Verenigde Staten en werd in korte tijd heel populair, ook in Europa. In Nederland werd de populariteit versterkt door de gouden medaille die Bart Brentjens won tijdens de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta - de eerste keer dat dit sportonderdeel op de Olympische agenda stond. De laatste jaren zijn langafstand wedstrijden (80-120 km) in opkomst onder de naam Marathon (mtb). Ook Brentjens houdt zich nu bezig met deze tak van sport. Overigens kent België een paar wereldkampioenen mountainbike: Filip Meirhaeghe in cross-country (2003), en Patrick Meersschaert bij de masters (2005-2007).
In Nederland vindt de wedstrijdsport plaats onder auspiciën van de KNWU. Hiervoor is een licentie benodigd :
- Elite Mannen/Vrouwen (Mannen vanaf 23 jaar/ Vrouwen vanaf 19 jaar)
- Belofte (19 tot 23 jaar)
- Masters 1 (30 jaar en ouder)
- Masters 2 (40 jaar en ouder)
- Junioren /Junior-dames ( 17-18 jaar)
- Nieuwelingen / Nieuweling-meisjes (15-16 jaar)
- Amateurs (vanaf 19 jaar)
Mountainbikeroutes in Nederland
In Nederland zijn rond de 100 officiële mountainbikeroutes. Deze mountainbikeroutes zijn bewijzende routes wat inhoudt dat je net zoals een wandelroute door de omgeving wordt geleid. De routes zijn meestal voorzien van het internationale mountainbike symbool. Dit symbool geeft tevens de richting aan die gefietst moet worden. De routes in Nederland variëren van zeer zwaar tot erg gemakkelijk. Een voorbeeld van de zwaardere routes zijn Schoorl en Bergherbos (Zeddam). De makkelijke routes zijn bijvoorbeeld Soest en Zeist. De meeste routes bestaan uit singletrack wat inhoudt dat het spoor meestal niet breder is dan een 30 a 40 centimeter.
Recreatie
In Nederland en België is mountainbike een groeiende recreatie-sport. Om alles met de andere recreanten (bijvoorbeeld wandelaars en ruiters) goed te laten verlopen is de MTB-code in het leven geroepen.
- 1.Toon respect voor de natuur en haar omgeving.
- 2.Houd u aan de route en rijrichting zoals aangegeven.
- 3.Houd rekening met wandelaars en andere recreanten.
- 4.Draag een helm.
- 5.Fiets in kleine groepen (max. 6-8 personen).
- 6.Laat geen afval achter.