Zoutleeuw (boek)
Het boek Zoutleeuw is een uitgebreide toponymische en geschiedkundige studie door de plaatsnaamkundige dr. fil. Paul Kempeneers over Zoutleeuw.
Het boek van 320 pagina's is in 2003 verschenen in de reeks Nomina geographica flandrica van de K.U.Leuven, als nummer XIX.
Inhoud
De stad Zoutleeuw is een waar kunstschrijn. Vermaard zijn de middeleeuwse bouwwerken, zoals het monumentale Vleeshuis op de Grote Markt. Maar even vermaard zou de namenschat moeten zijn, want deze is de moeite waard.
Zoutleeuw werd als stad verscheidene malen omgord, maar tot heden werden de 3 omheiningen slechts oppervlakkig bestudeerd. Met de bouw van de Spaanse citadel kwam er een nieuwe muur, diagonaal gelegen tussen de 1ste en de 2de omheining.
Door gebruik te maken van cartografisch materiaal kon Kempeneers de juiste toestand reconstrueren. Overblijvende stadswallen aan de watermaatschappij blijken 300 jaar ouder te zijn dan werd aangenomen. Anderzijds is het huidige Heksenkot een modern bouwsel, in 1889 door Gustave Fineau gebouwd. Naast de verdwenen herberg de Rode Leeuw lokaliseerde Kempeneers meer dan 50 kleurrijke huisnamen zoals de Wildeman, de Witte Pluim, de Drie Haringen, het Molenijzer, de Ooievaar, de Spiegel, het Anker.
Bekroningen
De publicatie is in 2002 door de stad Zoutleeuw bekroond met de Deken P.V. Betsprijs.