Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Stortplaats Vlierzele
De stortplaats (deponie) in Vlierzele is een stortplaats voor afvalstoffen gelegen te Vlierzele (deelgemeente van Sint-Lievens-Houtem) die uitgebaat wordt door het intergemeentelijk samenwerkingsverband (intercommunale) ILvA.
Geschiedenis
De eerste putten in de oorspronkelijke heuvel waar nu de stortplaats ligt kwamen er door zandwinningen, waarvoor de eerste vergunning dateerde van 1967. In 1977 werd de eerste vergunning voor het storten van niet-giftig industrieel afval verleend aan de private onderneming De Letter. Intussen was er al huisvuil gestort op de site. Vanwege het toenemende besef dat de wildgroei aan stortplaatsen toentertijd een halt moest toegeroepen worden, werd door de gemeenten binnen intercommunale ILvA in 1974 besloten een stortplaats uit te baten in Voorde (deelgemeente van Ninove). Later werd ook besloten de stortplaats in Vlierzele uit te baten. ILvA verkreeg in 1979 een vergunning om hier huishoudelijk en niet-giftig industrieel afval te storten. Aanvankelijk werd de stortplaats uitgebaat in onderaanneming door private ondernemers, echter zonder veel succes. Pas begin jaren 80 werd de stortplaats volop geëxploiteerd met de verlening van een belangrijke stortvergunning in 1983-1984 en de aanvoer van huishoudelijk afval uit de westelijke ILvA-gemeenten. Het afval van de oostelijke ILvA-gemeenten bleef op de stortplaats in Voorde gestort worden, tot deze in 1996 buiten gebruik werd gesteld. In de tussentijd nam ILvA ook de zandwinning op de site in Vlierzele over, die tot mei 2003 in concessie werd uitgebaat door D.D.Mix (een dochtermaatschappij van nv De Dijcker).
In tegenstelling tot de beginjaren gebeurden sinds eind jaren tachtig de stortactiviteiten volgens de strenge voorwaarden van de milieuvergunning. Door de strenger wordende milieuwetgeving werd in 2004 de laatste ton huishoudelijk afval gestort; sindsdien worden bijna enkel bedrijfs- en niet-recycleerbare afvalstoffen gestort.
De huidige milieuvergunning voor de stortplaats dateert van 6 juni 2002 en loopt tot december 2012.
De stortplaats van ILvA te Vlierzele is 32 hectare groot waarvan het grootste deel al is volgestort en afgedekt. Sinds zijn opening begin jaren 80 verwerkte de stortplaats vooral huishoudelijk afval, maar door veranderde milieuwetgeving werd in 2004 het laatste huishoudelijk afval gestort. Sindsdien verwerkt de stortplaats voornamelijk gesorteerd bedrijfsafval, bouw- en sloopafval, assen van huisvuilverbrandingsinstallaties, inerte materialen, recyclageresidu’s uit de papier- en textielrecyclage en cementgebonden asbest. De exploitatie van de stortplaats gebeurt in fasen: het terrein is telkens in fasen ingericht en uitgebreid als stortplaats. Sinds 2008 is de exploitatie aanbeland in fase V en tot op heden gaat de exploitatie nog steeds in deze fase verder. Het opvullen van deze fase gaat echter trager dan voorzien door de stelselmatig gedaalde toevoer van afval. Dit doordat steeds minder afwijkingen op het stortverbod worden toegestaan door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM).
Fases A, B, I, II, III en IVa werden reeds volledig volgestort, afgedekt en met gras ingezaaid. Fase IVb is bijna volgestort; de restcapaciteit bedraagt 10 000 m3. Erbovenop zijn ongeveer 60 000 m3 afgegraven gronden van fase IVb, V en VI gestapeld met de bedoeling om deze te gebruiken voor de uiteindelijke eindafdekkingswerken voor zowel fases IVb, V en VI. Volgens VLAREM moet de eindafdek van de stortplaats immers worden gerealiseerd met de oorspronkelijk uitgegraven grond. De afgegraven gronden kunnen niet op de afgewerkte delen worden gestapeld omdat dit schade aan de HDPE-afdekfolie of de gas- en drainageleidingen kan veroorzaken. Hierdoor zal het onderliggende gestorte afval van fase IVb bijkomend verdicht worden, waardoor een bijkomende restcapaciteit kan gecreëerd worden van ongeveer 30 000 m3. De totale restcapaciteit van fase IVb bedraagt bijgevolg ongeveer 40 000 m3. Op de afgedekte fases wordt stortgasvalorisatie toegepast waarbij met het biogas dat uit het gestorte afval wordt gewonnen elektriciteit wordt opgewekt. Het percolaatwater dat uit het gestorte afval lekt wordt eveneens opgevangen en gezuiverd in een afvalwaterzuiveringsinstallatie.
Milieuoverlast
Begin 2010 eiste de Milieu-inspectie van het Departement LNE van de Vlaamse overheid maatregelen van ILvA om de geurhinder voor omwonenden terug te dringen na klachten. Toenmalig algemeen directeur van ILvA Henk Geeroms wees naar de Vlaamse milieuwetgeving als verklaring. Er mocht namelijk niet zoveel afval meer gestort worden als vroeger: in 2008 werd er nog 120 000 ton afval gestort op de stortplaats terwijl in 2009 maar 50 000 ton werd gestort. Daardoor zouden de putten minder snel volraken waardoor stank zou kunnen ontsnappen. Geeroms stelde dat de putten elke avond werden afgedekt met een laag grond, maar dat dit niet zo goed afdekte als de definitieve deklaag van 3 meter plus afdekfolie. Geeroms stelde ook dat ILvA alles deed om stank tegen te gaan en dat het in hun eigen nadeel was dat stortgassen ontsnapten, omdat ILvA met het opgevangen stortgas energie opwekte.[1]
Bronnen, noten en/of referenties
|