Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:O/ Oordelende geneeskunde

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 28 dec 2015 om 00:28 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Oordelende_geneeskunde&oldid=45535873 MEDiX 14 dec 2015)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De term oordelende geneeskunde is een contradictio in terminis: het heeft niets te maken met geneeskunde... Er wordt niemand genezen, gezond of beter gemaakt.
En ook: vóórdat er behandeld wordt, moet er toch een oordeel geveld zijn. Je moet toch minstens weten wát je behandelt...?

Definitie.

Met 'oordelende geneeskunde' of 'oordelend arts' wordt bedoeld dat het medisch oordeel gebruikt wordt buiten de gezondheidszorg. Bijvoorbeeld voor de beslissing of iemand een traplift krijgt. Of een invalidenparkeerkaart..., loon..., een aanstelling... of een levensverzekering. Vroeger werd de term 'keuringsarts' wel gebruikt.
De relatie met een oordelend arts is diametraal anders dan de relatie met een behandelend of zorgend arts. Een behandelrelatie kán niets anders zijn dan eentje van vertrouwen. Een relatie binnen de oordelende geneeskunde is er eentje van wederzijds wantrouwen.

Zorg... oordeel..? Het een óf het ander.

Een arts heeft met een cliënt óf een zorgrelatie óf een oordelende relatie. Dit is geen wettelijke scheiding, maar de KNMG, dé artsenvereniging in Nederland, heeft in 1950 deze regel vastgesteld vanwege de noodzaak van vertrouwen in een zorgrelatie.
Ook de WGBO gooit roet in het eten als een arts beide functie naar een patiënt wil combineren: de scheiding van informatie. In het kort: informatie mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor het verzameld is. Datamining mág niet in de (Nederlandse) gezondheidszorg!

Een voorbeeld:

Hij wil een rijbewijs en hij vraagt dat aan bij het CBR. Het CBR eist een medische keuring. Zijn huisarts doet die keuring. En het CBR wijst het verzoek om een rijbewijs af om medische reden.
Hoe zal de relatie met zijn huisarts zich ontwikkelen.
Een huisarts die eigen patiënten keurt, zal, al dan niet bewust, zijn patiënt ter wille zijn door waardes voor zijn patiënt gunstiger (en daarmee voor de keuring-eisende partij: ONgunstiger) voor te stellen. Zo wordt voor een levensverzekering de laagste bloeddrukwaarde opgegeven die hij ooit meette.
Met een, volgens de patiënt, 'verkeerde' keuring zet de huisarts de vertrouwensrelatie, cruciaal binnen de behandelende geneeskunde, op het spel.

Nog een voorbeeld.

Een bedrijfsarts begeleidt een werknemer bij zijn echtscheiding.
Als die werknemer verzuimt, vraagt de werkgever zijn bedrijfsarts of dat komt door een ziekte. Na zorgvuldig onderzoek komt de bedrijfsarts tot het oordeel dat dat NIET het geval is. Maar dat de reden voor het verzuim gezocht moet worden in een onfortuinlijke privésituatie. Daarop staakt de werkgever de loonbetaling.
Hoe zou de vertrouwelijke begeleiding door de bedrijfsarts voortgezet kunnen worden? En: hoe is het de bedrijfsarts gelukt om de informatie, die hij verzamelde in zijn vertrouwelijke begeleidingsrelatie, buiten zijn oordeel te houden...?!

Waar kom je oordelende artsen tegen.

Overal waar een medische conditie van belang is bij een beslissing. Denk aan een traplift, invalidenparkeerkaart, inkomen bij arbeidsverzuim, compensatie voor schade... Hier is het belang van de keurling een zo groot mogelijke medische beperking.
Maar er wordt ook gekeurd voor de toelating tot een functie (duiker, scheidsrechter...) of een verzekering (aanvullende zorgverzekering, levensverzekering...). Nu wil de keurling zo weinig mogelijk gezondheidsschade geoordeeld hebben. Je hebt oordelende (keurings-)artsen die in 'beoordelen' gespecialiseerd zijn. Artsen dus die als primaat het oordelen over medische condities hebben. Dat zijn de verzekeringsartsen in het kader van de sociale verzekeringswetgeving zoals de Wia. En de bedrijfsartsen die in opdracht van de werkgever moeten aangeven of een verzuim al dan niet door een ziekte verklaard wordt. Z'n 80% van hun tijd besteden ze aan hun primaat.
Daarnaast zijn er artsen met allerlei medisch specialismen en basisartsen die een oordelende taak hebben. Soms náást een zorgtaak naar andere personen dan die ze keuren/beoordelen.
Deze artsen kom je onder ander tegen bij ziektekostenverzekeraars en bij gemeentes.

Wederzijds wantrouwen.

Een keurling ondergaat zo'n medisch beoordeling ONvrijwillig. Hij móét zich die keuring laten welgevallen anders kan kan hij de voorziening, verzekering of functie die hij wil hebben... waar hij meent récht op te hebben(!)... wel vergeten.

Dus 1.

Er is de keurling dus alles aan gelegen om zijn medische conditie gunstiger voor te stellen dan hij feitelijk is. Voor een keuring voor, bijvoorbeeld, een traplift, presenteert hij zich zieker dan hij is... Voor een keuring voor een baan of toelating tot een levensverzekering, zal hij zijn best doen om zo gezond mogelijk over te komen.
En de arts weet dat!

Dus 2.

Zo zal de keurling bij de keuring voor een invalidenparkeerkaart bij hoog en bij laag beweren dat hij zonder steun geen 100 meter kan lopen. De arts móét die stelling toetsen. Dat doet hij bijvoorbeeld door andere loopactiviteiten (boswandeling, hond uitlaten, winkelbezoek, vakanties...) uit te vragen. En hij kan ook observeren hoe de keurling zich gedraagt als hij zich onbespied waant. Het trekken van een sprintje naar de bushalte is natuurlijk in strijd met de claim van de keurling dat hij nog geen 100 meter kan lopen.
Ook zal de oordelend arts contact opnemen met behandelaars over de medische onderbouwing van de geclaimde beperkingen.

Relatie tussen medisch oordeel en beslissing.

Die relatie is meer of minder direct.
Voorbeeld van een directe relatie is de invalidenparkeerkaart: als de oordelend arts stelt dat de keurling minder dan 100 meter zonder ondersteuning kan lopen... krijgt hij van de gemeente een invalidenparkeerkaart.
Áls de oordelend arts aangeeft dat er levensgevaar is voor anderen... wordt de gedwongen psychiatrische opname door de burgemeester gegund.
Is de oordelend arts van mening dat de keurling wél meer dan 100 meter kan lopen... dan moet de beslisser ook ander parameters betrekken dan de loopafstand bij zijn besluit al dan niet een invalidenparkeerkaart te versterken. Bijvoorbeeld: of de aanvrager alternatieve transportmogelijkheden heeft. En... in hoeverre het gebruik daarvan af te dwingen is. Of: is het nog wel te verwachten is dat aanvrager veilig deelneemt aan het wegverkeer.
Maar, als de oordelend arts van mening is dat er geen levensgevaar bestaat voor de keurling zelf of anderen... moet de burgemeester andere determinanten afwegen om te besluiten dat er een gedwongen psychiatrische opname plaatsvindt. Het 'verstoren van de openbare orde' is zo'n wegingsfactor.