Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hein Donner

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hein Donner in 1978

Johannes Hendrikus (Hein) Donner (Den Haag, 6 juli 1927Amsterdam, 27 november 1988) was een Nederlandse schrijver en schaakgrootmeester. Hij won in 1954, 1957 en 1958 het Nederlands schaakkampioenschap.

Donner is vooral bekend door zijn columns in o.a. De Tijd, Elseviers Weekblad, Schaakbulletin, Avenue en De Volkskrant. Een door Max Pam en Tim Krabbe gemaakte selectie van columns werd gepubliceerd in het boek "De Koning" ook wel de "De dikke Donner" genoemd. Volgens de samenstellers wordt er veel beledigd in het boek: „Men kan rustig stellen dat iemand die nooit door J. H. Donner beledigd is niets in het Nederlandse schaakleven te betekenen had.[1]

Een fragment uit de Koning (blz 252): Ik stond ergens in de stad op lijn 1 te wachten, toen er op de vluchtheuvel een man kwam aanwandelen die me vaag bekend voorkwam, maar die ik verder niet thuis kon brengen. Bij een snauwerige groet wist ik het ineens : het was 'Buurman' van de pokertafel, met wie ik gisteren nog gespeeld had, en eergisteren en vorige week en vorig jaar en de vorige tien jaar. Ik zag hem voor het eerst bij daglicht. Aangezien ik hem bezwaarlijk 'stuk met drie boeren' kon doorgeven, zei ik toen maar iets over het weer en er ontwikkelde zich zoiets als een gesprek. Ton mijn stomme verbazing bleek Buurman iemand met een bijzonder onaangenaam karakter, vol vuile taal en lasterlijke praatjes. Een man die in ieder opzicht alleen maar tot weerzin kon oproepen. Gelukkig kwam lijn 1al na enkele minuten, waar hij opstapte en zodoende werd ik van zijn pijnlijke aanwezigheid verlost, maarde verbazing bleef. Jaren had ik dus doorgebracht met iemand, die ik absoluut niet bleek te kennen!

In 1994 schreef schaker en journalist Alexander Münninghoff een biografie over Donner. Een fragment uit dit boek (blz 103/104): Zijn werkgever?! ..... En dat voor iemand die niet lang daarvoor, tegen Constant Orbaan, op strenge toon had gezegd: "Voor loondienst bestaat geen enkel excuus, Constant Onthoud dat!" ...... Maar erg lang kon of wilde Donner de burgerlijk discipline niet volhouden. Hij kwam te laat, werd eenmaal slapend, liggend op een bureau aangetroffen en begon te spijbelen...... Toen de laatse smoes verbruikt was schakelde Donner over op de brute force en kondigde ijskoud aan dat hij dze dag niet zpu verschijnen. Op de vraag van IBM naar het waarom van deze beslissing zei hij: "Het is mooi weer, de zon schijnt". En op de verbaasde reaktie dat dat toch geen reden was, kwam de afmaker: "Als iedereen er zo over zou denken zou de zon nooit meer schijnen."

De laatste jaren van zijn leven schreef Donner voor NRC Handelsblad. Een hersenbloeding die het hem zeer moeilijk maakte om te spreken en te typen dwong hem tot een zeer eigen, uiterst beknopte stijl. De stukjes zijn verzameld in vier bundeltjes, Na mijn dood geschreven, Geen patiënten, Slecht nieuws voor iedereen en Als schrijver moet je veel lijden. Voor het eerste werk ontving hij in 1987 de Henriette Roland Holst-prijs.[2]

Hij was een groot bewonderaar en vriend van schrijver Harry Mulisch.

Externe links

Verwijzingen

  • Alexander Münninghoff: Hein Donner 1927–1988, een biografische schets. Uitgeverij Scheffers, Utrecht 1994, ISBN 90-5546-008-7
rel=nofollow