Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Surinaams milieurecht
Het Surinaams milieurecht is het geheel der wetten en andere bepalingen in Suriname, die gericht zijn op het beschermen van het milieu. Hiertoe worden gerekend: de milieuhygiënewetgeving, het recht betreffende de bescherming en het beheer van natuur en landschap, de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke bepalingen ter handhaving van het milieurecht en het recht betreffende natuur en landschap, privaatrechtelijk milieurecht en het internationale milieurecht.[1]
Definitie van milieurecht
Voor het bereiken van duurzame ontwikkeling van Suriname is het nuttig om de menselijke gedragingen die invloed hebben op het milieu aan regels te binden. Het Surinaams milieurecht is een instrument om dit te bereiken. Een definitie van milieurecht luidt:
„het milieurecht is dat gedeelte van het recht dat betrekking heeft op het fysieke milieu en dat kan worden toegepast om problemen van verontreiniging, uitputting en aantasting te voorkómen of tegen te gaan’”
Brussaard e.a.[2]
Geschiedenis
Op 18 december 1929 werd de Hinderwet met zeven stemmen voor en vijf tegen door de Koloniale Staten van Suriname goedgekeurd. De leden May, Dragten, Simons, Putscher en Samson stemden tegen de aanname van het wetsontwerp. De leden Kraan, Samuels, Cool, Schuitemaker, de Miranda, Snellen en de voorzitter stemden voor de aanname van het wetsontwerp. Deze wet was hoofdzakelijk gebaseerd op de Nederlands-Indische Ordonnantie en de Nederlandse Hinderwet. Het doel van de Hinderwet was het onderwerpen van inrichtingen, die gevaar, schade of hinder konden veroorzaken, aan een behoorlijk preventief en repressief overheids toezicht. [3]
In 1954 kwam de Natuurbeschermingswet 1954 tot stand. Deze wet heeft tot doel de bescherming en behoud van de in Suriname aanwezige natuurmonumenten.
Concept-milieuwet
Het Surinaams milieurecht is gefragmenteerd. Dit komt doordat milieuwetgeving per sector wordt opgesteld. Er bestaat nog geen algemeen raamwerk voor het milieu. Weliswaar is er een concept-Milieuwet. De concept-Milieuwet stelt regels vast voor het behoud, beheer en de bescherming van een gezond milieu. Enkele van de bepalingen van de concept-milieuwet hebben betrekking op: het instellen van een milieufonds, van een milieu autoriteit, milieuaudits en een zorgplicht. Toch zijn er in Suriname veel wetten die het milieu trachten te beschermen. Enkele van deze wetten zijn:
- Plantbeschermingswet (G.B. 1965 no.102)
- Natuurbeschermingswet 1954 (G.B. 1954 no 26 laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1992 no. 80)
- Bestrijdingsmiddelenwet (G.B. 1972 no. 151)
- Wet Bosbeheer (S.B. 1992 no.80).
Overheidstaak
Op grond van artikel 6 (g) van de Grondwet van de Republiek Suriname is de bescherming van de natuur en het behoud van het ecologisch belang een taak van de overheid. Artikel 6 (g) luidt:
„“De sociale doelstellingen van de Staat zijn gericht op: (g) het scheppen en het bevorderen van condities, nodig voor de bescherming van de natuur en voor het behoud van de ecologische balans”.”
Artikel 6 (g) van de Grondwet van de Republiek Suriname
Dit artikel legt een grondwettelijke basis voor de bestuursrechtelijke wetgeving en het bestuursrechtelijk overheidsoptreden in het belang van het milieu.
Internationaal milieurecht
Suriname is lid van verschillende internationale milieuverdragen, bijvoorbeeld het verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag, het raamverdrag van de Verenigde Naties betreffende klimaatverandering en het verdrag van de Verenigde Naties over het recht van de zee. Het land heeft een gematigd monistisch stelsel, dat wil zeggen dat alleen bepalingen welke naar hun inhoud een ieder kunnen binden, rechtstreekse toepassing hebben op het nationale recht.[4] Bepalingen uit internationale milieuverdragen lenen zich niet voor rechtstreekse toepassing. Bepalingen uit mensenrechtenverdragen voldoen wel aan de voorwaarde van rechtstreekse werking op het nationale recht. Burgers kunnen zich direct beroepen op de bepalingen van deze verdragen.
Het milieurecht dat in de Caribische gemeenschap Caricom wordt ontwikkeld, zal invloed hebben op het Surinaams milieurecht. Suriname is op 4 juli 1995 lid geworden van de Caribische Gemeenschap en op 1 januari 1996 van de Caribische Gemeenschappelijk markt. Caricom streeft naar een regionale aanpak van de milieuproblematiek. De individuele Caricom lidlanden hebben schaarse menselijke en financiële hulpbronnen.[5]
Instituten
De meeste ministeries hebben op grond van het “Besluit Taakomschrijving Departementen 1991” een milieutaak.[6] Op grond van deze taakstelling zijn verschillende departementen, directoraten, afdelingen en instituten van de diverse ministeries belast met de operationalisering van de milieuwetgeving. Het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (ATM) is belast met de zorg voor het coördineren van de voorbereiding van het milieubeleid en het controleren van de uitvoering daarvan. Op 15 maart 1998 werd hetNationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) opgericht. Het NIMOS heeft een rapportageplicht naar de minister van ATM en ressorteert onder dit ministerie. De statutaire doelstelling van het NIMOS zijn:
- Het doen verwezenlijken van nationale milieuwetgeving in de ruimste zin des woords;
- Het voorbereiden en doen verwezenlijken van de regelgeving inzake bescherming van het milieu;
- De coördinatie en de controle op de naleving daarvan.
Een afdeling van het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG), de Milieu Inspectie, houdt zich bezig met het toezicht en de controle van die factoren in het milieu (micro en meso) die een schadelijk effect kunnen uitoefenen op de lichamelijke ontwikkeling, de gezondheid en het voortbestaan van de mens, het verzamelen, verwerken en analyseren van milieugegevens en het voorlichten en mobiliseren van de gemeenschap met betrekking tot diverse milieu- en gezondheidsvraagstukken.[7]
Richtlijnen
Het NIMOS heeft richtlijnen met betrekking tot milieuvoorwaarden voor een aantal bedrijfstakken opgesteld. Deze bedrijven zijn: autowasserijen, visverwerkingsbedrijven, spuitinrichtingen, goud- en zilversmeden, houtzagerijen, bedrijven die petroleumproducten en chemicaliën opslaan, distribueren, verkopen en/of gebruiken, en constructie- en reparatiebedrijven. De controle op de naleving van de voorwaarden, dient minimaal twee keer per jaar te worden uitgevoerd. Deze voorwaarden kunnen naar aanleiding van nieuwe inzichten en ontwikkelingen, worden aangevuld en/ of aangepast.
Bronnen, noten en/of referenties
|