Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Jaap Koning sr.
Jacob (Jaap) Koning sr., geboren te Scheveningen op 15 mei 1907, was in hart en ziel een vakbondsman. Hij was een leider die met bevlogenheid zijn achterban verbaal wist te boeien en deze vervolgens wist aan te zetten tot (stakings)acties. Zijn achterban bestond vooral uit havenarbeiders, zeevissers en indirect bij de zeevisserij betrokkenen.
Oorspronkelijk vissersgezin
Hij kwam uit een - van oorsprong - vissersgezin. Naar oud gebruik ging een zoon meteen na de lagere school naar zee. Het gezin eiste kostwinners want in vissersgezinnen was het armoe troef. De net 12 jaar geworden Jaap werd dan ook in het late voorjaar 1919 aangemonsterd als afhouder op een logger. Risicovol, want de Noordzee was als gevolg van de Eerste Wereldoorlog nadien één groot drijvend mijnenveld geworden.
Dit bleek al weldra want enige maanden nadat Jaaps vissersleven was begonnen, kwam in augustus 1919 het bericht dat het schip waarop een broer als visser voer, tijdingloos was geworden. [1] Daar de Noordzeevisserij in de twintiger jaren van de 20e eeuw stilaan verliep door een mondiaal verlies aan afzetmarkten, besloot de inmiddels 14-jarige Jaap in 1922 over te stappen naar de koopvaardij. [2]
De 'Grote Vaart'
De koopvaardij, populair veelal de 'Grote Vaart' genoemd, bood in feite - qua leefomstandigheden - even weinig als de Noordzeevisserij. Eén ding echter was beter, het vaste loon in plaats van de afhankelijkheid van de vangsten. Jaap stapte aan boord van het ms. 'Heemskerk' van de Koninklijke Nederlandse Stoomvaart Maatschappij (KNSM). Hij werd bakkies-jongen, de loopjongen voor de bemanning en de schoonmaker van hun verblijf. Een aantal jaren bleef hij verbonden aan dit schip; de crisis maakte daar een eind aan. Tussentijds was Jaap trouwens lid geworden van het Nederlands Verbond Vakverenigingen (NVV).
Jaap viel ondanks zijn 19 jaar op door zijn rechtvaardigheidsgevoel en strijdlust, reden waarom hij - naast zijn reguliere werk - tevens aan boord vertrouwensman werd namens het NVV. [3] Dan, in 1939, de oorlogsdreiging, mobilisatie, capitulatie, krijgsgevangene, Opbouwdienst, evacuatie en tenslotte bevrijding. In de oorlogsjaren werden vakverenigingen verboden. Het NVV echter bleef overeind; het ging lonken naar de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) en benoemde de Duitsgezinde H.J. Woudenberg tot commissaris. Velen, waaronder Jaap, keerden daarom het NVV de rug toe.
NVV voortaan taboe
Na de Tweede Wereldoorlog keerde Jaap in de rang van matroos terug bij de KNSM. Hij koos in 1945 opnieuw voor een vakbond, nu de Eenheids Vakcentrale (EVC) in plaats van het NVV. Het betrof een bond die sterk aanleunde tegen de Communistische Partij Nederland (CPN). In die jaren groeide de EVC sterk in ledental, dit mede door onvrede over het uitsluiten van communisten bij en door het NVV. Een fusie tussen het NVV en de EVC mislukte in maart 1947; onder de tegenstanders van die fusie was ook Jaap Koning die in 1948 intussen door de EVC was gekozen tot bezolderd bestuurslid van de Zeeliedenorganisatie binnen de EVC.
Op 25 maart 1948 werd door ontevreden EVC'ers het Onafhankelijk Verbond van Bedrijfsorganisaties (OVB) opgericht. Jaap, nog steeds EVC'er, zocht vrijblijvend contacten met lieden van dat OVB, iets wat hem niet in dank werd afgenomen. De voortdurende onrust binnen de EVC nekte de krachten die nodig waren voor de belangen van haar leden. In 1949 stapte Jaap daarom uit de EVC en richtte samen met wat medestanders een eigen Bedrijfsorganisatie van Zeevarenden (BVZ) op. De EVC zocht weliswaar hernieuwd contact met Koning en zijn volgers maar, door ervaring wijs geworden, hielden hij en de zijnen de boot af.
Jaap Koning en de OVB
Nog was Jaaps vakbondswereldje niet uitgetrild. Zijn BVZ hervond zich in een samengaan met het reeds eerder genoemde OVB. En daarbinnen zouden zij zich blijvend nestelen. Door de voortdurende onrust tussen havenarbeiders - samen met zeelieden waaronder ook vissers - enerzijds en werkgevers anderzijds, rees de ster van Jaap Koning en zijn OVB snel daar hij steeds daadkrachtiger het boegbeeld van het OVB ging vormen. De 'rode bond' van Jaap Koning werd in het zeevaart- en visserijgebeuren een begrip, maar in de wereld van de reders een schrikbeeld.
Zo werd het bijvoorbeeld een jaarlijks terugkerend ongemak dat vissersschepen die, hetzij te IJmuiden, te Scheveningen of te Vlaardingen, vaarklaar lagen, door stakingen niet konden vertrekken. In de zeevisserij was na de oorlog (1939-1945) nauwelijks tot niets veranderd ten gunste van de vissers. De reders persisteerden nog bij hun vooroorlogse gedachtewereld. En hun vissersschepen waren een aanfluiting van alles dat voor een bemanning leefbaarheid mocht heten. In andere gevallen lag te Rotterdam of Amsterdam wel een haven plat door harde eisen van havenwerkers. En altijd was daar dan Jaap Koning - namens zijn OVB - als aanjager en als steun en toeverlaat.
OVB-terreur?
Op 18 mei 1953 brak in Scheveningen onder jonge vissers een wilde staking uit, dit vanwege een teruggang in hun inkomen. Zo'n 500 jongeren deden mee en wonnen hun staking, dankzij Jaaps OVB. Op 8 oktober 1953 staakte onder leiding van Jaap Koning het dekpersoneel van de Holland Amerika Lijn (HAL). Onbetaalde dekdiensten, door hen verricht, waren de oorzaak. Terwijl het NVV daar faalde, won Jaaps OVB het in zijn onderhandelingen met de HAL. Op 3 januari 1956 brak te IJmuiden een staking uit onder trawlvissers. Op 3 april bleken na 13 weken Jaap Koning en zijn OVB de overwinnaars. Maar het kon ook anders gaan.
Op 8 januari 1964 brak, nu te Scheveningen, een wilde staking uit onder 800 trawlvissers. De reders schoven het OVB, dat met de andere vakbonden paraat was, terzijde. Het OVB echter bleek het roer in handen te hebben want de vissers kozen de zijde van het OVB. Maar in de pers werd het OVB terreur verweten. Het werd een prestigekwestie tussen de grote vakbonden samen met de reders en tegen het OVB. De reders startten een kort geding dat door hen werd gewonnen. Immers, een geëiste dwangsom van f. 50 000.- per stakingsdag kon het OVB niet ophoesten. Een niet officieel - maar wel OVB gezind - stakingscomité trad vervolgens naar voren en uiteindelijk was na acht weken de overeenstemming daar.
Wel links, geen communist
Onterecht werd Jaap Koning door de jaren heen verweten, communist te zijn. Vooral de vakvereniging Christelijk Nationaal Vakverbond hanteerde graag dit gegeven als wapen. Het was koren op des vakverbonds molen en een gretig te hanteren schrikbeeld tijdens ontmoetingen met de rechtzinnig christelijke achterban in de kustdorpen en andere vissersplaatsen. Juist Jaaps houding ten opzichte van vakbonden die te veel verslingerd waren geraakt aan het communistische gedachtegoed, geeft aan dat hij geen vermenging wilde van vakbondswerk en politiek. Sterker nog, hij distantieerde zich van dit euvel. Zo Jaap al links georiënteerd was dan was hij een aanhanger van het gedachtegoed van de Pacifistisch Socialistische Partij.
Hoe het zij: zijn 'rode bond' was in de loop der jaren een vechtlustige luis geworden in de pels van het anti-front van directeuren en reders. Intussen waren op allerlei fronten, en zeker met name op die van de zeevisserij, veel brandende kwesties opgelost en daardoor ten goede gekeerd. [4] Op zijn 70e jaar staakte Jaap zijn openbare optredens. Wel bleef hij achter de schermen meedenken met de op dat tijdstip aan de orde zijnde problematiek, wat of waar of wanneer ook. Hij steunde daarbij de nieuw verschenen, eerder op de achtergrond opererende, man, zijn zoon Jaap Koning jr. Op 29 oktober 1994 overleed te Scheveningen de oude Jaap Koning sr. in de hoge leeftijd van 87 jaar.
Bronnen, noten en/of referenties
|