Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Garage Sluisjesdijk

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 10 aug 2014 om 09:43 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Garage_Sluisjesdijk&oldid=41792216 84.85.72.203 26 jul 2014 cov)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Garage Sluisjesdijk is een busgarage van de RET aan de Sluisjesdijk in Rotterdam. de bouw van Garage Sluisjesdijk startte in 1940 en werd door burgemeester Pieter Oud geopend op 10 april 1947. Sinds 11 december 2011 is Garage Sluisjesdijk het eindpunt van buslijn 73.

Geschiedenis

bij het bombardement van rotterdam op 10 mei 1940 werd de busgarage aan de lusthofstraat verwoest, en werden van de 88 bussen een kwart vernield of beschadigd. tot 1946 werden de bussen gestalt aan de alexanderstraat in Capelle aan den IJssel waar busonderneming M.E.G.G.A. als streekbusonderneming de lijn Rotterdam Oostplein-Kerkplein, Capelle aan den IJssel. de RET nam de lijn over en kwamen er 6 Kromhout bussen over van M.E.G.G.A.. deze bussen werden voorlopig gestald in de eigen garage van M.E.G.G.A.. feitelijk nam de RET haar tweede busgarage in gebruik. in 1946 werd deze garage gesloten. in 1940 startte de bouw van Garage Sluisjesdijk. de feitelijke bouw ondervond in de bezettingstijd veel problemen. zo werden vanaf de zomer van 1942 aan de bouw materialen ontrokken die hun bestemming in de tegen geallieerden gerichte verdedigingswerken. ook liepen door de lange bouwtijd de kosten steeds verder op. in 1943 kwamen kantoren.werkplaats en ketelhuis gereed. hierna werden slechts kleinere werkzaamheden uitgevoerd om vordering van het gebouw door de bezetter te voorkomen. maar ook een ander dreigde. de eind 1942 aangetreden N.S.B. directie trachtte de medewerking van de bugermeester te verkrijgen om aan het gebouw een andere bestemming te geven. men wilde hier ook het hoofdkantoor en de centrale tramwerkplaats (vanuit de isaäc hubertstraat) onderbrengen. overigens was die plek ook niet onbekend voor het busmaterieel; de ombouw van een aantal kromhouts uit de serie 112-132 naar trolleybus vond er plaats. Hiertoe zou het gebouwencomplex een belangrijke uitbreiding moeten ondergaan. Dit plan moet worden gezien als een poging een persoonlijk stempel van de N.S.B.-directie te drukken op dit complex om daarmee ook het vorige beleid te diskwalificeren. Het is daartoe niet gekomen, dankzij de tegenwerking die dit plan ondervond, zowel bij de gemeentelijke afdeling Financiën en Bedrijven, als door de betrokken trouw gebleven medewerkers bij de R.E.T. Niet kon echter worden verhinderd dat de Duitse Wehrmacht in april 1944 het gebouw vorderde. Met moeite werd bereikt dat een oppervlakte van circa 1000 m2 ter beschikking van de R.E.T. bleef, waardoor het mogelijk was één en ander te blijven observeren. In deze ruimte werd al snel een groter deel van de werkplaatsen van de Garage Lusthofstraat ondergebracht. De Duitsers verlieten het gebouw in september 1944 nadat zij het eerst nog op 10 en 11 november 1944 hadden gebruikt als verzamelplaats voor tijdens de razzia opgepakte mannen uit Rotterdam-Zuid. Rond die tijd bliezen ze kade- en haveninstallaties op, waardoor aan het gebouw belangrijke luchtdrukschade ontstond. Op 10 en 11 november 1944 is het gebouw nog gebruikt als verzamelplaats voor tijdens de razzia opgepakte mannen uit een deel van Rotterdam-Zuid. Met de bevrijding van Nederland bleken in mei 1945 nog 50 autobussen aanwezig waarvan een behoorlijk deel niet in rijdbare staat verkeerde. Ook de 11 uit Duitsland teruggevonden en 14 in andere plaatsen gebruikte RET bussen verkeerden in slechte staat. Hoewel het complex aan de Sluisjesdijk verre van voltooid was kon wel de werkplaats worden gebruikt om een aantal bussen weer in rijdbare toestand te brengen. Opeenvolgend werden meer delen in gebruik genomen en op 10 april 1947 kon het complex officieel door burgemeester P.J. Oud. worden geopend. De oude locatie aan de Lusthofstraat werd per 1 mei van dat haar verlaten nadat op 13 april ook de laatste bussen waren verdwenen. Jammer voor de passagiers die vanaf die locatie gebruik maakten van in- of uitrukkende bussen. Maar de RET had er veel moois voor in de plaats gekregen. Met de ingebruikname van het complex aan de Sluisjesdijk was het complete busbedrijf op één locatie samengebracht. Kantoren, werkplaatsen en ruimte voor 200 autobussen. Waar bij de ingebruikname 47 wagens aanwezig waren, waarvan 41 in de dagelijkse dienst, was er ruimte te over. Geen overbodige luxe zou al snel blijken want op 31 december 1949 werden al 132 geteld. Tijdens de watersnood van 1 februari 1953 liep ook het complex aan de Sluisjesdijk onder en werd grote schade aangericht. Het weerhield echter het busbedrijf er niet van het vervoer van passagiers van ondergelopen tramsporen ter hand te nemen en daarmee als redder in nood op te treden. Enkele jaren geleden is de toegang die vanaf het begin aan de Sluisjesdijk was gesitueerd, verplaatst naar de zijde Waalhaven.

Allan complex Kleiweg

Toen op 18 december 1958 werd besloten tot liquidatie van de Allan fabriek aan de Kleiweg zag de gemeente Rotterdam haar kans schoon om het complex voor 4 miljoen gulden over te nemen. Het doel was er de centrale tramwerkplaats en het hoofdkantoor, die tot dan aan de Isaäc Hubertstraat waren ondergebracht, te vestigen. Op 5 maart 1959 werd het definitieve besluit genomen en al in juni 1960 kon het complex gedeeltelijk in gebruik worden genomen. Het was historische grond, want de Allanfabriek, oorspronkelijk begonnen als meubelmakerij, was groot geworden met de bouw van spoorwegmaterieel, trams en bussen, van welke laatste twee er vele in Rotterdam rondreden. Niet alleen als hoofdkantoor en centrale werkplaats was de nieuwe locatie bedoeld, ook als autobusgarage, waarmee men ook (weer) op de Rechter Maasoever over een garage beschikte. In twee loodsen konden respectievelijk 30 en 60 autobussen worden ondergebracht, welk aantal later uitgebreid zou worden tot ruimte voor 200 bussen. Het nieuwe complex werd op 5 juni 1961 officieel geopend, zij het dat door personeelsgebrek er nog geen autobussen gestald konden worden. Dat kon pas op 14 januari 1963 toen de beschikbare ruimte was verbouwd en voorzien van een tankstation en een volautomatische wasinstallatie. Daarmee kon aan de op dat moment aanwezige ruim 300 autobussen voldoende, over verschillende locaties verdeeld, plaats worden geboden.

Wat er niet kwam

Het door de RET en Gemeentewerken uitgebrachte Tramplan van 1947 stond in het teken van de wederopbouw van de stad en het tramnet. Dit plan voorzag niet alleen in een groot aantal uitbreidingen van het tramnet met tramlijnen naar onder meer Schiedam, Overschie en Zuidwijk/Pendrecht, maar ook in de bouw van een grote, nieuwe tramremise annex centrale werkplaats en autobusgarage op de linker Maasoever. Het complex was gedacht aan het begin van de Dordtsestraatweg, nabij de huidige Motorstraat. Het plan is niet verder dan de tekentafels gekomen.

Thans beschikt de RET nog steeds over de gecombineerde locatie Sluisjesdijk-Waalhaven en de Kleiweg voor zowel onderhoud als stalling van de aanwezige circa 300 autobussen.

Eindpunt lijn 73

op 11 december 2011 werd het eindpunt van lijn 73 verplaatst van de dokhaven naar Garage Sluisjesdijk.

http://www.rovm-digitaal.nl/wegvervoer/ret-zie-rail-watervervoer/ret-bushuisvesting