Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Huize Godtschalck
Huize Godtschalck is een begeleidingstehuis voor kinderen en jongeren van 0 tot 20 jaar, in het dorpje Loker in West-Vlaanderen. Er kunnen in totaal 51 kinderen en jongeren opgevangen worden.
Doel
Het doel van Huize Godtschalck is om kinderen of jongeren die een problematische thuissituatie kennen, op te vangen en te begeleiden tot ze klaar zijn om terug naar huis te gaan of zelfstandig kunnen wonen.
Geschiedenis
Sint-Antoniusgesticht
In 1873 bouwt het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen van Ieper (een voorloper van het OCMW) het Sint - Antoniusgesticht in Loker. Deze gebouwen moeten dienen voor de opvang van "kranke bejaarden" uit Ieper. Dit kende echter weinig succes met leegstand tot gevolg.
Dankzij de erfenis van jonkheer Charles-Frédéric-Liévin Godtschalck kon het gesticht opgeknapt worden en werd er een weeshuis en huishoudschool voor meisjes van gemaakt.[1] Op 6 juli 1896 kwamen de eerste zes weesjes uit het Sint - Elisabethgesticht in Ieper aan samen met 2 zusters van de Heilige Vincentius à Paulo van Gits. Het weeshuis had meer succes en kon met de middelen van de Stichting Godtschalk uitbreiden.
Net voor de Eerste Wereldoorlog besloeg het gesticht meer dan 5 hectare grond en bood het onderdak aan 200 kinderen, waarvan een 60-tal jongens en de rest meisjes. de jongens verlieten het gesticht op 10-jarige leeftijd, de meisjes pas als ze meerderjarig waren (21 jaar) als ze “in eer en deugd opgebracht, onderwezen en geoefend in alle vakken der vrouwelijke bedrijvigheid” waren.
Ook andere kinderen waren welkom tegen betaling.
De Eerste Wereldoorlog
Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, ligt het gesticht ver genoeg achter het front en kan iedereen er blijven. Ook kinderen uit tehuizen in Ieper en Wijtschate worden in Loker ondergebracht.
De ruime gebouwen van het Sint - Antoniusgesticht worden tijdens de oorlog ook gebruikt als Britse medische hulpposten. Er werden verschillende gesneuvelden begraven in de tuin van het gesticht, waaronder ook het Iers parlementslid en majoor William Redmond.
Bij het Duitse Lente-offensief ligt het gesticht te midden van het oorlogsgeweld. Na enkele wissels tussen bezetter wordt het gesticht helemaal vernield.
Tegenwoordig bevindt zich op de plaats van het Sint - Antoniusgesticht, het Britse militaire kerkhof Locre Hospice Cemetery.
De wederopbouw
Bij het uitbreken van het Lente - offensief in 1918 vluchtten de zusters naar Frankrijk. Na de oorlog, in december 1918, keren enkele zusters terug naar Loker om er een voorlopig onderdak te regelen. In april 1919 staat er een eerste barak recht en in juni keren de eerste weesmeisjes terug.
In 1927 word besloten te beginnen met de bouw van het huidige gebouw. Dit gebouw bevindt zich niet op de oorspronkelijke plaats maar wel 150m dichter bij de dorpskern.
In 1928 worden de Zusters van de Heilige Vincentius a Paulo vervangen door de zusters van de Heilige Familie uit Ieper.
Net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden er 68 weesmeisjes opgevangen en zorgden er 7 zusters voor de opvang en 2 onderwijzeressen voor de studies.
De Tweede Wereldoorlog
Als de Duitsers de gebouwen van Ons Tehuis in Ieper bezetten, worden de jongens van dit tehuis geplaatst in het vernieuwde Sint - Antoniusgesticht in Loker. Ondanks de verandering van het dagelijks leven in het gesticht door de komst van de jongens (alles moest worden aangepast naar 2 geslachten), probeert iedereen ervoor te zorgen dat het leven z'n gewone gang gaat.
Na de oorlog, op 27 augustus 1945, verlaten de jongens het Sint - Antoniusgesticht en kan alles weer z'n normale gangetje gaan.
De jaren '50 en '60
In 1959 werd beslist om de uitbating van het Sint-Antoniusgesticht te staken en kwamen de gebouwen leeg te staan. De kinderen werden verdeeld over andere instelling in de provincie. Een deel van de inboedel werd geschonken of verkocht aan scholen en andere voorzieningen, maar het grootste deel ging naar Ons Tehuis in Ieper.
Na 3 jaar, in 1962, werd eindelijk een koper gevonden. De Zusters van het Geloof uit Tielt kochten de gebouwen en startten op 1 september 1962 met een nieuw initiatief voor verwaarloosde kinderen. De kinderen werden opgevangen in het verticaal, familiaal opvoedingssysteem ( d.w.z. een groepsindeling waarin men zoveel mogelijk elementen aantreft die zich ook in een natuurlijk gezin manifesteren ). Iedere groep stond onder toezicht van een zuster die dag en nacht bij haar kinderen en jongeren bleef.
De staatssubsidies waren in die tijd zeer gering, waardoor men het zich niet kon veroorloven om extra personeel aan te nemen. Als een groep de limiet van 15 kinderen en jongeren overschreed, hielpen de ouderen met de verzorging van de jongsten.
Dankzij de wet op de Jeugdbescherming van 1965 kreeg de bijzondere jeugdzorg een nieuw wetgevend kader en kwamen er nieuwe perspectieven op vlak van subsidies en personeel.
In 1966 werden de verdiepingen grondig verbouwd, elk kind kreeg zo z'n eigen kamer.
De jaren '70 en '80
In de jaren '70 vervoegde lekenpersoneel de zusters en met de jaren verminderde het aantal zusters in het tehuis. In 1971 kwam er ook nog een maatschappelijk werkster en in 1974 een orthopedagoog. Op 1 maart 1976 werd het tehuis erkend als kindertehuis door het ministerie en in 1979 werd het tehuis een vzw met een eigen Raad van Bestuur. De personeelsbezetting steeg gaandeweg naar 4 opvoedsters per leefgroep en de groepen werden kleiner. De capaciteit bedroeg 90 kinderen verdeeld over 6 leefgroepen van 15 kinderen.
In 1981 wordt 1 leefgroep omgebouwd naar een leefgroep voor jongens van 16 tot 21 jaar. Later zal men dit het T.C.K. gaan noemen, het TrainingsCentrum Kamerwonen. De bedoeling van het T.C.K is om de jongens zelfstandigheid bij te brengen.
In 1984 krijgt Huize Godtschalck de erkenning voor Begeleid Zelfstandig Wonen, met als gevolg dat in 1989 kan gestart worden met het dagcentrum de Keper in Poperinge.
De residentiële capaciteit van Huize Godtschalck wordt afgebouwd tot 51 kinderen en jongeren.
De jaren '90 tot heden
In augustus 2003 beëindigt de laatste zuster haar loopbaan in Huize Godtschalck, maar tot 2008 blijven er wel nog enkele zusters wonen.
Er worden in de loop van de jaren veel inspanningen geleverd om de infrastructuur aan te passen aan de eisen van de huidige samenleving en sinds 2006 zijn er in alle leefgroepen een laptop en draadloos internet.
Werking
Drie leefgroepen (0 tot 16 jaar)
Er zijn 3 leefgroepen waar 14 kinderen en jongeren, van 0 tot 16 jaar (max. 20 jaar), per leefgroep, opgevangen worden in een verticaal gemengd opvoedingssysteem. De 3 groepen zijn: "'t Veer", "De Lotus" en "De Klimop".
Deze groepen focussen vooral op het familiaal karakter en het gezinsgericht werken. Ieder kind of jongere krijgt een individuele begeleider toegewezen. De jongeren leven wel samen in dezelfde ruimte maar er wordt vooral individueel gewerkt. Dit gebeurt in fasen.
Fase 1 is vooral gericht op de integratie van de jongere in de groep. Ook de begeleider moet in deze fase wennen aan de nieuwe jongere.
Fase 2 is de gewenningsfase. De nadruk wordt hier gelegd op "samen doen". De begeleider toont zaken voor en kijkt wat de jongere al kan en niet kan.
Fase 3 is de intensieve leerfase. Vaardigheden en attitudes die de jongere nog niet machtig is worden hier aangeleerd.
Fase 4 is de uitgroeifase. De jongere wordt zelfstandiger en neemt afstand van het groepsgebeuren.
De doelstelling van deze 3 leefgroepen is de jongere leren omgaan met zichzelf in relatie met anderen (ook volwassenen). De begeleiding moet ervoor zorgen dat de jongere stabiliteit vindt en dat ze aanvaardbare en/of doelmatiger gedragswijzen ontwikkelen. Ook wordt er veel belang gehecht aan studiebegeleiding en vrijetijdsbesteding met het oog op integratie.
Voor de niet schoolgaande kinderen is er de afzonderlijke groep "De Step" die zorgt voor opvang en begeleiding op maat.
T.C.K. of TrainingsCentrum Kamerwonen (16 tot 20 jaar)
Maximum 8 jongeren vanaf 16 jaar kunnen hier terecht. In deze fase worden de jongeren getraind en voorbereid op volledig zelfstandig leven. De jongere woont op een studio binnen het tehuis en wordt er individueel begeleid. Er wordt gewerkt aan praktische en psycho-sociale zelfstandigheid.
De jongere kan overgaan naar T.C.K. als er goed gescoord wordt op een objectieve scorelijst die wordt ingevuld door iedere begeleider van de jongere.
B.Z.W. of Begeleid Zelfstandig Wonen (18 jaar tot 21 jaar)
Vanaf 18 jaar en na T.C.K. kan een jongere deelnemen aan Begeleid Zelfstandig Wonen. Wettelijk gezien kan dit vanaf 17 jaar, maar binnen Huize Godtschalck werd beslist dat er niet kan worden gestart met B.Z.W. voor de leeftijd van 18 jaar.
De begeleiding gebeurt onder vorm van contract voor 6 maanden, die, mits een gunstige beoordeling, kan verlengd worden. Er kunnen maximaal 9 jongeren deelnemen aan B.Z.W.
Externe links
Zie ook
- Lijst van onroerend erfgoed in Heuvelland
- Locre Hospice Cemetery
- William Redmond
- Bijzondere jeugdbijstand
- Begeleid wonen
Bronnen
|
- º Noot, Wanneer op 17 februari 1892 jonkheer Charles-Frédéric-Liévin Godtschalck sterft, schenkt hij in zijn testament zijn geld en gronden aan de Burgerlijke Godshuizen van Ieper. Voorwaarde was wel dat zijn erfenis zou dienen voor het stichten en onderhouden van een centrum voor opleiding van weeskinderen tot landarbeiders op zijn eigendom in Wijtschate. Indien er nog geld over was diende men een meisjesschool op te richten.