Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Groffen
27 juni 1605
De oudste vermelding naar de naam Groffen dateert van 27 juni 1605. Het betrof hier een akte van Merten Joossen alias Groven, te lezen als ook wel Groven genaamd. Groven was destijds een toenaam. Een toenaam was eigenlijk merendeels de vermelding naar een hofstede, gehucht of stad of een duiding naar zijn beroep en dan vooral vanuit vaders kant. Er kan worden aangenomen dat de voornaam Merten werd aangevuld met Groven als verwijzing naar Merten de grote en forse. De naam Merten kwam wel meer voor toendertijd. Bij zijn zoon Joos Mertensz. de Grove, in de geboorte- en huwelijksakte van die tijd kwamen we dan ook aan het licht dat de pastoors het patroniem voldoende vonden en de toenaam weg lieten.
Mertensz. (Merten zijn zoon)
Betekenis en uitspraak van de toenaam
Artikel 'grof' in het Woordenbook der Nederlandse Taal
(Betekenis o.a.:)
- "Met betrekking tot den natuurlijken bouw van het lichaam of van zijne deelen. Groot, zwaar; niet tenger of rank."
(Woordvormen en uitspraak:) "GROF, bnw. en bijw.; gròver en grover; grofst en groofst (grovest). (............... )
- mnl. grof; daarnevens in Zuid-Nederland groef (westvl. grouf); (.........)
Uitspr. In de gewone spreektaal behoudt de o van grof in de verbuiging en in den vergel. trap den klank (van scherpkorte o; Deel X, 3) dien zij in den onverbogen vorm heeft en slechts in verheven stijl gaat zij bij flectie en motie over in eene heldere o; immers wanneer die overgang ook in het dagelijksch leven gehoord wordt, is het alleen bij dien eenigszins deftigen spreektrant, welke een bijsmaak heeft van gemaaktheid of van betweterij. Men zegt dus in 't gewone leven: een gròve kam, gròve taalfouten maken, er met de gròve bijl inhakken, maar van den kansel, voor de balie, in eene voordracht zal men hooren van grove zonden, grove beleedigingen, een groven misslag. (Voor een dergelijk stijl- door vormverschil vergelijke men bros—broos: een brosse taartkorst; het broze leven).
Naast gròve, gròver, grofst en grove, grover, grovest (groofst), twee oorspronkelijk tot verschillende dialecten, thans — in de algemeene taal — tot verschillende stijlen behoorende vormenreeksen, kennen de noordnederl. tongvallen ook nog eene derde reeks: groffe, groffer.
— Aanm. Spelwijzen als grofve, grofver zijn te beschouwen als kwalijk geslaagde pogingen om de verbogen enz. vormen met scherpkorte o voor te stellen; trouwens bruikbare middelen om de onvolkomene ò in een open lettergreep af te beelden kent onze spelling niet (verg. bochel, rochelen)."
- Woordenboek der Nederlandsche Taal 1894
- http://groffenw.home.xs4all.nl/T28d.html
- http://groffenw.home.xs4all.nl/Pagina28.html
Bronnen, noten en/of referenties
|