Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Busmaterieel van Centraal Nederland (deel 1)
Een gedetailleerd overzicht van het busmaterieel van de voormalige streekvervoerder Centraal Nederland die in juni 1973 ontstond uit een fusie tussen Maarse & Kroon en NBM. Een gedetailleerd overzicht van het busmaterieel van de voormalige streekvervoerder Centraal Nederland. De bussen in dit overzicht zijn ingebracht door Maarse & Kroon en NBM.
Bussen met geknikte voorruit
26, 27, 32, 37, 39, 50-52 (Leyland Tiger Cub/Verheul)
In 1954 nam Maarse & Kroon de eerste negen Tiger Cub-bussen (1-9) in dienst; de laatste vier in december 1960. De 50-52 en de 57 werden rondom de semitoers 53-56 (uit 1955) genummerd en misten de schuifraampjes van hun voorgangers; ook hadden ze andere bankjes. Van de vier vijftigers werd de 57 in oktober 1972 afgevoerd voor sloop. De 50-52 hebben met vijf andere soortgenoten (26, 27, 32, 37, 39) wel de beginperiode van CN gehaald. In 1974 werden ze allemaal afgevoerd. De 32 werd verkocht aan Cats Heemskerk en is na meer dan 35 jaar teruggevonden; hij zal worden teruggebouwd tot MK-bus.
420?-42?? (Leyland Royal Holland Coach-Verheul LV)
In 1958 nam NBM een serie Verheul-semitoers in dienst waarvan de 4204 later aan ZO werd verkocht. Bij de overgang naar CN verdwenen de resterende exemplaren al snel uit beeld. In 1974 werden de 4205 (juni) en de 4207 (oktober) als laatste afgevoerd.
4450-4455, 4457-4458 (Leyland Royal Holland Coach-Verheul LV)
In 1958 nam de NBM tien Verheul-lijndienstbussen in dienst. De 4450-4459 werden in Zeist geplaatst, maar in 1964 werd het laatste vijftal op de Hilversumse stadslijnen ingezet; hiervoor waren ze echter niet geschikt en dus vervangen door bolramers.
In september 1970 werden de 4456 en de 4459 geel geschilderd en aan BSM verkocht; vanaf 1 januari 1971 droegen ze het embleem van de Zuidooster. De overige exemplaren werden ook geel geschilderd, de 4451 volgde pas na de excursie op de afscheidsdag (1 juni 1973).
Door de materieelverschuiving bij CN kwamen de 4450-ers met ingang van de winterdienst 1974/1975 vanuit Amsterdam te rijden; ze gingen spitsdiensten draaien op de Bijlmerlijnen 56 en 58. De 4453 ging in april 1975 als eerste buiten dienst om vijf maanden later te worden afgevoerd voor sloop; de 4454 volgde in december. Vier wagens (4450 en 4451 te Hilversum, 4452 en 4455 te Zeist) stonden toen ook buiten dienst; de 4452 werd opgelegd en de 4455 afgevoerd voor sloop. De 4457 en de 4458 gingen in februari 1976 naar Zeist waar alleen laatstgenoemde z'n carrière mocht afsluiten. In maart werden de overige exemplaren vanuit Hilversum naar het CAB gebracht.
Overige bussen
177, 179, 180, 182, 183, 185, 187-190 (Leyland Royal Tiger Worldmaster Worldmaster/Verheul)
Tussen 1956 en 1961 bestelde MK drie series van in totaal 26 eendeursbussen; 165-178 (september 1956-mei 1957), 179-186 (april-mei 1959) en 187-190 (maart-september 1961).
Dit bustype was zeer geliefd bij de chauffeurs, maar de afvoer begon al op negenjarige leeftijd. De 169 (oktober 1965) en de 165 (juni 1966) verdwenen als eerste uit beeld. In 1967 kwamen negen wagens aan de beurt; 166, 167 (januari), 173, 176 (februari), 170, 172 (augustus), 168 (september), 171 en 186 (oktober). Hun chassis werd hergebruikt voor de 426-445. Daarna volgden de 178 (november 1968), 184 (mei 1971) en de 175 (december 1971). Met het afscheid van de 181 in januari 1973 bleven er nog maar elf bussen over die de beginjaren van CN hebben gehaald. De 185 ging al na twaalf dagen buiten dienst en werd aan een particulier verkocht die hem onderbracht in de MAGIC bus organisatie. De 185 bestaat nog steeds en bevindt zich thans te Ruigoord. Het is niet bekend of hij nog inzetbaar is.
Nadat ook de 177 uit beeld verdween werden de 179, 183, 185 en de 187-190 in september 1974 afgevoerd. De 182 bleef als laatste tot begin 1975 in dienst; vanwege een tekort aan onderdelen stond hij zijn motor af en nadat hij zelf een nieuwe motor kreeg werd de 182 in december 1975 aan de MUSA geschonken.
72-77, 87-90, 100, 101, 191-198 (Leyland Royal Tiger Worldmaster/Verheul)
In 1960-61 werd een serie van twintig voorstadsbussen met middendeur afgeleverd; ze werden om ouder materieel heen genummerd. Uiterlijk vielen ze op door de aluminium-band rondom de carrosserie. De 72-77 kwamen in september, de 87-90 in oktober, de 100 en de 101 in november 1960 en de 191-198 in 1961. Allemaal haalden ze de overgang naar CN. Ze werden toen vergeeld en bleven op de voormalige MK-lijnen rijden. De 76 kreeg in 1975 door gebrek aan ruilonderdelen de motor van de 182.
In hun laatste jaren werden ze ingezet voor personeelsvervoer van en naar Schiphol. De 90 stond eind 1975 als eerste buiten dienst en werd in oktober 1976 naar de sloper gebracht. Datzelfde jaar was het ook einde oefening voor 74, 76, 87-89, 193 (december) en de 195. Van de overige exemplaren wisten de 73, 101 en de 198 het tot 17 oktober 1977 vol te houden; ze werden in Zeist buiten dienst gesteld en kregen gezelschap van de 75, 191 en de 197. Ondertussen werden de 72 en de 76 naar de sloper gebracht. De 197 en de 198 kwamen voorjaar 1978 weer in dienst vanuit hun nieuwe verblijfplaats; de 197 een paar dagen in april en de 198 als lesbus. De 73 werd in november 1978 aan de Stichting Veteraan Autobussen geschonken en in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht.
201-220 (Leyland Royal Tiger Cub/Verheul)
Speciaal voor de rustige plattelandslijnen langs B-wegen werd in 1962-64 een serie besteld van twintig bussen, met een beperkte breedte van 2.20 meter, op het lichte Royal Tiger Cub chassis. Deze misten het aluminium. De 201-203 kwamen in september, 204 in oktober, 205-208 in november, 209 en 210 in december 1962, 211 en 212 in februari en april 1963 en de overige acht bussen in februari 1964.
De 201 werd in september 1972 aan de NBM verkocht en bij die gelegenheid vergeeld. De 202, 207 en de 216 volgden bij de overgang naar CN waar, net als later bij NZH/Midnet en Connexxion, een materieelverschuiving in werking trad waardoor bussen van MK en NBM in elkaars inzetgebied gingen rijden. De overige 200-en bleven op eigen terrein maar zagen de eindstreep naderen. De 214 werd in juni 1974 als eerste afgevoerd, de 215 volgde in januari 1975. De 201 keerde diezelfde maand terug naar Aalsmeer waar hij tijdelijk zijn motor inleverde om toch weer voor drie maanden in dienst te komen. Ook de 218 kreeg een tweede ronde terwijl de 217 in juni als derde naar de sloper ging. De 201, 204, 213, 218 en 219 werden in november afgevoerd, de 206, 209, 211 en de 212 in december 1975. Acht exemplaren (202, 203, 205, 207, 208, 210, 216 en de buiten dienst staande 220) haalden de eerste maanden van 1976. Overblijvers 202 en 207 gingen naar Rhenen om hun onderdelen af te staan en vervolgens in Maurik onder de sloophamer te eindigen.
301-308 (Leyland Royal Tiger Cub/Hainje)
In 1963 werd een serie van acht semitoerbussen geleverd. De beplating was van aluminium en ze hadden geen aparte uitstapdeur. De 301 kwam in mei, de 302 in juni, de 305-308 in juli en ten slotte kwamen de 303 en de 304 in september en oktober. Bij de overgang naar CN kwamen ze om leeftijdsredenen niet meer in aanmerking om te worden vergeeld, en in december 1975 werden de eerste drie exemplaren (301, 303, 304) afgevoerd. De 305-308 stonden toen ook buiten dienst. De 307 werd in de zomer van 1976 als laatste afgevoerd. Een afscheidsexcursie zat er niet meer in daar de wagen al verkocht was en niet meer voor derden beschikbaar was.
401-425 (Leyland Royal Tiger Worldmaster/Roset)
Deze bussen vormden een verdere ontwikkeling van de 301-308 en hadden ook aluminium beplating. Zij waren gebouwd op een zwaarder Worldmaster-chassis en hadden een uitstapdeur achter de achteras. De 401-415 kwamen tussen januari 1965 en januari 1966 in dienst, de 416-420 in oktober 1966. De resterende vijf exemplaren werden pas in mei (420-422) en juni 1967 (423-425) afgeleverd.
Vanaf 3 mei 1969 werden de 400-en vaste wagens op de nieuwe integratielijnen 65 en 66 (Amsterdam - Amstelveen); ze werden hierbij afgewisseld door hun nummergenoten van het GVB.
Met de komst van de brede-instap-Leylands 1601-1612 (en de Amsterdammers 1-17) in 1971 ging de serie weer streekdiensten rijden.
Vanaf april 1972 ondergingen de bussen een metamorfose; ze werden vergeeld met polyester beplating (waarbij de grille niet langer zichtbaar was) en voorzien van dakclignoteurs.
De 402 reed begin 1978 enige tijd vanuit Hilversum en diverse exemplaren brachten hun laatste dagen in Rhenen door. De 413 werd na zijn buitendienststelling museumbus bij de MUSA en kreeg zijn oorspronkelijke gezicht terug.
426-445, 501-510 (Leyland-Verheul VBW10)
Al in maart 1966 begon de levering van twee vervolgseries. De 426-445 waren zelfdragende Verheul-bussen gebouwd met gebruikmaking van de Worldmaster-componenten van de gesloopte series 110-115, 126-127 en 165-190. De semitoers 501-510 arriveerden in april (501, 502) en mei 1966 (503-505); de overige vijf in dezelfde maanden van 1967 (506 en 507 in april, 508-510 in mei). Van de 426-ers kwam de 445 in januari 1968 als laatste in dienst.
De 509 en de 510 gingen in mei 1973 naar NBM in ruil voor de Caravan-semitoers 5158-5160. Een jaar later keerden ze als CN-bussen terug naar Aalsmeer. De 426-441 gingen in 1974 in de revisie, de 442-445 en de 501-506 in 1975, en de 507-510 in 1976.
Eind jaren 70 kregen diverse exemplaren, waaronder de 433, gele kentekens.
Met de komst van de brede-instap-DAF's 8249-8257 verhuisden de 501-510 naar Rhenen. Ook voor de 426-ers waren er veranderingen op komst; de 439 werd in november als eerste afgevoerd. De 431, 434 en de 438 werden in 1979 aan de DVM verhuurd in verband met een garagebrand in Emmen. Hierdoor konden de opgelegde 433 en 437 weer in dienst komen.
De 426, 443 en de 444 werden in 1980 aan de FRAM verhuurd; de 444 werd ingezet voor stadionvervoer en dusdanig vernield door voetbalsupporters dat hij terug moest naar CN en daar terzijde werd gesteld. Voorts werden de 440 en de 445 aan het GVA verhuurd; de 445 werd er later vervangen door de 437.
551-555, 556-558 (Leyland Royal Tiger Worldmaster/Roset)
Speciaal voor MK en GTW werd een semitoerbus met enkelbladsdeur ontworpen. MK bestelde acht exemplaren die tussen mei en augustus 1968 werden afgeleverd; 557 (mei), 552, 553, 555, 558 (juni), 551, 554 (juli) en 556 (augustus). Bij CN kregen de bussen de oranje kleurstelling van Central Holland; in 1977 (552) en 1978 (551, 552-558) (552) werden ze geel geschilderd en voorzien van dito kentekens. De aluminiumkleurige band werd dan weer oranje. De 551-558 bleven in dienst tot aan de omhoognummering van de ex-MK-lijnen in 1981.
Jonckheere bussen
855-861 (Leyland Royal Tiger Worldmaster/Jonckheere)
In 1971 nam NBM elf bussen over van de N.V. v/h Fa. Wed. A.W. de Haas en Zn. te Veenendaal die tussen 1963 en 1967 bij de Belgische busbouwer Jonckheere waren aangeschaft en hun eigen nummers behielden. Bij de overgang naar CN verdwenen de 856 en de 857 als eerste uit beeld; de 855, 859 en de 860 kwamen in 1974 bij het Hilversumse bedrijf Marketing Service terecht. De 858 en de Zeister 861 bleven tot resepctievelijk 1975 en 1977 in dienst.
863-865 (Leyland Royal Tiger Worldmaster/Jonckheere)
Naast de toerwagens werden er ook vier lijnwagens aangeschaft van hetzelfde type dat ook in dienst was bij het Nijmeegse stadsvervoerbedrijf CVD. Bij de overgang werden de 864 en de 865 oranje geschilderd.
De 862 en de 864 reden vanuit Zeist, de 863 en de 865 vanuit Rhenen. De 863 ging in 1976 buiten dienst en na de afvoer van de 864 en de 865 in 1977 hield de 862 het vol tot april 1978.
Bolramerbussen
11 meter bussen
4651-4660, 4673-4692, 4708-4713, 4768-4779, 4785-4802, 4811-4820, 4874-4883, 4893-4901 (Leyland-Werkspoor LE-WS)
De "Bolramer" was een van de voorlopers van de standaard streekbus; van 1957 tot 1964 nam de NBM 155 exemplaren in dienst. Ze waren legergroen maar begin jaren 70 werden ze bijna allemaal geel geschilderd. Bij de overgang naar CN werden de groene wagens afgevoerd, met uitzondering van de in 1974 te vergelen 4811. Datzelfde jaar verdwenen 16 exemplaren uit beeld; 4799 (januari), 4708, 4875 (maart), 4777 (juni), 4689, 4771 (augustus), 4794 (september), 4710, 4688 (oktober), 4711, 4779, 4772, 4818 (november), 4896, 4713 en 4786 (december).
De 4710 werd geplukt (dus ontdaan van vitale delen als motor en versnellingsbak) en aan één van de grondleggers van MUSA verkocht. Nadat de 4710 werd gecompleteerd met ruilonderdelen, werd deze door de vrijwilligers weer groen geschilderd in de gastvrije werkplaats van Enhabo in Zaandam.
In 1975 werden er tien wagens afgevoerd; 4654, 4660, 4674, 4676, 4678, 4687, 4801 (januari), 4673 (februari), 4798 (mei), 4773 (november). De 4692, 4776, 4778 en de 4789 stonden tegen het einde van het jaar buiten dienst; in 1976, samen met de 4788, 4883 (oktober), 4658, 4675, 4789, 4796 (november), 4680, 4686, 4691, 4802, 4813, 4819, 4898 en de 4900. Na de rentree van de 4775, 4790 en de 4791 waren er nog maar 30 dienstvaardige exemplaren over. De verdeling was;
- Rhenen: 4681, 4769, 4874, 4876-4878
- Amsterdam: 4770, 4774, 4775, 4790 en 4791
- Hilversum: 4785, 4787, 4795, 4797, 4800, 4811, 4812, 4815, 4816, 4820, 4894, 4895, 4897, 4899
- Zeist: 4880-4882, 4893, 4901
De 4770 en de 4774 verhuisden al snel naar Hilversum ter vervanging van de 4894 en plukbus 4787. De 4900 uit Rhenen trof hetzelfde lot; de 4880 uit Zeist nam tijdelijk zijn plaats in.
De 4775 werd in de nacht van 6 op 7 januari 1977 uitgeschakeld door een verbrande voorkant. Zijn buurman 4791 raakte licht beschadigd en werd wel hersteld om zijn laatste dagen in Zeist door te brengen. De 4895 ging er begin augustus buiten dienst om al snel te worden afgevoerd, net als de vanuit Hilversum overgekomen 4820.
De 4769 verruilde Rhenen voor Hilversum, de 4880 en de 4881 gingen vanuit Zeist naar Amsterdam voor dienst op de Bijlmerlijnen 56 en 58 waarvan het afscheid (15 oktober) snel in zicht kwam. Speciaal voor deze gelegenheid werd de 4710 ingezet als volgwagen achter GVB-standaard 432.
Daarna gingen de 4791 (buiten dienst) en de 4880 (terug) naar Zeist/Utrecht. De 4769, 4770 en de 4811 stonden tijdelijk buiten dienst, de 4797 definitief. Vanaf januari 1978 was de verdeling van de 13 resterende exemplaren;
- Rhenen: 4769, 4770, 4874, 4876-4878
- Hilversum: 4811, 4812, 4815
- Zeist/Utrecht: 4880, 4882, 4893, 4901
De 4876 werd in Zeist buiten dienst gesteld, en de 4816 maakte zijn comeback in Rhenen. Lang duurde dat niet, want met de komst va de 501-510 uit Aalsmeer moesten de Bolramers vertrekken; alleen de 4770 en de 4874 mochten blijven. Eerstgenoemde kwam in september weer in dienst na tijdelijke opleg. Ook de Hilversummers 4812 en 4815 en het Zeister drietal 4880, 4882 en 4893 gingen nog even door. Daarvan bleven uiteindelijk alleen de 4880 en de 4893 over; ze haalden in 1980 een diensttijd van 20 jaar.
7003-7052 (Leyland/Van Hool LE-HO)
In 1961-62 verschenen 50 Bolramers die door Van Hool gebouwd waren en een panoramische achterruit hadden. Al in hun NBM-tijd hadden ze veel last van corrosie. Bij CN werden de 7008, de 7016 (november 1974) en de 7013 (mei 1975) als eersten afgevoerd. In 1976 verdwenen ook de 7009, 7012, 7020-7023, 7025-7028, 7030-7032, 7034, 7035, 7037-7043, 7009, 7018 (oktober) en de 7046 (november) uit beeld. De bankjes werden hergebruikt voor de vergeelde 5158-ers.
De verdeling van de 22 resterende exemplaren was
- Zeist: 7003-7007, 7010, 7011, 7014, 7015, 7017, 7033, 7036, 7044, 7049-7051
- Rhenen: 7019
- Hilversum: 7024, 7029, 7045, 7047, 7048
Tegen het einde van het jaar gingen ook de 7024, 7045, 7047, 7050, 7052 (november), 7003, 7004 en de 7019, buiten dienst.
In 1977 was het gedaan met de serie; eerst werden de 7033, 7051 en de 7055 afgevoerd, daarna de 7007 en de 7046 Zeist. De 7017 werd aan een particulier verkocht, en de 7030 ging in oktober 1978 als laatste naar de sloper.
12 meter bussen
7550-7558 (Leyland-Werkspoor LE-WS/Den Oudsten)
7559-7561 (Leyland-Verheul LV/Den Oudsten)
De eerste 12 meter lange bussen van de NBM kwamen in 1964 in dienst; ze hadden bredere middendeuren en begonnen van achteren op de CSA 1-standaardbus te lijken. Omdat Den Oudsten nog ervaring moest opdoen met zelfdragende bussen hebben Werkspoor en Verheul aan de bouw een bijdrage geleverd. Begin jaren 70 werden ze geel geschilderd en voorzien van dakclignoteurs; na de overgang kwamen ze door de materieelverschuiving in Amsterdam terecht. Speciaal voor de Bijlmerlijnen 56 en 58 werden ze bij de hoofdgarage van het GVB (Jan Tooropstraat, Amsterdam-West) van een stempelautomaat en mobilofoon voorzien. De 7560 werd in 1976 als eerste afgevoerd; de 7550 leek vanwege een defect de volgende te worden, maar werd hersteld in Zeist en keerde terug naar Amsterdam. Voor de 7551 en de 7556 was het wel afgelopen nadat ze in de nacht van 6 op 7 januari 1977 op de openluchtstalling aan de Veemarkt geheel uitbrandden. De 7552 werd in Zeist buiten dienst gesteld; de 7559 werd daar afgevoerd en de 7561 stond nog te wachten op wat komen ging.
Vanaf oktober 1977 waren er nog maar vijf exemplaren over; de 7550, 7553 en de 7554 vanuit Amsterdam, de 7557 en de 7558 vanuit Hilversum. De 7553 reed in april 1978 als eerste Bolramer op lijn 67. De 7554 verhuisde diezelfde maand naar Hilversum waar hij in november werd afgevoerd.
Semitoerbussen
251 (Leyland Royal Tiger Cub/Roset)
Ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum van MK in februari 1963 bouwde Roset (Bergen op Zoom) een door Akkermans (Oud Gastel) ontworpen VIP-bus. De bus kwam in dienst onder het nummer 251 en de naam Jules Verne. Bij de overgang naar CN werd hij oranje geschilderd. De 251 ging in 1977 buiten dienst en werd aan oud-directeur W.G. Maarse jr. verkocht die hem onderbracht bij de Stichting Veteraan Autobussen alwaar hij in zijn oorspronkelijke staat werd teruggebracht.
701, 702 (Leyland Panther/Roset)
In 1966-67 nam MK vier luxe semitoers in dienst met keuken toilet (vandaar de blinde achterdeuren) en een achterin liggende heckmotor. De 701 en de 702 werden in september 1966 afgeleverd, de 703 en de 704 in, respectievelijk, januari en februari 1967. Die laatste twee hebben het maar vijf jaar volgehouden, want in maart en april 1972 werden ze in omgekeerde volgorde aan Kors verkocht. De 701 en de 702 zijn wel meegegaan naar CN waar ze oranje werden geschilderd. In oktober en december 1976 werden ze op tienjarige leeftijd afgevoerd voor sloop.
751 (GMC Eagle/Bus & Car)
In oktober 1966 nam MK een zilvergrijze toerbus in dienst van Amerikaans/Belgisch fabricaat. De 751 werd vooral ingezet voor vervoer van Amerikaanse toeristen. Bij de overgang werd hij oranje geschilderd om in 1976 op tienjarige leeftijd buiten dienst te gaan.
7350, 7351 (Fiat 625/Van Hool 320R)
In 1967 schafte MK twee minitoerbusjes aan op Fiat-chassis. De 151 en de 152 werden in 1971 op vierjarige leeftijd weer ingeleverd bij Van Hool. Waarschijnlijk zijn ze toen doorverkocht aan de NBM waar ze de ESO-nummers 7350 en 7351 kregen. Bij de overgang naar CN werden ze oranje geschilderd, en door de materieelverschuiving keerde de 7350 terug naar zijn vroegere inzetgebied. In 1976 gingen de busjes buiten dienst en werden ze verkocht.
252 (Fiat 625NP2/Van Hool)
Ter vervanging van de 151 en de 152 nam MK in april 1971 deze grotere Fiat in dienst. De 252 werd bij de overgang naar CN oranje geschilderd en was tot 1977 in dienst.
Bronvermelding
- Maandblad HOV (1958-2000)
- Weekblad d' Amsterdamse Tram
- Autobuskroniek
- Het begon met de Kloek, Hans van der Wereld & Hans Nieuwerkerk, Europese Bibliotheek Zaltbommel 1999 ISSN90-288-141-9
- De Eeuw van de NBM, Ferry Bosman 1993
- Van Kloek Tot Caravan