Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Antonio Lolli
Antonio Lolli (Bergamo, 1725 (?)[1] – Palermo, 10 augustus 1802) was een Italiaans violist en componist.
Loopbaan
Lolli stamde uit een familie van musici. Hij was een van de toonaangevende Italiaanse violisten van de 18e eeuw. Hij had weinig of geen les gehad en was min of meer autodidact. Zijn grote voorbeeld was Giuseppe Tartini. Tussen 1758 en 1774 was hij solo-violist bij het Stuttgarter hoforkest, een positie die hem in staat stelde een uitgebreide tournee naar Wenen, Parijs, Duitsland, Nederland en Italië te maken. Catharina II van Rusland nodigde Lolli uit om een hoge positie te bekleden in Sint-Petersburg. Tijdens zijn verblijf aldaar reisde hij naar Scandinavië, Nederland (o.a Utrecht en Amsterdam) en weer naar Duitsland om daar concerten te geven. Hij vertrok uit Sint-Petersburg vanwege de klimatologische omstandigheden. In 1794 werd hij eerste dirigent aan het Koninklijk Hoforkest in Napels. Lolli stierf in Palermo, Sicilië, in 1802.
Composities
Van Lolli zijn acht vioolconcerten bekend, waarvan concert no. 7 in G majeur het bekendst is. Andere werken zijn onder andere zes sonates (duetten) Op.9 voor twee violen (1785), drie bundels van zes sonates voor viool en basso continuo (1760, 1769, 1767), en 36 Capriccio's voor solo viool , maar ook de didactische L' école du Violon en Quatuor (1784). Zijn zoon Filippo Lolli (geboren in 1773 in Stuttgart, datum van overlijden onbekend) was bekend als cellist. Lolli zelf stond bekend om zijn "droge" stijl vol speciale violistische effecten.
Vioolconcerten
- 2 concerten, op. 2 (E majeur en C majeur; 1764, Parigi)
- 2 concerten, op. 4 (A majeur en B majeur; 1766, Parigi)
- 2 concerten, op. 5 (E majeur en D majeur; 1768, Parigi)
- 7e vioolconcert (G majeur; 1775, Parigi)
- 8e vioolconcert (D majeur; 1776, Parigi)
- 4 overige vioolconcerten
Kamermuziek
- 6 sonates voor viool en basso continuo (ca. 1760, Amsterdam)
- 6 sonates voor viool en basso continuo (ca. 1767, Parigi)
- 6 sonates voor viool en basso continuo (1769, Amsterdam)
- 5 sonates en een divertimento voor viool en basso continuo (1776, Berlino)
- 6 sonates voor twee violen (op. 9, ca. 1785, Parigi)
Viool solo
- 36 Capriccio's
Literatuur
- G.B. Rangon: Saggio sul gusto della musica col carattere de' tre celebri sonatori di violino i signori Nardini, Lolli, e Pugnani (Livorno, 1790)
- C. von Dittersdorf: Lebensbeschreibung (Lipsia, 1801)
- C.F.D. Schubart: Ideen zu einer Äesthetik der Tonkunst (Vienna, 1806)
- G. Bertini: Dizionario storico-critico degli scrittori di musica (Palermo, 1814–5)
- E. Hanslick: Geschichte des Concertwesens in Wien (Vienna, 1869)
- J.W. von Wasielewski: Die Violine und ihre Meister (Lipsia, 1869)
- J. Sittard: Zur Geschichte der Musik und des Theaters am württembergischen Hofe (Stoccarda, 1890-91)
- L. Torchi: La musica istrumentale in ltalia nei secoli XVI, XVII, e XVIII (Torino, 1901)
- P. Stoeving: Some Forgotten Virtuosi of the Violin: Antonio Lolli, The Musician, pp. 279–81 (1913)
- A. Moser: Arcangelo Corelli und Antonio Lolli: zwei künstlerische Ehrenrettungen, pp. 415–27 (1920-21)
- A. Moser: Geschichte des Violinspiels, pp. 286–8 (Berlino, 1923)
- M. Pedemonte: Sei Sonate di Antonio Lolli copiate da un violinista genovese sconosciuto, in Rassegna dorica, pp. 121–4 (1936-7)
- W.S. Newman: The Sonata in the Classic Era, pp. 238–40 (Chapel Hill, 1963)
- N.K. Nunamaker: The Virtuoso Violin Concerto before Paganini: the Concertos of Lolli, Giornovicchi, and Woldemar (dissertazione, Indiana University, 1968)
- A. Mell: Antonio Lolli's Letters to Padre Martini, pp. 463–77 (1970)
- K.M. Stolba: A History of the Violin Etude to about 1800, pp. 180–217 (New York, 1979)
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º De geboortedatum is niet zeker. Hij zou volgens sommige bronnen op 77-jarige leeftijd zijn overleden, hetgeen betekent dat hij in 1725 zou zijn geboren. Over deze hypothese wordt gespeculeerd. Een zekere Guelli beweerde in een van zijn geschriften dat hij 75 laar oud zou zijn geworden en dat zijn geboortejaar dus 1727 zou zijn. Fétis plaatst zijn geboortejaar ergens tussen 1728 en 1733. Een biografie in de Allgemeine musikalische Zeitung van 1799 heeft het over 1740.