Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Wereldscholen

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 29 mrt 2023 om 22:26 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Wereldscholen&oldid=64003251 Zjef.B 16 mrt 2023)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Wereldscholen [1] was een brede maatschappijkritische beweging die opkwam voor meer sociale rechtvaardigheid in de wereld en de eigen omgeving, vooruitgang voor iedereen.

Mensen uit verschillende sectoren van de samenleving organiseerden solidariteitsacties rond verschillende thema’s en ontwikkelden alternatieve projecten, die voor een deel nog steeds voortbestaan.

  • 1968-1970 Van Gemeenschap en Ontwikkeling tot Wereldscholen

In 1968 kwam priester Jef Ulburghs, afkomstig van Zolder, terug naar Limburg omwille van de splitsing van het bisdom Luik en de oprichting bisdom Limburg. Jef had bijna 20 jaar ervaring opgedaan in Wallonië en pionierswerk gedaan als pastoraal werker in arbeidswijken in de Luikse regio, in Grace-Berleur en Seraing. Hij solidariseerde zich via activiteiten met jongeren en volwassenen, mijnwerkers, migranten, thuislozen.

Als volgeling van Cardijn (de stichter van de KAJ) , vond Jef vorming en bewegingsopbouw cruciaal voor maatschappelijke ontvoogding. (zie ook Cardijn op youtube)

In Wallonië stond hij aan de wieg van enkele  nieuwe sociale experimenten :  “Communauté et Développement”,  “Communautés Scolaires” en «  Institut de Culture Ouvrière ISCO “.

Terug in Limburg wilde Jef in de geest van die tijd nieuwe vormen van pastoraal en sociale inzet verkennen.

Op initiatief van Jef Ulburghs werd in de loop van het voorjaar 1969 wekelijks een informele ontmoetingsgroep gestart met studenten van de PHIV (Prov. Instituut voor Verpleegkunde uit Hasselt) en enkele trekkers van de Katholieke Arbeidersjeugd KAJ.

Uit die ontmoetingen werd onder  impuls van Jef eind 1969 Gemeenschap en Ontwikkeling opgericht.

De start was een Congres in Luik op 22-23 november 1969 met deelname van mensen uit Vlaanderen en Wallonië. Voor Wallonië waren dat mensen van Communauté et Développement. Voor Vlaanderen waren daar de mensen van de startgroep bij en Herman Wuyts van UCOD (University Clearing Office for Developing Countries, die werkte rond de derde wereldproblematiek)  

UCOD zal in de eerste jaren van Wereldscholen een belangrijke rol spelen als aanspreekpunt voor studenten aan de Katholieke Universiteit.

Mijnstaking. Op maandag 5 januari 1970 brak in de bovengrond van Winterslag een staking uit die zeer snel uitdijde naar Waterschei, Zolder, Beringen, Houthalen en het met sluiting bedreigde Eisden. Na een week waren 23.000 Limburgse mijnwerkers in staking. Studenten die in september 1969 in de mijn werkten, hadden samen met jonge mijnwerkers van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ) een invloedrijk pamflet aan alle Limburgse mijnen uitgedeeld. Jef Ulburghs en vrienden van KAJ en G&O steunden deze staking. Dit tot groot ongenoegen van het destijds oppermachtige ACV en het bisdom. Door de steun aan die wilde staking werd de nieuwe beweging G&O als crypto communisten afgeschilderd, temeer omdat de studenten die de staking mee kwamen steunen logement vonden op het centrum van de Bouworde in Heusden, waar ook het secretariaat was van G&O.

Deze massale staking die ook schokgolven gaf bij Ford Genk, Keramo Hasselt en andere bedrijven is ook de start van “AMADA” (Alle Macht aan de Arbeiders) naar analogie van “Mijnwerkersmacht “ wat de leiding van de mijnstaking had overgenomen van de vakbonden.

Gedurende vele jaren moest G&O en later Wereldscholen kampen met de rivaliteit van AMADA, want beiden zochten naar een nieuwe basis en sociale dynamiek, waarbij AMADA al vrij vlug het Marxisme-Leninisme omarmde en later  met het “Rode Boekje” het Maoïsme.

  • 1970-1975 De eerste jaren van Wereldscholen en  nieuwe organisaties

Bij de oprichting van een nieuwe universiteit in Limburg hield Jef Ulburghs bij diverse instanties een pleidooi voor een volksuniversiteit cfr “ L’ Institut Supérieur de Culture Ouvrier  ISCO.” Omdat zijn ideeën niet ernstig genomen werden is hij met mensen van “Gemeenschap en Ontwikkeling” en gelijkaardige initiatieven zoals Alfa Turnhout (met Erik De Clerck) en Werkcentrum Lier (met Jan Kets) in september 1970, bij begin van het academiejaar,  gestart met  een project “Wereldscholen”. (Een school als motor voor cultuurverandering, gemeenschapsvorming en maatschappelijke emancipatie. School en maatschappij, leren en werken, lokaal en globaal verbinden, mensen permanent scholen tot kritische burgers en samen een maatschappelijke beweging vormen voor vernieuwing, dat was de droom van de stichters.°

De eerste groepen werden dan ook Cicli genoemd, of vormingskringen.

Ondertussen was ook onder impuls van Herman Kuppers en zijn vrouw Berte Ketelslegers, de Wereldwinkel van Hasselt gestart.

(Een van de eerste acties van Wereldscholen was pleiten voor een goed ontwikkelingsbeleid voor de “ Derde Wereld” tegen de voorstellen van Minister Scheyven om Ontwikkelingssamenwerking onder te brengen bij het Ministerie van Buitenlandse zaken.)

Midden 1970 verschijnt het eerste nummer van “Doorgeefkrant” van G&O. Hierin is er sprake van 7 groepen in Limburg: Sint Truiden, Tongeren, Kermt, Lanklaar, Veldwezelt, PHIV Hasselt en Heusden en wordt Leen Lunders de eerste vrijgestelde en wordt gewerkt met regionale contactpersonen. De beweging kent een heel snelle groei omdat ze blijkbaar inspeelde op de behoefte van die tijd naar vernieuwing en verandering.

Van 16 tot 25 augustus 1971 organiseerde Wereldscholen reeds een eerste internationaal seminarie met vertegenwoordigers uit diverse landen met als thema “Opvoeding tot bevrijding” of “Education à la libération” waarvan het verslag in het Nederlands en het Frans werd gepubliceerd. Daarbij werden ook stages georganiseerd in Lanklaar, Kermt, Tongeren, Heusden, Eisden, Turnhout, Borgerhout, St. Niklaas en Luik.

In 1971 nam Jef Ulburghs deel aan de internationale UNCTAD-Conferentie in het Chileense Santiago. Daar hield hij een hongerstaking en haalde de wereldpers. Hij klaagde in eigen land en internationaal de groeiende noord-zuidkloof aan.

De internationale solidariteit was van in het begin een vast onderdeel in de werking van Wereldscholen. Daaruit volgen meerdere deelnames van Jef en mensen van Wereldscholen bij de opeenvolgende Unctad Conferenties: Nairobi, Boekarest, Manilla… Later volgde de actie Brasil Export. De strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika met AKZA uit Leuven. Aandacht voor belangrijke evoluties in Ontwikkelingslanden, zoals de onafhankelijkheidsstrijd in Angola en Mozambique, het experiment Nyerere met “selfreliance”, Shramadana beweging in Sri Lanka enz…

In 1972 is er een nieuw internationaal zomertreffen in Wolfsturn, een kasteel in Zuid Tirol. Bij die zomerseminaries zal men altijd mensen uitnodigen van derde Wereldlanden of mensen die daar werken.

Men werkte in de beginjaren in Vlaanderen én in Wallonië. Ook waren er contacten met Nederlands Limburg, met name in Roermond waar ook Wereldscholen werd opgericht. Door contacten met de WW in Sankt Vith verscheen ook een voorstelling van WS in het Duits. Wereldscholen Roermond heeft zelfs langer bestaan dan Wereldscholen in Vlaanderen en heeft ook een goed secretariaat gehad zodat van verschillende “cycli” en van hun contactblad heel veel materiaal bewaard is.

Eind 1972 verschijnt een voorstellingsbrochure van de beweging Wereldscholen in het Nederlands en in het Duits. Deze beschrijft zeer goed de beweging zoals ze in die beginjaren werkt. In februari 1973 verscheen een het eerste nummer van het bewegingsblad Brandnetel.

In die periode ontstaan onder invloed van Wereldscholen en Amada grote spanningen in klassieke Jeugdbewegingen zoals KLJ en Jong-Davidsfonds, waar het tot ontslagen komt van vrijgestelden en afscheuring, waardoor enkele leiders van deze bewegingen aansluiten bij Wereldscholen.

Uit een fusie van UCOD Leuven, ex-Jong Davidsfonds, AktieKomite Zuidelijk Afrika AKZA, ontstaat ook dat jaar Centrum voor Vorming en Actie (CVA) in Leuven. (Dit is zeer rijk gedocumenteerd in het boek “Van Vlaams katholiek naar Maatschappijkritisch” De geschiedenis van het Davidsfonds” van K. Brysbaert. Zij besluit dat CVA de erfgenaam is van het Jong Davidsfonds p. 131).

Wereldscholen vraagt subsidies aan bij het Ministerie van Cultuur (als sociaal-culturele vereniging) en kan zo een nationaal secretariaat openen in Hasselt in de Maastrichterstraat en Guido Rombouts zal samen met Leen Lunders deze dienst uitbouwen, gekoppeld aan de Wereldwinkel. Nadien zullen secretariaten met vrijgestelden volgen in Brussel, Gent en Leuven.

Die zomer was er weer een internationaal treffen ditmaal op het centrum van de IBO in Heusden.

In september 1973 ging Arbeidsuniversiteit van start in Limburg met 30 deelnemers, dat een lange vormingscyclus aanbood van 4 jaar: drie zaterdagnamiddagen per maand, soms een avond en een weekend. Doel was een degelijke maatschappelijke vorming te geven aan mensen die geen kans hadden gehad tot hogere scholing. Arbeidsuniversiteit gaf hiermee ook “kadervorming” voor animatoren, vrijwilligers die een actieve rol in Wereldscholen activiteiten en projecten opnamen. Voor sommigen bood het ook “sociale promotie”, deelname aan diplomagerichte opleidingen en betaalde functies in het sociale werkveld.

In 1974 opent Wereldscholen in Hasselt het Hendrikshuis als een ontmoetingscafé en vergaderruimte.  

In juni verschijnt het contactblad Brandnetel de eerste keer op groot formaat en wordt een heel overzicht gegeven van de uitgangspunten en methode van WS, ook volgt een zeer bondige voorstelling van alle “cycli” die op dat moment actief zijn in Noord-Midden- en Zuid Limburg. Is er een werking van verschillende groepen in Brussel en Leuven, zijn er 7 cylci in Oost- en West Vlaanderen en is ook in Antwerpen de beweging actief geworden.

Op het Internationaal Zomerseminarie dat jaar in de Jugendakademie in  Walberberg  nabij Bonn, werd besloten om een permanent secretariaat te starten voor de internationale uitwisseling en samenwerking tussen nieuwe sociale bewegingen: het Internationaal  Ontmoetingscentrum – Mouvement d’Animation de Base, of IOC-MAB.

In april 1975 werd Jac De bruyn hiervoor aangesteld als eerste vrijgestelde.

  • 1975-1978 De groei en verschillende gedaanten van Wereldscholen

Op 5 oktober 1975  houdt Wereldscholen een eerste Congres in het Cultuurcentrum van Zolder om zijn visie, doelstellingen, strategie en organisatie vast te leggen en publiek te maken.

Achteraf waren de meningen over dit eerste (en enige) congres verdeeld. Enthousiasme over de hoofdlijnen van de analyse, strategie, methode en organisatie van Wereldscholen, ook over de grote opkomst (500 deelnemers). Teleurstelling over de ingebrachte resoluties, waarover onduidelijkheid en tegenstellingen naar voor kwamen. Sommigen noemen dit congres achteraf het begin van het einde.

Wereldscholen groeide echter meer dan ooit in de volgende jaren, maar kreeg steeds meer verschillende gedaanten.

  • Wereldscholen als “basis-beweging”

Steeds meer mensen schaarden zich achter de visie en aanpak van Wereldscholen en werden actief binnen het groeiend aantal activiteiten en alternatieve projecten (zie deelalternatieven). Afgestudeerde dokters wilden een gezondheidspraktijk starten in de buurten waar Wereldscholen actief was. Afgestudeerde landbouwingenieurs richten een alternatieve geitenboerderij op, in solidariteit met de Afrikaanse boeren. Advocaten richten een wetswinkel op voor gratis juridisch advies. Andere studenten wilden hun stage en/of burgerdienst doen bij projecten van Wereldscholen. Vrouwen richten een vrouwenhuis op, voor ontmoeting, vorming en hulpverlening. Kunst en Cultuur werd ingezet als wapen voor bewustwording en maatschappelijke verandering.

Naast hun inzet in lokale projecten namen deze vrijwilligers, animatoren deel aan een groot aantal solidariteitsacties: ondersteunen van stakers van bedrijven die opkwamen voor hun belangen, acties rond stemrecht voor migranten, betogingen tegen kernwapens en overheidsinvesteringen in straaljagers, etc… Persoonlijke inzet en engagement was zeer groot.

  • Deel-organisaties gegroeid vanuit Wereldscholen, kenden hun eigen sterke ontwikkeling

CVA ontwikkelde zich als maatschappijkritische jongerenbeweging met acties rond brede thema’s waarrond ook Wereldscholen actief was met daarnaast eigen thema’s zoals jeugdwerkloosheid. Zij hadden hun eigen tijdschrift en ontwikkelde zich ook als jeugddienst die lokale groepen ging ondersteunen en eigen projecten initieerden.

In samenwerking met de jeugdwerking in Zwartberg (Genk) werd een Europees project uitgevoerd, het bouwen van een jeugdhuis in samenwerking met (migranten)jongeren uit de buurt. In Hasselt werd een doppersatelier opgezet, met activiteiten voor jeugdwerklozen.

Arbeidsuniversiteit werd verbreed tot Vorming tot Bevrijding, een  gesubsidieerd vormingscentrum dat naast de vierjarige opleiding voor Wereldscholen animatoren (Arbeidsuniversiteit), ook korte programma’s aanbood. Vorming tot Bevrijding (VTB) werkte vanuit dezelfde visie en ambities van Wereldscholen, de eerste vormingswerkers kwamen uit de Wereldscholen beweging. VTB gaf ondersteuning aan de vormingsbehoeften van lokale projecten en bereikte ook nieuw publiek die een introductie kreeg over de thema’s die aan de orde waren.

IOC-MAB kende eveneens een forse groei, met een groeiend aantal medewerkers, dienstweigeraars, stagiaires, vrijwilligers en betaalde medewerkers. Naast de algemene internationale uitwisseling bijeenkomsten werd ook in de diepte gewerkt. Verschillende thema’s werden bestudeerd via studiewerk en internationale praktijk-werkbezoeken, waardoor inspiratie werd gegeven aan vernieuwde projecten. Een werkbezoek aan de huurderssyndicaten in Frankrijk gaf inspiratie aan de oprichting van het eerste Huurderssyndicaat in Vlaanderen (Genk). Een werkbezoek vanuit Nederland gaf inspiratie aan buurtwerkers uit Den Bosch om daar een wijkgericht gezondheidscentrum te starten. Er werd studiewerk gedaan rond zelfbeheer experimenten in het buitenland, wat voeding gaf aan het denken over zelfbeheer in Vlaanderen. Werkbezoeken aan coöperatieven in Frankrijk en Spanje gaf inspiratie voor mensen binnen Wereldscholen om deze ideeën te verwerken in eigen projecten. Werkbezoeken en uitwisseling tussen India en Vlaanderen gaf wederzijds voeding aan het fair trade denken en praktijken. Dossier zelfbeheer

  • Wereldscholen als “organisatie”

De grootste aandacht en energie van Wereldscholen “animatoren” ging naar de lokale basis-projecten, de brede solidariteitsacties en de uitbreiding van activiteiten in deelorganisaties. Hierdoor werd minder tijd geïnvesteerd in de organisatiestructuren van Wereldscholen, zoals GAP (gewestelijke animatieploeg) en NAP (nationale animatieploeg). Het was ook niet altijd duidelijk wat de functie was van GAP en NAP, naast inhoudelijke uitwisseling en organisatie-administratieve verantwoordelijkheden. Het belang van basiswerk stond voorop. Over de manier waarop Wereldscholen als beweging en organisatie ook meer maatschappelijke invloed kon krijgen rond de grotere, structurele problemen was er weinig duidelijkheid. Hierover werd verschillend gedacht: sommigen vonden dat dit vanuit de lokale werkingen en projecten moest groeien, andere vonden dat Wereldscholen meer politieke standpunten moest vertolken. Er werd weinig geïnvesteerd in de verbinding tussen de verschillende basisgroepen en  alternatieve projecten. Er waren geen gemeenschappelijke ontmoetingsdagen.

  • 1978-1983 Het langzame einde van de organisatie Wereldscholen

Hellingsjaar

In 1978 werd vanuit de organisatie Wereldscholen (GAP en NAP) een “hellingsjaar” georganiseerd, dat meer duidelijkheid moest brengen over de “koers” als organisatie. De invulling van het hellingsjaar werd gedirigeerd vanuit het NAP en ging in de richting van Wereldscholen als “politieke organisatie”. Animatoren werden militanten genoemd, die veel uitdrukkelijker strategische analyses en standpunten moesten ontwikkelen en uitdragen.

Op de achtergrond speelde de vraag of Wereldscholen een vormingsbeweging (met klemtoon op basiswerk) moet zijn of een politieke beweging (en dus ook zich sterker politiek moet profileren). De meningen hierover waren sterk verdeeld tijdens het eerste hellingsweekend in 1978. Ook bleek dat er hieromtrent grote verschillen waren tussen de “gewesten” (Limburg, Antwerpen, Oost-West-Vlaanderen, Leuven).

Tijdens het hellingsjaar namen steeds meer lokale basiswerkingen afstand van het gebeuren op nationaal niveau. Deze groepen wilden zich vooral lokaal ontwikkelen en verbreden.

Aan het einde van het “hellingsjaar” werd besloten dat Wereldscholen een beweging moest zijn, die basiswerk ondersteunt. Tegelijkertijd moet meer aandacht worden besteed aan het naar buiten treden, het uitdragen van de visie (basissocialisme) en standpunten van Wereldscholen. Hiervoor moeten militanten en basiswerken worden samengebracht rond “sectoren” (thema’s), om van daaruit te werken aan een “volksmacht”. De bestaande structuur (GAP-NAP) wordt vervangen door een stuurgroep die deze koers moet uitzetten en faciliteren.

De keuze voor de politiek

De besluiten van het hellingsjaar formuleerden een compromis, dat er geen was. Het keuze tussen vormingsbeweging en politieke beweging werd niet gemaakt, was ook moeilijk te maken. Velen wilden meer politiek-maatschappelijke invloed, maar de verdeeldheid (onduidelijkheid) over het hoe bleef bestaan.  

Begin 80-er jaren maakten verschillende “leiders” (gezichtsbepalende figuren van Wereldscholen) hun eigen keuze wat betreft het zoeken naar meer maatschappelijke invloed in de politieke arena. Jef Ulburghs geraakte geïnspireerd door de “Doorbraak” gedachte die werd gelanceerd vanuit een groep politici uit de Vlaamse Socialistische Partij (SP). Zij wilden als partij meer aansluiting zoeken met personen uit de christelijke zuil (vakbond, mutualiteit, verenigingsleven, kerk), die kritiek hadden op hun eigen partij (de toenmalige CVP). Jef koos om als onafhankelijke via Doorbraak, mee te doen met de lokale (en later ook Europese) verkiezingen. Hij hoopte meer maatschappelijke invloed te krijgen (lokaal en bovenlokaal), de almacht van de CVP (vooral in Limburg) te doorbreken. Hij was in de voorgaande jaren voortdurend gedwarsboomd door de christelijke zuil.

De keuze van Jef voor Doorbraak werd niet door iedereen in de vormingsbeweging Wereldscholen op gejuich onthaald. Sommigen vonden dat Wereldscholen politiek onafhankelijk moest blijven. Andere vonden dit een slechte keuze was, omdat in hun gemeente, stad, regio de SP niet als vooruitstrevende partij functioneerde. Vandaar dat sommige anderen  kozen voor een andere partij. In Alken en Antwerpen sloten basiswerkers en animatoren van Wereldscholen aan bij het toenmalige Agalev (nu Groen), o.a. Frans Swartele in Alken. Enkele militanten kozen voor revolutionaire partijen zoals RAL (de revolutionaire arbeidersliga) en PVDA. Een militant uit Brussel koos voor een functie als redacteur van het KP-weekblad (Vlaamse communistische partij). De politieke verdeeldheid was groot, maar het overgrote deel van de basiswerkers wilde uitdrukkelijk politiek onafhankelijk blijven.

Het einde

De verdeeldheid binnen Wereldscholen – zowel betreffende koers als de politieke keuzes die werden gemaakt – veroorzaakte een crisis binnen de organisatie Wereldscholen. Vele animatoren trokken zich volledig terug in hun eigen projecten en deelorganisaties. Jef nam omwille van zijn politieke keuze ontslag binnen de organisatie Wereldscholen, maar bleef actief in het basiswerk in Limburg.

Er was groeiende kritiek op de rol van Limburg in de organisatie: het nationaal secretariaat van Wereldscholen en veel deelorganisaties waren gevestigd in Limburg. In Limburg bestond veel sympathie voor de keuze die Jef Ulburghs had gemaakt, in andere regio’s kreeg deze keuze veel weerstand.

Om dit te doorbreken werd besloten om het secretariaat te verhuizen naar Antwerpen. Het personeel in Hasselt werd ontslagen en vervangen door twee nieuwe nationaal verantwoordelijken. Er werd gekozen om een nieuw elan te zoeken, via een beperkt thema: zelfbeheer en coöperatieven. Uiteindelijk kon niet meer worden voldaan aan de subsidievoorwaarden als sociaal-culturele organisatie, waardoor de organisatie Wereldscholen werd ontbonden.

  • 1983-2020 Het voortbestaan van de “alternatieven” en het maatschappelijk engagement

Ondanks het einde van Wereldscholen als organisatie, bleven vele oud-Wereldscholen animatoren actief binnen hun alternatieve projecten. Hun “identiteit” als Wereldscholen verdween. Er werden ook nieuwe maatschappelijk betrokken projecten opgezet door mensen die hun inspiratie haalden uit Wereldscholen. Wereldscholen bestaat niet meer, de inspiratie en het engagement leeft verder.

  1. º Gebaseerd op teksten van een nog niet gepubliceerde website over 50 jaar Wereldscholen.