Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dominee Wawelaar

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 15 dec 2019 om 01:01 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dominee_Wawelaar&oldid=55176603 1 dec 2019 2001:981:ff98:1:d439:5191:f94e:fe79 1 dec 2019)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Dominee Wawelaar is een personage uit het boek Max Havelaar van Multatuli. Hij komt slechts twee maal ter sprake in hoofdstuk negen en hoofdstuk zestien. Zijn achternaam is een archaïsch vorm van het begrip wauwelaar, wat zoiets als geleuter betekent.

Hoofdstuk 9

Batavus Droogstoppel houdt een preek voor zijn zoon Frits die volgens hem onder kwade invloed staat van zijn stagiair Ernst Stern en het manuscript van "Sjaalman". Hij houdt Sjaalman voor als iemand die niet deugt. Droogstoppel oppert dat Sjaalman ooit eens op de Westermarkt een Griek sloeg, maar verzwijgt tegelijk dat Sjaalman dit deed omdat de Griek een vrouw lastig viel. Bovendien was Droogstoppel er ook bij en deze sprak de Griek niet aan of schoot Sjaalman te hulp toen deze het moeilijk kreeg met de Griek. Hij zegt tegen zijn zoon Frits dat hij meer moet luisteren naar dominee Wawelaar die zegt dat de Javanen arm zijn omdat ze heidenen zijn. Alleen mensen die in de christelijke God geloven, worden beloond op Aarde en later in het hiernamaals. Ook zegt Droogstoppel dat dominee Wawelaar heeft geopperd dat Javanen hard aan het werk zetten juist goed is omdat ze zodoende dichter tot God komen. Hij zei dat Wawelaar ooit zei dat er Javanen zijn die een vals profeet aanbidden, een profeet die God ijdel gebruikt. Hiermee bedoelt de predikant de islam mee. Maar er waren ook Javanen die een nog slechter geloof hadden. Zij aanbidden meerdere goden en maakten daar zelfs beelden van, wat toch tegen ieder geloof indruist, zelfs tegen de foute islam. Dominee Wawelaar trad in details over het heidense ongeloof van zulke Javanen en één der vrouwelijke kerkgangers viel flauw bij het aanhoren van de omschrijving. Maar dan zegt dominee Wawelaar dat de Nederlanders de Javanen kunnen redden van hun eeuwige straf in de hel. Het is in zesdelige stappenplan ingedeeld. 1) het geven van geld aan de zendelingenvereniging. 2) het ondersteunen van Bijbelgenootschappen zodat zij Bijbels uitdelen op Java en ze voorlezen. 3) het ondersteunen van militaire trainingen van het Koninklijk Nederlands-Indische Leger zodat zij orde en regelmaat kunnen behouden op Java. 4) het schrijven van evangeliën die zendelingen aan de Javanen kunnen voordragen 5) het steunen van een koloniaal bestuur op Java. Dit doet men als volgende: a) sluit moskeeën en heidense tempels op Java. b) laat Nederlandse matrozen, soldaten en zendelingen trouwen met inheemse meisjes zodat er een gemengd ras ontstaat die de belangen van Nederland behartigen. c) opium verbieden aan de Javaan of aan de Nederlander op Java. d) Javanen moeten Nederlands als eerste taal aannemen. e) Javanen moeten met harde arbeid dichter tot God komt. En tenslotte 6) meer geld schenken aan de zendelingenvereniging. Frits merkt op dat deze zesde stap dubbel is en dat hij het niet mee eens is. Droogstoppel merkt verder op dat dominee Wawelaar heeft gezegd dat als de grond op Java niet vruchtbaar genoeg is, Nederland de Javaan naar een betere plek moet sturen. Nederland mag de Javaan de verplichte arbeid die ze dichter tot God brengt niet ontzeggen als goed christen zijnde.

Hoofdstuk 16

In deze hoofdstuk is dominee Wawelaar bij Droogstoppel op de koffie gekomen en heeft de predikant zich beklaagd over de verwaandheid van wiens zoon Frits en dat dit allemaal voortkomt door de kwade invloed van Sjaalman's manuscript. Wawelaar zegt dat Frits hem mateloos ergerde omdat hij overal een weerwoord op heeft en zelf gezegd had dat hij de Bijbel zou wegwerpen. Droogstoppel heeft zich met Wawelaar verzoend door een extra duit aan de zendelingenvereniging te schenken dat uit Frits' spaarpot kwam.