Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Holwinde (borg)

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 11 jul 2017 om 22:50 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Holwinde_(borg)&oldid=49364448 28 jun 2017 Martijn425 28 jun 2017)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Holwinde (eertijds ook wel: Sybrandaheerd) was een borg in het gelijknamige buurtschap bij het Groningse dorp Rottum. De borg werd waarschijnlijk gebouwd in het midden van de 17e eeuw en werd gesloopt omstreeks 1770.

Geschiedenis

De naam Holwinde was oorspronkelijk de naam van de streek, deze naam echter is overgegaan op de Sybrandaheerd te Holwinde. De heerd lag in het kerspel Usquert, maar behoorde tot de rechtstoel van Zandeweer. Deze rechtstoel was onderverdeeld in 36 ommegangen, de Sybrandaheerd was met drie ommegangen een van de grotere. Er werd al gesproken over de Holwinsterheerd in 1558. Toen verkochten Reyner Fockens en zijn huisvrouw Aechte de Holwijnsterheerd met grond en toebehoren aan Tonnys Feltken en zijn huisvrouw Grete. In 1587 verkocht Hayo Manninga de heerd, die zijn vrouw Dutmer Rengers ingebracht had, welke ook als 'de Holwinde' aangeduid werd. Voor deze verkoop mat Gerrit Hopper de grond op: 130 grazen met 33 jukken. Holwinde werd opnieuw verkocht in 1601, ditmaal bij executie. De heerd was toen in het bezit van Tonnys Jacobs en was 177,5 gras groot. Het geheel werd gekocht door Herman Sickinghe, getrouwd met Beele Clant. Sickinghe, afkomstig van de borg Ungersma te Uithuizermeeden, was al reeds in het bezit gekomen van de op de heerd liggende rechten. Hij had ze namelijk geërfd van zijn moeder Anna Gisens. Deze had zij gedeeltelijk gekocht in 1578 van Hayo Manninga en Dutmer Rengers namens Wolter Huinge en Anna Rengers. In het klauwboek Tjassens wordt dan ook gesproken over de Rengers' rechten.

Na het overlijden van Herman Sickinghe verviel Holwinde bij de boedelscheiding van 1616 aan zijn dochter Wobbe (ook Beele genoemd) en haar man Ludolf Heerma. Destijds werd de heerd verhuurd aan meier Siabbe Allers. Siabbe verkocht in 1617 zijn behuizing en melkkamer te Holwinde aan Ludolf Heerma. Het huis en de bijbehorende grond behoorden nu beide aan Heerma en hij heeft de heerd waarschijnlijk omgebouwd tot borg of er een borg gesticht. Johan Sickinghe had de heerlijkheid en de gerechtigheden geërfd, maar hij schonk deze aan zijn zus Wobbe. Ludolf en Wobbe woonden op Holwinde en waren rooms-katholiek. Ludolf kreeg samen met zijn zussen Ave en Jantyen in 1607 toestemming om in de Ommelanden het katholicisme te belijden. Toch steunden zij het geloof wel; op de buitensingel verrees namelijk een bidkapel, deze werd nog vermeld in 1701. Ook was het huis het toevluchtsoord voor de jezuïetenpater Franciscus Mijleman. Een van de kamers van het Holwinde was als huiskapel ingericht en hier werd dagelijks de mis opgedragen, niet alleen voor de katholieke bewoners van de borg, maar ook voor katholieken in de omgeving. Pater Mijleman overleed in 1667 en werd bijgezet in de grafkelder van de Heerma's in het koor van kerk van Usquert. Vervolgens kwam Holwinde in het bezit van hun zoon Tjaert of Theotardus. Na zijn overlijden rond 1706 verkreeg zijn zoon Johan Dominicus, uit Tjaerts tweede huwelijk met Tjaertje Clant, de borg in het geheel in 1713 doordat de medeërfgenamen hun deel in de borg aan hem verkochten. Bij Holwinde hoorden een hof, gracht, singel, bomen, plantages, ommegangsredgerrecht van Zandeweer, dijkrecht en landerijen.

Johan Dominicus overleed in 1742 en zijn vrouw Clara Ernestina Francisca Gramaye in 1760. Zij overleefden hun kinderen echter en daarmee kwam Holwinde in het bezit van Joost Jan van Goltstein, de zoon van Clara Ernestina's zus en haar man Steven van Goltstein, heer van Nieuw- en Oud-Folkerda te Bedum. Joost Jan werd in 1761 dan ook vermeld als heer van Folkerda en Holwinde. Hij kwam met Mello Alberda van Nijenstein tot een overeenkomst over de verdeling van het jachtgebied rond Zandeweer. Van Goltstein bezat namelijk één van de 36 ommegangen en Alberda van Nijenstein bezat de andere 35, waarvan twee op Holwinde. Van Goltstein liet de borg in hetzelfde jaar verkopen, inclusief 45 grazen land. De verkoop is naar alle waarschijnlijkheid niet doorgegaan, want in 1768 liet bood zijn zoon Steven Adolf de borg opnieuw te koop aan. Ditmaal op afbraak tot de keukenmuur. Uit de opgemaakte inventaris van de bezittingen van Steven Adolf en zijn overleden vrouw Alida Ernestina van Ripperda uit 1773 bleek de borg reeds gedeeltelijk afgebroken te zijn en de bomen reeds gekapt. De opbrengst van het vrijgekomen materiaal en het hout was ƒ1100. Het stenen poortgebouw met genoeg ruimte om een aantal volgeladen wagens te stallen werd rond 1830 afgebroken door de toenmalige eigenaar van de boerderij Holwinde, J.J.Bolhuis. Naast het poortgebouw bevond zich een gemetselde trap naar de gracht.

Bestand:Kadasterkaart Kantens B 2 (minuutplan) door F.F.N. van Hulten (1832) - Rottum-Oost.jpg
Kadasterkaart uit 1832 met bovenaan v.l.n.r. de omgrachte boerderijen: Holwinde, Langenhuis en Elswerd. Holwinde en Langenhuis worden van elkaar gescheiden door het Holwindermaar.
Bestand:Kaart van het Usquerder en Holwinder jachtveld (1800-1850).jpg
Kaart van het Usquerder en Holwinder jachtveld.

Ligging

Holwinde bevond zich te midden van de dorpen Uithuizen, Doodstil, Rottum en Usquert, een kleine kilometer ten zuiden van Oldorp. Evenals de naburige boerderij Langenhuis, was de borg gelegen aan het Holwindermaar, ook wel Helwerdermaar welke later overgaat in de Meedstermaar. Aan dit maar heeft de streek zijn naam mogelijk ook te danken. 'Hol' betekent mogelijk 'laaggelegen' of 'moerassig' en 'winde' zou betrekking hebben op een wending; 'wat een gebogen vorm heeft'. Bij de borg kwam de Oude Tocht ook uit op het Holwindermaar, maar door verkavelingen omstreeks 1970 is deze tocht uit het landschap verdwenen. Het terrein van de borg is redelijk verhoogd met een hoogteverschil van een halve meter tot een meter ten opzichte van de naastgelegen percelen. De borg had een langwerpige borgstee van zo'n 55 bij 150 meter. Holwinde zal op het noordelijke gedeelte gestaan hebben met het front naar het westen. De borg werd omringd door een gracht van 60 voet breed en 14 voet diep en een singel. De bidkapel bevond zich op de westelijke singel en van deze kapel zijn ook fundamenten teruggevonden.

Huidige situatie

Tegenwoordig bevindt zich op de voormalige borgstee een boerderij. De grachten zijn nog geheel intact, er is enkel een dam aangelegd die dienstdoet als oprit. Op 28 december 1941 werd de boerderij door vliegtuigbommen getroffen en deze is vervolgens afgebrand. De boerderij werd in 1947 herbouwd. In het kader van het project Verborgen borgterreinen werden door Landschapsbeheer de erfbeplanting en de lindelaan van Holwinde hersteld.

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Holwinde op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
53°23′34″N, 6°39′5″E