Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Anna Bijns

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 5 jun 2012 om 09:26 (nog verschuivingen, formuleringen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Titelblad van Anna Bijns’ „Refereinen”, 1528

Anna Bijns (Antwerpen, 1493 - 1575) was een Antwerps (Zuidnederlands) refreindichteres en ’schoolmeesteres’. Zij was de eerste auteur in de Nederlandse literatuur die haar grote succes vooral dankte aan de drukpers. Haar kenspreuk was: „Meer suers dan soets”.

Leven en werk

Anna Bijns was de oudste dochter van Lijsbeth Voochs en Jan Bijns Lambertsz, een kleermaker. Zij had nog een jongere zuster Margriete en een broer Maarten. Het gezin leefde en werkte samen in in de kleermakerswinkel „De Cleyne Wolvinne” aan de Grote Markt van Antwerpen. Het was haar vader die haar de liefde voor de woordkunst bijbracht. Er is van hem een ’referein’ bekend en hij bewoog zich binnen rederijkerskringen. Mogelijk nam Anna zelfs anoniem deel aan onderlinge wedstrijden binnen de kamer.[1] Na de dood van haar vader en het huwelijk van haar zus opende Anna Bijns samen met haar broer Maarten een school in Antwerpen.

Het wordt dikwijls gesteld dat zij katholieke non of begijn was, maar de historische bewijzen daarvoor zijn niet duidelijk.

Van 1536 tot 1573 was Anna Bijns „schoolmeesteres” in ’Het Roosterken’, waar ze bleef lesgeven in catechese, lezen, schrijven en rekenen totdat ze 80 jaar oud was. Zij was een van de zeldzame vrouwen die deel uit mocht maken van de broederschap van onderwijsgevenden.

De Franciscanen moedigden haar aan om haar werk, Chambres de Rhétoriques (Rederijkerskamers) te publiceren. Later kreeg ze ook erkenning van renaissance-humanisten, die haar loofden als een van de bestverkopende Nederlandse auteurs van de 16e eeuw.

Haar werk bestaat uit religieuze en moraliserende gedichten, polemische refreinen tegen Maarten Luther, liefdesgedichten en verschillende satires. Hoewel ze dichtte in de trant van de rederijkers mocht ze als vrouw zelf geen lid van dat genootschap worden.

Tijdens de reformatie verdedigde de rechtlijnig katholieke Bijns de katholieke ’moederkerk’ tegen wat zij als ketterse veranderingen beschouwde. Ze zag met name Maarten Luther als de baarlijke duivel. In Nederland werd ze als een verdedigster van de contrareformatie beschouwd en werd ze vergeleken met Filips van Marnix van Sint-Aldegonde. De Protestanten, die meenden hun eigen heil in de hand te kunnen nemen door zelf de Bijbel te lezen, werden door haar bespot:

„’Schrifture wordt nu in de taveerne gelezen,
In d’een hand d’evangelie, in d’ander den pot’”.

Zij was ook een notoir tegenstander van het huwelijk. Het door anderen als heilig geachte en vurig vereerde huwelijk beschreef ze met de woorden: „Wreed huwelijk!”. Ze spotte openlijk met de volgens haar naïeve meisjes die zich zonder na te denken in een huwelijk stortten, en noemde hen ’sletten’ en ’zwervers’. Getrouwde vrouwen werden destijds als rolmodellen van de maatschappij gezien. In Bijns’ visie waren zij de belichaming van frivoliteit en domheid. Nog groter was haar afschuw voor de mannen in de samenleving, die in haar ogen niets leken te doen dan drinken en onnodig misbruik maken van hun vrouwen.

„Och! dat pack des houwelycx is alte swaer;
sy wetent openbaer diet hebben gedragen.
Een vrouwe lydt menigen ancxt & vaer,
als een man, hier oft daer, gaet druck verjagen,
drincken & spelen, by nachten by dagen
— Fragment uit Anna Bijns’ gedicht
„Het is goet vrouwe syn, veel beter heere”

Haar werken

  • Dit is een schoon ende suverlick boecxken inhoudende veel scoone constige refereinen (Antwerpen 1528).
  • Refereinen, A. Bogaers e.a. ed. (Rotterdam 1875).
  • Nieuwe refereinen, W. J. A. Jonckbloet e.a. ed. (Gent 1886).
  • Onuitgegeven gedichten'’, A. Soens, ed. Leuvensche Bijdragen 4 (1902) 199-368.
  • Schoon ende suverlijc boecxken, L. Roose ed. 2 delen (Leuven 1987) [facsimile editie].
  • ’t Is al vrouwenwerk. Refreinen, H. Pleij ed.(Amsterdam 1987).

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

  • Schenkeveld-Van der Dussen e.a. red., Nederlandse literatuur. Een geschiedenis (Groningen 1993) p. 126-130.

Voetnoten

rel=nofollow

Literatuur

  • L. Roose, Anna Bijns, een rederijkster uit de hervormingstijd (Gent 1963).
  • H. Pleij, ’'1512: Antwerpse maagd wint aanmoedigingsprijs op Brussels rederijkersfeest – De grootste rederijker is een vrouw, Anna Bijns’', in: M.A. Schenkeveld-Van der Dussen e.a. red., Nederlandse literatuur. Een geschiedenis (Groningen 1993) 126-130.
  • J. Oosterman, Literatuur in Antwerpen omstreeks 1493. De bakermat van Anna Bijns, Literatuur 13 (1996) 155-160.
  • H. Pleij, Jonckbloets romantische versie van Anna Bijns, in: K.D. Beekman e.a. ed., De as van de romantiek (Amsterdam 1999) 189-199.
  • J. Oosterman, Jenneken Verelst en Anna Bijns. Nieuws over handschrift Leiden, UB, BPL 1289 en zijn inhoud, Spiegel der Letteren 42 (2000) 49-57.
  • H. Pleij, Nieuws bij Anna Bijns, in: B. Besamusca e.a. red., Hoort wonder! Opstellen voor W.P. Gerritsen bij zijn emeritaat (Hilversum 2000) 121-126.
  • H. Pleij, Anna Bijns als pamflettiste? Het refrein over de beide Maartens, Spiegel der Letteren 42 (2000) 187-225.
rel=nofollow