Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De Digitale Stad

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 21 feb 2015 om 17:13
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Digitale Stad (DDS) was een Nederlands Freenet, dat begin 1994 van start ging in de Amsterdam. Het was een initiatief van cultureel centrum De Balie en internetprovider Hack-Tic (tegenwoordig bekend als de KPN-dochter XS4ALL). Bij de oprichting waren er nog maar driehonderd particulieren in Nederland die thuis toegang tot internet hadden. DDS had als doelstelling om iedereen toegang tot het internet te geven, met een modem kon men via DDS een gratis account krijgen met email, toegang tot internet en ruimte voor een homepage.

Experiment

De Digitale Stad was aanvankelijk bedoeld als experiment voor tien weken. De gemeenteraadsverkiezingen in maart 1994 vormden de aanleiding. Het experiment was onder meer gericht op het verkleinen van de kloof tussen burgers en politici, maar dit werd geen succes, daar de politici massaal wegbleven. DDS werd gevormd naar het voorbeeld van The Well alsmede naar Amerikaanse en Canadese Freenets. Terwijl deze een regionale gemeenschap als doelgroep hadden, heeft DDS deze regionale beperking niet aangemoedigd. The Well is bij het grote publiek bekend geworden door het boek The Virtual Community van Howard Rheingold.

Verdere ontwikkeling

Toen de periode van tien weken was verstreken, bleek DDS dermate populair geworden dat voortzetting van het project welhaast onvermijdelijk was. Slechts in de aanvangsperiode werd DDS financieel gesteund door de gemeente Amsterdam. Later moest DDS zich in toenemende mate zelf financieel bedruipen, onder meer door het bouwen van websites, het verzorgen van hostingservices en het bouwen van applicaties. In 1995 werd de structuur van DDS geformaliseerd door het oprichten van een stichting. Organisatorisch werd DDS in 1995/96 in twee stukken opgedeeld: een zakelijk deel dat voor de inkomsten zorgde en een publiek gedeelte waar vanuit de voorzieningen voor de leden werden geleverd. Het zakelijk gedeelte kende een aantal grote klanten waaronder het Ministerie van Onderwijs en de Gemeente Amsterdam. Binnen het publieke gedeelte werd succesvol geëxperimenteerd met allerlei internettechnieken. Het succes van de digitale stad was aanleiding tot oprichting van gelijkaardige projecten in Eindhoven en in Leiden.

DDS hanteerde de metafoor van de stad om de toen voor velen nog onbekende cyberspace (internet) inzichtelijk te maken. In versie 1, met een unix command-prompt interface, kon je post ophalen op het postkantoor, de spaarzame links naar buiten konden worden benaderd via het station. Om burgers kennis te laten maken met een virtuele wereld werd in versie 2 met een MOO een "Metro" gebouwd (De Digitale Metro). Versie drie had een grafische interface met pleinen, winkels en huizen. Leegstaande huizen konden worden gekraakt en er verschenen grote themapleinen, zoals het Onderwijsplein, het Gezondheidsplein en het Homoplein. Bedrijven huurden een winkel aan zo'n themaplein die een link was naar een door DDS gebouwde website.

Democratie en verkoop

De beperkingen van de metafoor kwamen in zicht toen de gebruikers – de zogeheten burgers van De Digitale Stad – een steeds luidere roep om een democratisch bestuur van hun stad lieten klinken. Projectleidster Marleen Stikker, die in de media veelal als burgemeester werd omschreven, voelde hier echter niets voor. In 1999 werd DDS via een management buy-out verzelfstandigd. De toenmalige directeur van de Stichting De Digitale Stad, Joost Flint, kocht samen met een medewerker DDS op, die daarna in vier bv’s werd opgedeeld. Een deel van DDS werd in 2000 verkocht aan de Britse Telecom- en internetbedrijf Energis. Tegenwoordig is DDS internetprovider. De Digitale Metro werd voortgezet door vrijwilligers. Nadat deze zelfstandig werd van DDS, werd deze ondergebracht bij XS4ALL. In 2007 kwam het bij TransIP, en per 1 januari 2012 ging DDS samen met IT-Ernity uit Zwolle. DDS bleef tot op heden (2015) onder de eigen naam actief als internetprovider.

DeDS

Nadat de ’oude’ DDS werd verkocht en opgesplitst, werd in augustus 2001 DeDS opgestart, de De echte Digitale Stad, om de taken en doelstellingen van de oude DDS verder te zetten. DeDS verstrekt net als de oude DDS gratis e-mail en webruimte voor persoonlijk gebruik en werkt volledig op basis van vrijwilligers. Anno 2015 bestaat DeDS nog steeds.

Externe links

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow