Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:Lin/zandbak

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De Tabard Inn in het midden van de 19e eeuw, gravure uit die tijd.

De Tabard Inn, of Tabard, in de Londense stadswijk Southwark ten zuiden van de Theems, was de herberg die door Geoffrey Chaucer onsterfelijk werd gemaakt in de General Prologue van zijn meesterwerk The Canterbury Tales. Het was namelijk de herberg waar de pelgrims bij elkaar kwamen en waar ze besloten om samen op bedevaart te vertrekken naar het graf van de heilige martelaar Thomas Becket in Canterbury.

Als de middeleeuwse mens vanaf London Bridge naar de zuidelijke oever van de Theems ging, dan keek hij uit op High Street, tegenwoordig Borough High Street, een brede weg die al in de oudheid werd gebruikt door Romeinen, Saksen en Normandiërs. Reizigers die in de middeleeuwen laat in de dag bij een grote stad zoals Londen aankwamen, moesten buiten de stadspoort overnachten. Om hen onderdak te verlenen werden er aan beide zijden van High Street een aantal fraaie herbergen gebouwd. Ze waren goed herkenbaar aan hun uithangborden met namen zoals de Spurr, Christopher, Bull, Queenes Head, Tabarde, George, Hart, Kinges Head, en andere. Van al die herbergen was de Tabard de oudste.[1]

Waarschijnlijk stond er op het uithangbord van de Tabard een afbeelding van een kledingstuk met een vierkante hals en open zijkanten, dat door ridders werd gedragen over hun wapenrusting. Daarop was meestal het wapenschild van de ridder of zijn heer geborduurd.

In Chaucers tijd was de Tabard ongetwijfeld een bekend toevluchtsoord voor pelgrims en de meest bezochte herberg in Southwark. De Tabard stond dicht bij het knooppunt, waar de wegen vanuit Sussex, Surrey en Hampshire aansluiting kregen op wat de Pilgrims' Way genoemd werd, de weg van Southwark naar Canterbury.[2]

Tijdlijn van de Tabard

  • 1307 - De abt van Hyde (of Hide), nabij Winchester, koopt een perceel grond aan High Street. Hij bouwt er niet alleen een herenhuis voor zichzelf en zijn medebroeders, maar ook een herberg met voorzieningen voor de talrijke pelgrims, die op weg zijn naar het graf van de heilige Thomas Becket in Canterbury.
  • 1598 - De geschiedschrijver John Stow schrijft in zijn boek A Survey of London dat de Tabard in Southwark nog altijd bestaat.


Chaucer vertelt

Dit vertelt Geoffrey Chaucer over de bedevaart, die meestal gesitueerd wordt in de lente van 1383:

"Bifil that in that seson on a day
In Southwerk at the Tabard as I lay
Redy to wenden on my pilgrymage
To Caunterbury with ful devout corage
At nyght were come in to that hostelrye
Wel nyne and twenty in a compaignye
Of sondry folk by aventure yfalle
In felaweshipe and pilgrimes were they alle
That toward Caunterbury wolden ryde
The chambres and the stables weren wyde
And wel we weren esed atte beste"
"Op een dag in dat seizoen gebeurde het
Dat ik in de Tabard in Southwark verbleef
Klaar om op bedevaart te gaan
Naar Canterbury met zeer vrome gevoelens
‘s Avonds arriveerde er in die herberg
Een gezelschap van wel negenentwintig
Van allerlei soorten mensen toevallig bijeengekomen
In gezelschap en het waren allen pelgrims
Die naar Canterbury wilden rijden
De slaapkamers en de stallen waren ruim
En we waren op de best mogelijke manier ondergebracht"


[3]


Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen


Voetnoten

  1. º Stow p. 154
  2. º Famous Inns
  3. º Ellesmere Chaucer
rel=nofollow
rel=nofollow