Jef Tinel

Emilius Josephus ‘Jef’ Tinel (Lessen, 11 mei 1885 – Gent, 25 mei 1972) was een Vlaams organist, dirigent, muziekschool directeur en componist. Hij was de neef van componist Edgar Tinel.

Leven

Tinel werd geboren in 1885 in het Lessen in de provincie Henegouwen als eerste zoon van de onderwijzer Oscar Emiel (’Oscar’) Tinel and Maria Ludovica Van de Merge. Hij was een neef van Edgar Tinel (1854-1912). In 1891 keerde het gezin terug naar Oost-Vlaanderen, omdat Oscar Tinel koster-organist werd in Maldegem.

Opleiding

Jef Tinel kreeg zijn eerste muziek- en orgellessen van zijn vader. Als achtjarige knaap verving hij reeds zijn vader en andere organisten. Hij schreef toen ook al zijn eerste liederen. Na zijn studies aan het college van Eeklo trok hij naar de Normaalschool in Sint-Niklaas om er onderwijzer en organist te worden. Van 1903 tot 1907 studeerde hij (samen met onder anderen Arthur Meulemans) aan het Lemmensinstituut in Mechelen waar hij laureaat orgel, harmonie, contrapunt en fuga werd. Zijn leraars waren onder anderen zijn oom en dooppeter Edgar Tinel, directeur van het Lemmensinstituut en Aloys Desmet. Nadien vervolmaakte hij zich nog in compositie bij Leon Moeremans aan het Koninklijk Conservatorium van Gent, (samen met onder anderen Robert Herberigs).

Loopbaan

Tot 1944 was hij directeur van de Muziekacademie van Maldegem, die later gefusioneerd werd met de Muziekacademie van Aalter.

Werk

Onder de werken van Jef Tinel vinden we

voor koorzang en orgel

• Getsemaneh
• Heere God van hemelrijken (met viool)
• In te speravi
• Jezus’ lijden
• Keer dine oghen
• Mis ‘Salve regina’
• O salutaris hostia
• Vijf Latijnse motetten en fuga: Ave verum - Salve Regina - Tantum ergo - Fuga

voor koperensemble

• Marcia funebre

voor orgel

• ‘Ach, hoe vluchtig is het leven’
• ‘Agnes Dei’
• ‘Andante’
• ‘Caelestis urbs’
• ‘Fantasia’
• ‘3 fuga’s’: in C, in c, fughetta in D
• ‘Gaudeamus’
• ‘Gij frissche lelie op het veld’, volksliedvariatie
• ‘Gloriosa’
• ‘Het viel eens hemels dauwe’
• ‘Hymne voor de Heilige Rita’
• ‘Ik hou van stilte’
• ‘In de kerk’
• ‘In exitu’
• ‘In stille aanbidding’
• ‘Ite, missa est’ en drie andere orgelstukken
• ‘Jubilate’
• ‘Koraal’
• ‘Koraalfantasie’
• Koraalvariaties op ‘Wer weiss wie nahe mir mein Ende’
• 'Mane nobiscum, Domine, quoniam advesperacit'
• ‘Marcia funebre’
• ‘Offertorium’
• ‘O Jozef, voedstervader’
• ‘Onbevlekte maagd’
• ‘Onrust’
• ‘O Sanctissima’
• Paasmars uit ‘De Verrezene’ voor orgel en ensemble
• ‘Petrus’
• ‘Processie’
• ‘Scherzo’
• ‘Sint-Cecilia’
• ‘Sortie’
• ‘Stil’
• Studie nr. 1 voor orgel
• Studie nr. 2 voor orgel
• Twee voorspelen en een trio voor orgel
• ‘Vaarwel’
• ‘Wat zijt ge schoon’
• ‘Wil mij indachtig zijn’
• Zeventien orgelstukken

voor orkest

• Herdenking
• Intermezzi uit ‘Fra Angelico’: Voorspel - Giovanni’s visioen - Einde van het eerste bedrijf - Treurmars - Pater Augustinus op het orgel
• Suite: Wals - Nu zoetjes dromen - Lentelied

voor piano

• Adagio
• Albumblad
• Als de zonne daalt
• Avondgebed
• Avondlied (ook piano+viool)
• Avondvrede
• Ballade
• Berusting
• De dag nu sterven gaat
• “De navond komt zoo stille”
• Drie scherzo’s voor piano (« drie schertsen »)
• Elfendans (1932)
• Gebed
• Heimwee
• Ik hoor de klokken
• Inleiding, voor piano
• Kabouters en elfjes
• De kerels
• Leed
• Melodie
• Ontmoedigd
• Prelude
• Requiem
• Romantische mijmering
• Stille komt de nacht gegaan
• Studie
• Suite: Prelude – Landelijke dans (1) (1929) – Landelijke dans (2) (1949) – Mazurka (1928) – Sprookje
• Treurmars
• Treurwilgen
• ‘t Wordt avond
• “Uit het leven van een jongentje” – Suite voor piano: Morgengebed – Wij gaan varen – Soldaatjes op stap – Kindje, slaap nu zoet en droom
• Vergoten bloed voor ’t vaderland (‘le sang versé pour la patrie’)
• Verzuchting
• Vespertij
• Vier Walsen (1935–1935–1923–1929)
• Visioen
• Drie wiegeliederen voor piano
• Zeven heidebloempjes: lief heidebloemke – 6 heideblommekens

voor samenzang

• Beêvaertlied, religieus lied op tekst van Guido Gezelle (1839 – 1899)
• De koene vendels, strijdlied op tekst van Lode Campforts (1914 – 1980) (Lode Lichte)
• Wij zijn bereid, strijdlied op tekst van Roger Lammens (1913 – 1977)
• Stormvogels
• Vikingenlied
• Vlaanderens schoonste dag
• Mijn Vlaanderen
• Daar waren drie tamboers

voor strijkorkest

• Gebed (ook in versie voor piano)
• Miniatuurtriptiek: Capriccio – Spokendans – Burleska
• Ongestadig en ballade, voor strijkorkest
• Suite voor strijkorkest
• Variaties op ‘het viel eens hemels dauwe’

voor symfonieorkest

• Suite: Scherts – Op den elvenheuvel – Spokendans – Landelijke dans

voor trompet

• Fantasia voor trompet in B

voor viool

• Drie stukken voor viool en piano: Zomeravond – Wiegelied – Sprookje

voor zang

• Een bundel van zes kunstliederen:
  • Aan de stilte op tekst van Jan Hendrik Eeckhout. (Sluis(NL), 10 januari 1900 – Amsterdam, 6 maart 1978)
  • O, kom met mij in den lentenacht uit 1921 op tekst van Pol De Mont. (Wambeek, 15 april 1857 – Berlijn(D), 29 juni 1931)
  • Zomerzang uit 1923 op tekst van Jan Hendrik Eekhout (Sluis(NL),10 januari 1900 – Amsterdam(NL), 6 maart 1978)
  • Berusting uit maart 1925 op tekst van Godelieve

• Alleen het leven uit november 1923 op tekst van Jan Hendrik Eeckhout

• Stabat Mater uit juni 1924 op tekst van Jos Impe

• Het kunstlied Avondvrede op tekst van Marcel Romeo Breyne. (25 februari 1890 – 13 november 1972)

• Loverkens – 14 liederen Op.12

Externe links

• Jef Tinel op de blog van seniorennet
• Jef Tinel – pdf-brochure door Peter Leys op de UBC-drive
• ´Wil mij indachtig zijn’ door organist Michael Schopen. Organisten David Lamb en Michael Schopen voerden enkele orgelwerken uit en plaatsten de opnames op de site van contrebombarde.