Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Het mooiste feest van Lauwe

Uit Wikisage
Versie door Zwmacoaan (overleg | bijdragen) op 14 dec 2019 om 18:13
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het mooiste feest van Lauwe is een Nederlandse documentaire uit 1999.

Verhaal

Door Ruud Stoeten

Wie herinnert zich pastoor Jans niet? Pastoor Jans, de parochieherder van Beneden-Leeuwen die altijd voor zijn schaapjes bezig was, die actie voerde om luiklokken in zijn kerktoren te krijgen. En die zich met hart en ziel betrokken voelde bij de samenleving, en dan vooral bij de jeugd. Onderwijs en jeugdzorg: zonder pastoor Jans zou het ánders zijn geweest in het Benedeneind. Ja, en hij stond ook aan de wieg van het carnaval in het dorp. De inwoners trokken tijdens de dolle dagen vaak naar elders om feest te vieren. De pastoor vond dat maar niks en besloot wat wijze mannen bij elkaar te roepen. Zo kon het gebeuren dat carnavalsvereniging De Braoiers het levenslicht zag. Het wiegje van de club werd omringd door de mannen van het eerste uur: behalve pastoor Jans ook Wiel Eltink, Jos van Kessel, Nol van den Bogaard, Roel van de Pol en Cor Lemmens. Op de pastoor na waren het eigenlijk allemaal jonge kerels en zo kon het gebeuren dat veel van de stichters het Braoiersjubileum in 1999 mee konden vieren. En daar was dan ineens ook de eerste optocht. Met simpele wagens, veelal voortgetrokken door paarden, de mensen gestoken in simpele uitmonsteringen en op het hoofd mutsen van papier. Het was allemaal te zien in streekmuseum Tweestromenland, waar een indrukwekkende jubileumexpositie was ingericht. Therus van Sommeren vertelt er van alles over voor Jos Kruisbergens camera. Hij verklapt duidelijk geen geheim als hij meldt: “Pastoor Jans hield wel van een feestje…”

Dat wordt beaamd door kunstenaar Ed van Heck, de ‘Rembrandt van het Rivierenland’. Hij is bezig met een prachtig portret van de inmiddels overleden pastoor: “Een echte dorpsfiguur.” Hij doet dat op verzoek van De Braoiers “omdat er bijna geen afbeeldingen van hem zijn.”

Jos Kruisbergen en Geert Megens verdiepten zich in allerlei gebeurtenissen die uiteindelijk leidden tot een gigantisch carnavalsfeest. Zo gingen ze op stap met Toos van Elk en Loes Melsen die stad en land afzochten naar tien meter wit krulletjesbont. Ze vonden het uiteindelijk via de markt in Oss en konden toen aan de slag met de vervaardiging van capes voor de dansgarde. Ook wordt er stiekem om de hoek gegluurd in een aantal schuren waar carnavalisten soms wel vier, vijf maanden lang bezig zijn met het bouwen van optochtwagens: timmeren, lassen, schilderen, schuren, lijmen: het vergt allemaal heel veel tijd. Buiten ligt sneeuw. Binnen is het ijskoud. Maar niemand loopt te kleumen. Van hard werken word je vanzelf warm. Toch? Dan is de filmkijker bij de kleurrijke pronkzitting met louter Lauwse artiesten. Ziet leuke optredens tijdens de jeugd-playbackshow, maakt kennis met de jeugdprins en -prinses. En geniet mee met de verstandelijk beperkte cliënten van De Strang die zich heel spontaan en gezellig onvoorspelbaar in het feestgedruis verliezen. Prins Jac den Urste geniet net zo hard: “Dit is pas echt carnaval”, laat hij zich ontvallen. En dat is het ook in Huize St. Elisabeth, waar senioren helemaal opleven, in vervoering raken en helemaal uit hun dak gaan. De Rosmolen is het middelpunt voor het piepjonge grut. Voor sommige kindjes is dit het eerste carnavalsfeest en ze kijken dan ook een beetje onwennig. Maar ze zien er allemaal prachtig uit: de Teletubbies, de Pippi’s Langkous, de prinsesjes, de clowns, de boertjes en de cowboys. De zaal zit zó vol, dat er bijna geen ouders meer bij kunnen.

Het kan niet op. Het Babybal, het Ouwewijvenbal en natuurlijk de traditionele boerenbruiloft met boerenkool, een flink stuk worst en veel dans, zang, vloeibare versnaperingen en ontmoetingen. En natuurlijk moeten de zorgvuldig geconstrueerde wagens de schuur uit. Eerst is er een kinderoptocht en dan, op een mistige ochtend, staat de ‘grote’ reut in de startblokken. Nadat Prins Jac-I de sleutels van Lauwe heeft ontvangen uit handen van toenmalig burgemeester Toon Maas, trekt de optocht, rijdend, lopend, zwierend, zwaaiend en glijdend door het dorp. En vanaf de wagens wordt gul met snoep gesmeten: zo’n 250 kilo in totaal… De mist trekt op, dus alles is goed te zien. Alleen: het is koud buiten, ijskoud. De dansgarde is blij met de gloednieuwe capes van krulletjesstof. En de prins glundert ook: “Een mooiere reut kunnen we toch niet hebben?” En hij heeft meer redenen om onder de indruk te zijn: op zijn borst prijkt een koninklijk lintje dat hem vanwege zijn inzet voor de gemeenschap is opgespeld door burgemeester Maas. De carnavalsmis in de dorpskerk is indrukwekkend. De 44-jarige historie van De Braoiers wordt aangestipt en er wordt stilgestaan bij de overleden mensen van de club. Pastoor Jans neemt daar bij een bijzondere plaats in: Het schilderij dat Ed van Heck van hem maakte, wordt onthuld. En buiten komt een prachtig bronzen beeldje van de geliefde zielenherder onder een doek vandaan. Maar dinsdagnacht om klokslag twaalf uur is alles voorbij. Althans: voor dit jubileumjaar. Traditiegetrouw wordt de Braoier verbrand: een groot houten beeld van het ‘beschermengeltje’ van carnaval vierend Lauwe. En allemaal willen ze erbij zijn. “Bijzonder toch? De laatste keer deze eeuw”.