Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Johann Jakob Wettstein
Johann Jakob Wettstein (ook wel geschreven als Wetstein; Bazel, 5 maart 1693 – Amsterdam, 23 maart 1754) was een Zwitsers theoloog en een voorloper van de tekstkritiek van het Nieuwe Testament.
Leven
Als zoon van Johann Rudolph Wettstein, de hoofdpastor van de Leonhardskirche in Bazel, en diens echtgenote Sara Sarasin, werd Johann Rudolph thuis gelovig opgevoed. Hij studeerde in 1706 af aan de Universiteit van Basel in de theologie, bijbelse filologie, tekstkritiek en archeologie. Hij verwierf de academische graad van Magister (M.A.) in 1709. Wettstein onderzocht al in zijn studententijd Griekse manuscripten van het Nieuwe Testament, waar hij dankzij een familielid, die in de Universiteitsbibliotheek werkte, toegang toe heeft. In 1713 verdedigde hij zijn proefschrift De variis Novi Testamenti lectionibus, waarin hij probeerde aan te tonen dat het bestaan van verschillende tekstversies geen afbreuk doen aan het gezag van de Bijbel.
Op een educatieve reis door Zwitserland, Frankrijk en Engeland ontmoette hij in 1716 Richard Bentley van de Universiteit van Cambridge. Dankzij hem kon Wettstein zijn talenkennis aanzienlijk uitbreiden. Bentley werd zijn wetenschappelijke promotor en nodigde hem uit om in Parijs mee te werken aan een uitgave van de Codex Ephraemi. Hij ontmoette in die tijd ontmoette ook de Zwitserse Brigadier v. Chambrier. Door hem werd Wettstein een tijdje aalmoezenier bij Chambriers regiment. Toen het later te 's-Hertogenbosch gelegerd was, reisde Wettstein ook daarheen, nadat hij in de Konknklijke Bibliotheek van Parijs de Codex Ephraemi had bestudeerd.
Wettstein was een half jaar predikant in 's-Hertogenbosch, tot hij werd teruggeroepen naar zijn geboortestad Basel. In Basel was hij vanaf 1717 diaken in de Leonhardskirche. Omdat hij in zijn preken verschillende leerstellingen had onderwezen, die niet in overeeenstemming waren met de Gereformeerde Kerk, werd een kerkelijk onderzoek tegen hem gestart, wat ertoe leidde dat hij in 1730 uit het ambt werd gezet.
Holland bood hem op dat moment een toevluchtsoord. Maar hij keerde terug naar Basel en predikte daar in 1732 – 1733. Rond die tijd werd hij als predikant naar Amsterdam beroepen. Aan het college van de arminianen was hij adjunct van Jean Leclerc (Joannes Clericus, 1657-1736), wiens gezondheid niet meer al te best was. Na Leclercs overlijden in 1736 volgde Wettstein hem op als professor in de filosofie en de kerkgeschiedenis. Sindsdien zette hij zijn studie aan zijn dood.
Werken
Zijn in 1751-1752 verschenen editie van het Griekse Nieuwe Testament was voorzien van – meestal verklarende – aantekeningen, waaruit zijn grondige kennis van de joodse en wereldlijke schrijvers bleek. Deze uitgave wordt gezien als belangrijke bijdrage aan de tekstkritiek van het Nieuwe Testament.
Zijn in 1730 gepubliceerde Prolegemena werd door Johann Salomo Semler in 1764 heruitgegeven met aantekeningen en een verdere bijlage. Bovendien had hij zijn handgeschreven Codex van het Nieuwe Testament die in 1752 in het Syrisch twee brieven uitgegeven van de kerkvader Clemens van Rome.