Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Arrest Bijzondere voorwaarde
Bijzondere voorwaarde | ||
Datum | 26 november 1968[1] | |
Instantie | Hoge Raad | |
Rechters | Mrs. Feber, Kazemier, Eyssen, Moons, Ras (rapp.) | |
Adv-gen | Remmelink[2] | |
Soort zaak | strafkamer | |
Procedure | cassatie | |
Wetgeving | art. 14c Sr | |
Vindplaats | NJ 1970, 123[3] ECLI:NL:HR:1968:AB6079[1] |
Het arrest Bijzondere voorwaarde (HR 26 november 1968, NJ 1970, 123[3]) is een arrest van de Hoge Raad van 26 november 1968 met betrekking tot de voorwaarde waaraan een bijzondere voorwaarde, op te leggen bij een onvoorwaardelijk gevangenisstraf, genoemd in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht moet voldoen.
Rechtsvraag
Kan de voorwaarde die door de rechtbank gesteld is, gezien worden als een bijzondere voorwaarde als bedoeld in artikel 14c WSr onder lid 2? (Neen.)
Belang
De HR stelt twee eisen aan bijzondere voorwaarden in de zin van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht:
(i) de voorwaarde moet strekken ter bevordering van goed levensgedrag van de veroordeelde of
(ii) moet betreffen een gedraging waartoe de veroordeelde uit een oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht.
dat het stellen van een dergelijke voorwaarde reeds daarom ontoelaatbaar is om dat deze voorwaarde niet valt aan te merken als strekkende ter bevordering van een goed levensgedrag van de veroordeelde noch te betreffen een gedraging waartoe de veroordeelde uit een oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht en dus niet is een voorwaarde betreffende het gedrag van de veroordeelde als bedoeld in art. 14c Sr.
Bronnen, noten en/of referenties
|