Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Adriaan van Haemstede

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 15 mei 2013 om 13:08 (+)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Adriaan van Haemstede (ook: Adriaen of Adrianus Haemstede of Haemstedius) was een gereformeerd geestelijke in de zestiende eeuw, die in 1559 een boek uitgaf over de christelijke martelaren vanaf de eerste eeuw tot in zijn tijd.

Leven

Adriaan werd ongeveer in 1525 geboren in Zeeland, mogelijk te Zierikzee. Waarschijnlijk was hij een kleinzoon van Witte van Haemstede, en dus van adellijke afkomst.

Hij studeerde aan de Universiteit van Leuven en schreef er een werk over canoniek recht. In 1552 werd hij tot priester gewijd. Kort daarop sloot hij zich aan bij de gereformeerde kerk.

In 1556 was hij predikant in Oost-Friesland. Van daar werd hij naar Antwerpen gestuurd, waar ds. Gaspar Van der Heyden wenste ontslagen te worden. Aanvankelijk voelde hij zich als prediker een ’nieuwe­ling’, maar de gereformeerde gemeente te Antwerpen nam sterk toe. Ondanks de vervolging door de katholieke inquisitie, kwamen steeds meer mensen naar de bijeenkopmsten van de gereformeerden, zodat het zodat het niet lang meer mogelijk zou zijn om in het geheim te blijven prediken.

In Antwerpen leerde Haemstede in armoedige omstandigheden leven.

Gedurende het jaar 1558 bleef hij actief in Antwerpen. Op 9 juni 1558 predikte hij in het openbaar ’op de Maere’. Dit werd een startsignaal voor nieuwe vervolgingen. Op 20 december werd er een prijs van 300 Carolusgulden op zijn hoofd gezet.

Op 24 december werd zijn vriend Gillis Verdickt te Brussel verbrand, en diens broer Anthonie op 12 januari 1559. Haemstede deed zijn beklag in een brief aan Frede­rik III van de Palts. Uit zijn brief blijkt dat Haemstede ondanks het verbod nog steeds predikte.

Samen met 13 families van handelaars vertrok vertrok Haemstede in februari 1559 uit Antwerpen naar Aken. Hij kreeg er de toelating om binnen te komen en predikte tot de inwoners.

In Aken stelde hij een geloofsbelijdenis op waaruit blijkt dat hij meer overeenstemt met Melanchthon en Zwingli dan met Calvijn.

Toen koningin Elisabeth in Engeland de troon besteed, zocht hij bij haar toevlucht voor zijn geloofsgenoten. Tegen mei 1559 was hij in Londen, waar de Nederlandse vluchtelingen hem tot hun predikant verkozen.

De koningin besloot in 1560 dat alle anabaptisten het land moesten verlaten. Radicale wederdopers hadden op het Europese vasteland voor heel wat onrust gezorgd. Maar Haemstede deed positieve uitspraken over de gematigde anabaptisten. Zijn eigen kerkenraad wenste dat hij zich niet met de Wederdopers zou inlaten, wegens het gevaar dat ze de bescherming van de koningin zouden verspelen. Maar Haemstede pleitte steeds voor gewetensvrijheid en tolerantie en was hierin zijn tijd een paar eeuwen tevoren. Bisschop Grindal vond Haemstede verdacht omdat hij de Wederdopers verdedigde. Op 5 augustus 1560 werd Haemstede afgezet als predikant, en op 16 november 1560 werd hij door bisschop Grindal plechtig geëxcommuniceerd. Haemstede kreeg een maand tijd om uit Engeland te vertrekken. De reis verliep niet zonder moeilijkheden. Het schip waarmee hij met zijn zwangere vrouw en drie kinderen reisde, leed schipbreuk aan de Hoek van Holland. In februari bereikte hij veilig Emden. Zijn vrouw beviel van een drieling, waarvan één kind stierf. Terwijl ze een tijdje in Oldersum woonden, en hij niet als predikant aan de slag kon, teelde hij zijn eigen groenten in de tuin.

Wanneer hij in 1562 terug naar Londen kwam, gaf Grindal hem de mogelijkheid om te herroepen, maar Haemstede deed dit niet. Bijgevolg werd hij uit Engeland verbannen.

In deze tijd schreef hij:

„Het is een arm voghel, die maer een nest en heeft. Het aardrijk behoort den Heere toe en ick weet dat hij my nog wel een plaetse versorgen sal, oft myn vianden wel leet is.”

In 1562 overleed hij op 37-jarige leeftijd.

Martelarenboek

Zijn boek De Gheschiedenisse ende den doodt der vromen Martelaren, die om het ghetuyghenisse des Evangeliums haer bloedt ghestort hebben, van de tyden Christi af, tot ten jare MDLIX toe, byeen vergadert op het kortste, werd voor het eerst uitgegeven in 1559. Hierin verzamelde hij verslagen over de vervolgingen van gereformeerden tot vlak voor het boek werd uitgegeven. Het werd verscheidene malen herdrukt: Dordrecht 1657, Brielle 1658, Dordrecht 1659, Amsterdam 1671, en later; het werd minstens 18 keer gedrukt.

Wegens Haemstede’s milde beoordeling van de Wederdopers werd zijn naam als auteur sinds de uitgave van 1566 weggelaten uit zijn boek, tot Johannes Gijsius (1586–1652), predikant te Streefkerk en heruitgever van het Martelarenboek, de naam van Van Haemstede terug opneemt onder de opdracht en de vermaning aan de overheid die vooraan in het boek staan.

Bronnen en weblinks