Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Petrus Datheen
Petrus Datheen (ook Dathenus, Pieter Daten, Daete of Daets') (Kassel, (Noord-Frankrijk), omstreeks 1531/32 – Elbing, 17 maart 1588) was een Vlaams theoloog en reformator.
Leven en werken
Datheen was een monnik in de orde van de Karmelieten in Ieper, waar hij tot priester zou worden opgeleid. Toen hij de terechtstelling meemaakte van een negentienjarige jongeman, die wegens het vasthouden aan zijn geloof werd verbrand, keerde hij zich af van de rooms-katholieke kerk en nam de ideeën van de reformatie aan. Wegens de vervolging van de protestanten die in Vlaanderen uitbrak, verhuisde hij in 1550 naar Engeland. Toen de macht van de katholieke kerk in Engeland onder Maria I Tudor weer toenam, vertrok Datheen naar Duitsland, waar hij in 1555 door Johannes a Lasco aangesteld werd tot pastor van de Vlaamse vluchtelingengemeente in de toen Lutherse stad Frankfurt am Main.
Strijd met Lutherse predikanten zoals Hartmann Beyer onder de beschermheer Joachim Westphal leidden in 1561 op verordening van de magistraat tot verbod op de calvinistisch gereformeerde eredienst. Frederik III de Vrome bood Datheen en de 58 calvinistische families in het klooster van Frankenthal bescherming. Hij bleef vooral in de herinnering voor de vertalingen die hij in deze tijdsperiode maakte.
Petrus keerde in 1566 terug naar zijn geboortestreek, waar hij als veldprediker deelnam aan de Nederlandse vrijheidsstrijd. Hij was voorzitter op de Synode in Antwerpen, waar de door hem herziene en door Guy de Brès (Guido van Bray) voor Philips II van Spanje opgestelde Confessio Belgica als geloofsbelijdenis aangenomen werd.
Wegens de druk van de inquisitie ging hij in 1567 terug naar de Palts (Pfalz) en verbleef met Johann Kasimir von der Pfalz in Frankrijk. In 1568 was hij moderator van het convent te Wesel, in 1570 werd hij hofpredikant van keurvorst Frederik II van de Palts en in 1571 was hij op het Frankfurtse Colloquium voorzitter bij de debatten tussen de calvinisten en de doopsgezinden. Samen met Jean Taffin organiseerde hij in 1571 de eerste nationale synode van de Nederlandse calvinisten: de Synode van Emden.
In 1578 werd Datheen naar Gent geroepen om er voorzitter te zijn bij de tweede nationale synode van Dordrecht. Hij bekritiseerde de handelwijze van Willem I van Oranje en verliet het land na een in Utrecht opgelegde gevangenisstraf. Via Husum ging hij naar Stade, Gdańsk en Elbląg (Duits: Elbing), waar hij tot zijn levenseinde als arts werkzaam was.
De Psalmen van David
De gemeente bloeide door de ijver van de nieuwe calvinistische vluchtelingen. Datheen streefde ernaar, de gereformeerden uit Frankrijk, de Nederlanden en de Palts te verenigen. Hij vertaalde de Catechismus van Heidelberg in het Nederlands, leverde een Nederlandse bewerking van het psalter van de Hugenoten, stelde een Nederlandstalige liturgie op en bewerkte de Franstalige psalmen van Clément Marot en Théodore de Bèse. Zijn psalmenberijming werd reeds gebruikt bij de grote hagenpreek van 23 juli 1566 bij Gent en groeiden sindsdien snel aan populariteit.
Zijn berijmde psalmen, die in 1566 werden uitgegeven, werd het van 1566 tot 1773 het officiële zangboek van de gereformeerde kerken. Reeds van in het begin was niet iedereen blij met de stijl van zijn berijming, maar er verscheen ook geen enkele berijming die populair genoeg werd om ze officieel in te voeren.
In 1773 werden Datheens psalmen afgelost door de „niewe Psalmenberijming”, die voor een groot deel gebaseerd was op het werk van Johannes Eusebius Voet. Een onenigheid in 1745 tussen de boekverkoper Petrus Dathenus, mogelijk een afstammeling van Datheen, en een Middelburgs predikant, Andreas Andriessen, die de Datheense psalmberijming minachtte, waardoor de oude discussie over Datheens psalmen weer oplaaide, was een van de impulsen voor het in gebruik nemen van de Psalmenberijming van 1773. Ook bij het invoeren van het nieuwe psalmenboek was er heel wat onenigheid vanuit de bevolking.
Intussen worden nog andere nieuwe versies van de psalmen gebruikt. Desondanks worden de psalmen van Datheen nog steeds herdrukt en in een dertigtal gemeenten in Zeeland gebruikt. Datheen-zangavonden trekken in Nederland nog steeds duizenden bezoekers aan. Een vereniging zet zich in om zijn erfgoed te bewaren. Er werden koren, scholen en verenigingen naar hem genoemd.
Gemeenten waar volgens de berijming van Datheen wordt gezongen
In de hieronder aangevoerde kerkelijke gemeenten wordt nog gezongen uit de psalmenberijming van Petrus Datheen.
- Gereformeerde Gemeenten in Nederland
- Arnemuiden
- Bruinisse
- Goes
- Kruiningen
- Middelburg
- Nieuwerkerk (Zld)
- St. Annaland
- St. Maartensdijk
- Terneuzen
- Zierikzee
- Gereformeerde Gemeenten
- St. Annaland
- Scherpenisse
- Kruiningen
- Borssele
- Oud Gereformeerde Gemeenten
- Achterberg
- Amersfoort
- Ederveen
- Elst
- Geldermalsen
- 's-Gravenpolder
- 's-Gravendeel
- Oostburg
- Oosterland
- Rhenen
- St. Maartensdijjk
- St. Philipsland
- Stavenisse
- Terneuzen
- Waddinxveen
- Zierikzee
Werken (selectie)
- De CL Psalmen des Propheten Davids, Van der Peyl, Kruiningen, 1977
- De CL Psalmen des Propheten Davids, Gereformeerde Bijbelstichting, 2012
- De Psalmen Davids, 1566. Herdruk: Houten 1992
Literatuur
- J. G. Fredriks, Een portret van Petrus Datheen, (NAGK 7, 1888/90, p. 74-.).
- A. A. van Schelven, Petrus Datheen, (NAGK 10, 1913, p. 323-.).
- Th. Ruys, Petrus Dathenus, Utrecht 1919 (Diss. Amsterdam), herdruk Houten: Den Hertog, 1988.
- H. J. Jaanus, Petrus Datheen, (Documenta Reformatoria 1960, p. 247-.).
- B. H. W. de Graaf, Als een hert gejaeght: levensstrijd en levenswerk van Petrum Dathenum, Oud Beijerland, 1938, verbeterde herdruk door J. P. van den Tol, Dordrecht, 1976. [Online-versie van de editie 1938, met toevoeging artikel van W. Punt uit 1981
- Ds. J. D. Barth, Het leven van Petrus Datheen, Studievereniging Petrus Datheen, Veenendaal, 1985
- Johan Westerbeke, Door water en vuur, Middelburg, 1992
- Ds. J. Vermaas, Petrus Dathenus, Hilversum, 1917
- J. Sluis, Datheen en de Oud-Gereformeerden, Zutphen, 1927
- Petrus Datheen en zijn Psalmberijming, Gereformeerde Bijbelstichting, Leerdam
- D. Klein / J. R. Beeke, Reformation Heroes, Grand Rapids, 2007
- A. Ros, Nederlandse Psalmberijmingen, Utrecht, 1973
- A. Ros, Davids soete lier – Vijf eeuwen Nederlandse Psalmenberijmingen, De Banier, 2010
- Huib Noordzij, Handboek van de Reformatie, Kampen, 2003
- Realenzyklopädie für protestantische Theologie und Kirche Band 4, Seite 495
(de) Friedrich Wilhelm Bautz: Dathenus, Petrus. In: Biographisch-Bibliographisches Kirchenlexikon (BBKL). Deel I, , kol. 1230-1231 (verkorte actuele versie), (gearchiveerde versie(?)(vertaal via: ))