Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
OSI-model: verschil tussen versies
(OSI-model (ISO-OSI) is : ''ISO Reference Model for Open Systems Interconnection''. ([http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=OSI-model&oldid=19100952])) |
k (Computerprotocol hernoemd naar OSI-model: Foutje. SjorsXY 27 nov 2009 11:27 (UCT)) |
(geen verschil)
|
Versie van 27 nov 2009 10:27
Het OSI-model oftewel ISO-OSI is de benaming voor ISO Reference Model for Open Systems Interconnection.
Het OSI-model is een gestandaardiseerd middel om te beschrijven hoe data wordt verstuurd over een netwerk. Het zorgt er voor dat er compatibiliteit en interoperabiliteit is tussen de verschillende types van netwerktechnologieën van organisaties over de hele wereld. Dit model deelt de communicatie in in zeven lagen. Daarom wordt dit ook wel het Zevenlagenmodel genoemd. De lagen zijn, van hoog naar laag: toepassing, presentatie, sessie, transport, netwerk, datalink en fysiek. Sjabloon:OSI-model
Geschiedenis
Opkomst
Eind jaren 70, begin jaren 80 was er een enorme groei en expansie van netwerken binnen bedrijven die dit als een perfecte manier zagen om hun productiviteit te verhogen en geld te besparen. Aanvankelijk gebeurde dit echter chaotisch en zonder overleg. Dit had als gevolg dat na enkele jaren er moeilijkheden ontstonden om al die privé-ontwikkelde netwerkjes met elkaar te laten communiceren. Om dit probleem tegen te gaan heeft het ISO dan onderzoek gedaan naar verschillende netwerkmodellen. Uiteindelijk resulteerde dit in het OSI-model.
Het OSI-model is in 1977 voor het eerst bedacht, en in 1995 heeft het een herziening ondergaan. Oorspronkelijk waren er ook OSI-protocollen die voldeden aan het OSI-model, maar die waren niet echt succesvol door verscheidene factoren. TCP/IP werd het meest gebruikte protocol, maar voldoet niet aan het OSI-model.
Neergang
Technisch heeft het OSI-model dus zijn nut verloren, daarom wordt het tegenwoordig alleen nog maar gebruikt als een 'referentiemodel'. Zo schrijft het OSI-model bijvoorbeeld voor dat encryptie dient te gebeuren op de hogere netwerklagen. De verzameling TCP/IP-protocollen echter, een protocolstack uit de praktijk, laat encryptie toe op lagere lagen, zoals IPsec op de netwerklaag, of encryptie voor draadloze netwerken. Hierbij worden de 'lagen' van het OSI-model naast een ander protocol gelegd en bekeken welke componenten van dat andere protocol de functies uit het OSI-model uitvoeren.
Beschrijving
Data-unit | Laag | Naam | Functie |
---|---|---|---|
Data | 7 | Toepassingslaag | Authenticatie, applicaties voor gebruikers |
6 | Presentatielaag | Formatteert en structureert data zodat het leesbaar is voor ontvanger, encryptie | |
5 | Sessielaag | Start, onderhoudt en beëindigt sessies tussen applicaties | |
Segment | 4 | Transportlaag | Segmenteert data, verzorgt betrouwbaarheid door foutdetectie |
Packet | 3 | Netwerklaag | Routeert datapakketten, selecteert het beste pad, logische adressering |
Frame | 2 | Datalinklaag | Toegang tot media, foutdetectie, bepaalt hoe data geformatteerd wordt en hoe toegang tot het netwerk gecontroleerd wordt |
Bit | 1 | Fysieke laag | Binaire transmissie, elektrische, mechanische, en functionele specificaties |
Voordelen
- Verminderde complexiteit: Netwerkcommunicatie wordt door het OSI-model in kleinere en meer eenvoudige stukjes opgesplitst.
- Standaardisering: Netwerkcomponenten worden gestandaardiseerd waardoor ontwikkeling en ondersteuning vanuit verschillende bedrijven gemakkelijker worden.
- Interoperabele technologieën: verschillende types van netwerkhardware en -software kunnen met elkaar communiceren.
- Modulaire ontwikkeling: veranderingen in één van de zeven lagen hebben geen invloed op de andere lagen, hierdoor wordt ontwikkeling sneller en gemakkelijker.
- Snellere evolutie: Dankzij het OSI-model kunnen updates en verbeteringen van individuele componenten worden toegepast zonder andere componenten te beïnvloeden of een volledig protocol te moeten herschrijven.
- Aanleren wordt gemakkelijker: Door het verdelen van netwerkcommunicatie in kleinere componenten wordt het gemakkelijker om het te begrijpen en onthouden.
Trivia
- De opsomming van de zeven OSI-netwerklagen, aangevuld met hun bijhorende functies, is een klassieke examenvraag op elk examen over computernetwerken. De volgende ezelsbruggetjes maken het onthouden misschien wat makkelijker:
- All People Seem To Need Data Processing
- People Do Need To See Pamela Anderson
- Of
- Please Do Not Trust Sales People Again
- ("A" van "Application" en de "P" van "Physical" in het Engels).
- Een Nederlandse variant is:
- Fietsende Dames Nemen Trans - Sexuele Pubers Anaal
- Soms worden er aan het OSI-model onofficieel lagen toegevoegd of tussen gezet, zoals bijv. "laag 8 is de gebruiker" of "laag 8 is het beeldscherm of het in het netwerk meedraaiende apparaat als geheel (bv. een client of werkstation) en laag 9 zijn (de zintuigen van) de gebruiker(s)", "laag 0 is de stoffelijkheid van de kabels of apparatuur zelf en laag 1 is de elektriciteit, de signalen of andersoortige energieverplaatsing binnen de stoffelijke apparatuur", "het NetBEUI protocol functioneert op laag 2½" etc.
- Soms wordt een computer- of netwerkprobleem door o.a. helpdesk-medewerkers gekscherend "laag 8-probleem" genoemd, wanneer de onkundigheid van de gebruiker(s) als enige oorzaak is aan te wijzen.
Zie ook
- Inkapselen (netwerk)
- Computernetwerk
- X.500
- Protocol, andere vormen van "protocollen" (doorverwijzing).
Externe links
- ISO standard 7498-1:1994
- 'OSI Reference Model—The ISO Model of Architecture for Open Systems Interconnection, Hubert Zimmermann, IEEE Transactions on Communications, vol. 28, no. 4, April 1980, pp. 425 - 432.