Gebruiker:Rwbest/Kladblok: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Algemene relativiteitstheorie''' is in de natuurkunde de uitbreiding die [[Albert Einstein]] in 1915 gaf aan zijn relativiteitstheorie van 1905, namelijk voor versnelde beweging in een zwaartekrachtveld. Hij gebruikte daarbij een wiskundig model '''ruimtetijd''' dat de drie dimensies van ruimte en de ene dimensie van tijd samenvoegt tot een vierdimensionaal coordinatenstelsel. Dit model had Hermann Minkowski - ooit een van de wiskundeprofessoren van de jonge Einstein in Zürich - geïntroduceerd in 1908. | |||
De | De reden voor het samenvoegen van ruimte en tijd is dat deze afzonderlijk niet invariant zijn, dat wil zeggen dat volgens Einsteins relativiteitstheorie verschillende waarnemers het oneens zijn over de afstand tussen twee gebeurtenissen (vanwege lengtecontractie) of de tijdsduur tussen twee gebeurtenissen (vanwege tijddilatatie). | ||
In ruimtetijd wordt een invariant Δs gedefinieerd, '''interval''' genaamd, dat afstand en tijdsduur combineert. | In ruimtetijd wordt een invariant Δs gedefinieerd, '''interval''' genaamd, dat afstand en tijdsduur combineert. | ||
Regel 9: | Regel 7: | ||
Alle waarnemers die de tijd en afstand tussen twee gebeurtenissen meten, zullen hetzelfde ruimtetijd-interval berekenen. Of '''eigentijd''' Δτ = Δs/c. Zie [[speciale relativiteitstheorie]] voor berekeningen. | Alle waarnemers die de tijd en afstand tussen twee gebeurtenissen meten, zullen hetzelfde ruimtetijd-interval berekenen. Of '''eigentijd''' Δτ = Δs/c. Zie [[speciale relativiteitstheorie]] voor berekeningen. | ||
Voor waarnemers met coordinatenstelsels die ''versneld'' bewegen tov elkaar is de situatie hetzelfde als niet-versneld bewegen in coordinatenstelsels als daar zwaartekracht is. Een versneld coordinatensysteem is equivalent met een zwaartekrachtveld. | |||
In de theorie worden de coordinaten ct,x,y,z genoteerd als | In de theorie worden de coordinaten ct,x,y,z genoteerd als |
Versie van 5 dec 2021 10:17
Algemene relativiteitstheorie is in de natuurkunde de uitbreiding die Albert Einstein in 1915 gaf aan zijn relativiteitstheorie van 1905, namelijk voor versnelde beweging in een zwaartekrachtveld. Hij gebruikte daarbij een wiskundig model ruimtetijd dat de drie dimensies van ruimte en de ene dimensie van tijd samenvoegt tot een vierdimensionaal coordinatenstelsel. Dit model had Hermann Minkowski - ooit een van de wiskundeprofessoren van de jonge Einstein in Zürich - geïntroduceerd in 1908.
De reden voor het samenvoegen van ruimte en tijd is dat deze afzonderlijk niet invariant zijn, dat wil zeggen dat volgens Einsteins relativiteitstheorie verschillende waarnemers het oneens zijn over de afstand tussen twee gebeurtenissen (vanwege lengtecontractie) of de tijdsduur tussen twee gebeurtenissen (vanwege tijddilatatie).
In ruimtetijd wordt een invariant Δs gedefinieerd, interval genaamd, dat afstand en tijdsduur combineert.
- Δs² = c²Δt² - (Δx²+Δy²+Δz²)
Alle waarnemers die de tijd en afstand tussen twee gebeurtenissen meten, zullen hetzelfde ruimtetijd-interval berekenen. Of eigentijd Δτ = Δs/c. Zie speciale relativiteitstheorie voor berekeningen.
Voor waarnemers met coordinatenstelsels die versneld bewegen tov elkaar is de situatie hetzelfde als niet-versneld bewegen in coordinatenstelsels als daar zwaartekracht is. Een versneld coordinatensysteem is equivalent met een zwaartekrachtveld.
In de theorie worden de coordinaten ct,x,y,z genoteerd als x0,x1,x2,x3. Bij coordinatentransformatie naar een versneld systeem heeft een interval in het algemeen de vorm
- Δs² = gikΔxiΔxk
waarbij gesommeerd wordt over herhaalde indices i en k. De gik zijn functies van de coordinaten xi en bepalen de ruimtetijd metriek.
Bronnen, noten en/of referenties |