Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Gele ganzenbloem: verschil tussen versies
k (Delpher Heukels 1911 1894 Biodiversie) |
k (www.kuleuven-kulak.be/bioweb/in KU Leuven KuLak Plantengids Glebionis segetum - Asteraceae) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Deze plant is blauwgroen, iets vlezig. Zij heeft een penwortel en een rechtopstaande, ronde, iets gegroefde, meestal iets vertakte stengel. De bladen zijn half-stengelomvattend, in omtrek langwerpig-omgekeerd eirond tot lancetvormig, de onderste zijn steelachtig-versmald, vaak bijna veerspletig met gezaagde slippen, de bovenste grofgezaagd, aan de top breder, vaak 3-spletig. | Deze plant (Glebionis segetum - Asteraceae) is blauwgroen, iets vlezig. Zij heeft een penwortel en een rechtopstaande, ronde, iets gegroefde, meestal iets vertakte stengel. De bladen zijn half-stengelomvattend, in omtrek langwerpig-omgekeerd eirond tot lancetvormig, de onderste zijn steelachtig-versmald, vaak bijna veerspletig met gezaagde slippen, de bovenste grofgezaagd, aan de top breder, vaak 3-spletig. | ||
De hoofdjes zijn groot en staan alleen aan de knotsvormig-verdikte top van de takken. Het omwindsel is half-bolrond en bestaat uit eironde, stompe blaadjes, waarvan de binnenste breed-vliezig gerand zijn, vooral aan de top. De bloemkronen zijn alle dooiergeel. Het lint van de straalbloemen is omgekeerd-eirond, even lang als het omwindsel, 6-tandig, 3-tandig of niet-ingesneden. De schijfbloemen zijn buis-klokvormig, 5-slippig. De vruchten zijn strogeel, die van de straalbloemen hebben aan weerszijden een hoornachtige, naar boven in een tand uitlopende vleugel, zij zijn vanbuiten meestal 3-, vanbinnen 5-ribbig. Die van de schijfbloemen zijn rolrond, 10-ribbig, alle missen de kelkzoom. 3-6 dm. Eenjarig. Juni-augustus, soms ook later. | De hoofdjes zijn groot en staan alleen aan de knotsvormig-verdikte top van de takken. Het omwindsel is half-bolrond en bestaat uit eironde, stompe blaadjes, waarvan de binnenste breed-vliezig gerand zijn, vooral aan de top. De bloemkronen zijn alle dooiergeel. Het lint van de straalbloemen is omgekeerd-eirond, even lang als het omwindsel, 6-tandig, 3-tandig of niet-ingesneden. De schijfbloemen zijn buis-klokvormig, 5-slippig. De vruchten zijn strogeel, die van de straalbloemen hebben aan weerszijden een hoornachtige, naar boven in een tand uitlopende vleugel, zij zijn vanbuiten meestal 3-, vanbinnen 5-ribbig. Die van de schijfbloemen zijn rolrond, 10-ribbig, alle missen de kelkzoom. 3-6 dm. Eenjarig. Juni-augustus, soms ook later. | ||
Regel 17: | Regel 17: | ||
[https://www.biodiversitylibrary.org/item/91426#page/411/mode/1up Blz. 391, deel 3 van de Flora van Nederland 1909-1911 (3 delen) door H. Heukels] | [https://www.biodiversitylibrary.org/item/91426#page/411/mode/1up Blz. 391, deel 3 van de Flora van Nederland 1909-1911 (3 delen) door H. Heukels] | ||
</li><li>[https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=flora+nederland+ganzenbloem&coll=boeken1&identifier=VIhnAAAAcAAJ&rowid=3 Geïllustreerde schoolflora voor Nederland, Heukels, 1894, blz 445] | </li><li>[https://www.delpher.nl/nl/boeken1/gview?query=flora+nederland+ganzenbloem&coll=boeken1&identifier=VIhnAAAAcAAJ&rowid=3 Geïllustreerde schoolflora voor Nederland, Heukels, 1894, blz 445] | ||
</li><ol> | </li><li> | ||
[http://www.kuleuven-kulak.be/bioweb/index.php?lang=nl&detail=516&titel=gele%20ganzenbloem%20-%20Glebionis%20segetum KU Leuven KuLak Plantengids Glebionis segetum - Asteraceae] | |||
</li><li> | |||
</ol> |
Versie van 15 okt 2021 14:16
Deze plant (Glebionis segetum - Asteraceae) is blauwgroen, iets vlezig. Zij heeft een penwortel en een rechtopstaande, ronde, iets gegroefde, meestal iets vertakte stengel. De bladen zijn half-stengelomvattend, in omtrek langwerpig-omgekeerd eirond tot lancetvormig, de onderste zijn steelachtig-versmald, vaak bijna veerspletig met gezaagde slippen, de bovenste grofgezaagd, aan de top breder, vaak 3-spletig.
De hoofdjes zijn groot en staan alleen aan de knotsvormig-verdikte top van de takken. Het omwindsel is half-bolrond en bestaat uit eironde, stompe blaadjes, waarvan de binnenste breed-vliezig gerand zijn, vooral aan de top. De bloemkronen zijn alle dooiergeel. Het lint van de straalbloemen is omgekeerd-eirond, even lang als het omwindsel, 6-tandig, 3-tandig of niet-ingesneden. De schijfbloemen zijn buis-klokvormig, 5-slippig. De vruchten zijn strogeel, die van de straalbloemen hebben aan weerszijden een hoornachtige, naar boven in een tand uitlopende vleugel, zij zijn vanbuiten meestal 3-, vanbinnen 5-ribbig. Die van de schijfbloemen zijn rolrond, 10-ribbig, alle missen de kelkzoom. 3-6 dm. Eenjarig. Juni-augustus, soms ook later.
Verspreiding in Europa en in Nederland
De plant komt op zandige bouwland in geheel Europa voor en is bij ons daar vrij algemeen, ook in de duinen is zij vrij veel gevonden.
Volksnamen
De plant wordt op vele plaatsen goudsbloem genoemd, in Friesland, Noord-Overijsel en Utrecht gele ganzebloem, in Groningen, Utrecht en Waterland strobloem, in Friesland waldblom, daar en in Zuid-Limburg wilde goudsbloem.
segetum = korenminnend.