Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Alter Szerman: verschil tussen versies
Regel 23: | Regel 23: | ||
In oktober 1938 raakte hij gewond bij zware gevechten aan de [[Ebro]] waar slechts zo'n 90 brigadeisten overleefden, en waarbij de Joodse gevangen door de Nationalisten werden geëxecuteerd (i.t.t. de Spaanse gevangenen). Tegen het einde van de oorlog hielpen de restanten van de brigade de terugtrekkende troepen en burgers naar [[Frankrijk]] te vluchten. | In oktober 1938 raakte hij gewond bij zware gevechten aan de [[Ebro]] waar slechts zo'n 90 brigadeisten overleefden, en waarbij de Joodse gevangen door de Nationalisten werden geëxecuteerd (i.t.t. de Spaanse gevangenen). Tegen het einde van de oorlog hielpen de restanten van de brigade de terugtrekkende troepen en burgers naar [[Frankrijk]] te vluchten. | ||
Zijn vriendin [[Adela Korn]] was sinds 1937 een van de communistische vrouwen die als verpleegster aan de slag ging in [[Ontinyent]], waar de vrouwen bekend stonden als [[Las Mamás belgas]]. Adela kon wel veilig naar België terugkeren na het einde van de burgeroorlog. | Zijn vriendin [[Adela Korn]] was sinds 1937 een van de communistische vrouwen die als verpleegster aan de slag ging in [[Ontinyent]], waar de vrouwen bekend stonden als [[Las Mamás belgas]]. Adela kon wel veilig naar België terugkeren na het einde van de burgeroorlog. |
Versie van 20 jun 2020 22:23
Alter Froïm Szerman (Ożarów 17 oktober 1909 - Brussel 10 december 1989) was een Pools-Joodse communist die vocht tijdens de Spaanse Burgeroorlog en die de concentratiekampen overleefde.[1][2][3]
Levensloop
Interbellum
In 1922 emigreerden zijn ouders om te ontsnappen aan de armoede en het antisemitisme. Ze namen de boot naar Liverpool, de eerste etappe in wat een emigratie naar Canada moest worden. Om de reis verder te mogen zetten moest de familie een medische keuring ondergaan en zowel Alter als één van zijn broers raakten wegens zichtproblemen niet door de keuring. Hierop besloot het gezin naar België te emigreren.
In 1926 vond de toen 17-jarige Szerman in Antwerpen een baan als leerling-kleermaker. Omdat hij in Antwerpen al snel een vriendgroep rond zich had besloot hij niet naar Canada te emigreren. Hij woonde debatten bij bij de Kultur Farain, een verreniging van vnl. Letse en Poolse Joden, waarin onder meer het zionisme en het communisme werden bediscussieerd. De Kultur Farain werd langzaam een communistische organisatien hierin onder meer geruggensteund door de Crisis van de jaren 1930.
Spaanse Burgeroorlog
Op 17 oktober 1936 trokken Szerman en een aantal vrienden (Adolphe Karp, François Goth, Bob Berger, Orzcek Czak, Abraham Schapira en Emiel Akkerman) zonder toestemming te vragen aan de KPB naar Spanje om mee te vechten bij de Internationale Brigades.
Op 20 oktober bereikten ze Figueras, en via Portbou trokken ze naar Albacete waar ze lid werden van het Edgar André bataljon van de XI Internationale Brigade. Na een korte opleiding trokken ze naar Madrid waar ze op 8 november naar de frontlinie trokken. De volgende dag zetten de Nationalisten een groot offensief in op de hoofdstad zodat Szerman en zijn vrienden meteen middenin een van de zwaarste gevechten van de oorlog terechtkwamen. De hoofdstad hield uiteindelijk wel stand.
Na 3 maanden, waarna Szerman al als veteraan werd beschouwd, werd hij op 6 februari 1937 samen met Maks Stark en Menke Bober terug naar Albacete gestuurd om een opleiding als officier te volgen. Op 20 maart keerden de 3 terug naar hun bataljon als luitenant.
Na een ongeval waarbij hij een vinger verloor werd Szerman op 15 juni 1937 opgenomen in een ziekenhuis in Murcia. Na zijn herstel ging hij als officier aan de slag bij de 87ste Gemengde Brigade waar hij luitenant werd van het 20ste bataljon.
Bij de slag bij Brunete (6 tot en met 26 juli 1937) werd Szerman gepromoveerd, hoewel hij er niet deelnam aan de gevechten. Een derde van de Brigadisten die deelnamen aan de strijd overleden en eind juli reorganiseerde het opperbevel de Brigades, waarbij ze homogener werden qua afkomst. Szerman werd officier bij de XIIIde Brigade die voornamelijk was samengesteld uit Polen en leden uit de Balkan
In december 1937 werd de XIIIde brigade vernoemd naar Naftali Botwin, waarna de brigade werd omgevormd tot een Joodse brigade, mogelijks omwille van propagandadoeleinden. De BRigade was een van de actiefste ind e oorlog en was bijna dagelijks betrokken bij gevechten, waarbij verschillende commandanten sneuvelden.
In 1938 volgde Szerman de gewonde Emanuel Mink op als commandant van de XIIIde brigade.
In oktober 1938 raakte hij gewond bij zware gevechten aan de Ebro waar slechts zo'n 90 brigadeisten overleefden, en waarbij de Joodse gevangen door de Nationalisten werden geëxecuteerd (i.t.t. de Spaanse gevangenen). Tegen het einde van de oorlog hielpen de restanten van de brigade de terugtrekkende troepen en burgers naar Frankrijk te vluchten.
Zijn vriendin Adela Korn was sinds 1937 een van de communistische vrouwen die als verpleegster aan de slag ging in Ontinyent, waar de vrouwen bekend stonden als Las Mamás belgas. Adela kon wel veilig naar België terugkeren na het einde van de burgeroorlog.
Tweede Wereldoorlog
In februari 1939 vluchtte kapitein Szerman zelf ook naar Frankrijk , waar hij zoals veel andere brigadisten door de Fransen werd opgesloten in concentratiekampen, eerst in Saint-Cyprien, later Argelès, het Kamp van Gurs, Vernet en uiteindelijk in 1941 (dus tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Djelfa in Algerije, toen nog een Franse kolonie.
Szerman werd in 1943 na onderhandelingen door de in Algerije gelande geallieerden vrijgelaten uit het kamp van Djelfa, waarna hij onmiddellijk als soldaat aan de slag ging bij het Britse Royal Army Service Corps
Na de Tweede Wereldoorlog
Pas in 1946 werden Szerman en Korn (die tijdens de oorlog onder meer de concentratiekampen van Auschwitz en Ravensbrück overleefde) in België herenigd, het paar trouwde op 8 oktober 1947 in Brussel en kreeg datzelfde jaar een dochter Thérèse. In 1951 trok het echtpaar, samen met Adela's zus Anna, naar het communistische Polen, hun moederland. Hoewel ze allen sterk communistisch waren viel de realiteit in Polen tegen, ook omdat het land nog steeds sterk antisemitisch was. In 1957 kregen de drie een visum om naar Israël te reizen, een reis die via Brussel liep. Ze waren nooit echt van plan naar Israël te emigreren en bleven in Brussel, waar ze op hulp konden rekenen van de andere overlevenden uit de periode van de Spaanse Burgeroorlog, ze verbleven onder meer maanden bij de zus van Guta Gelibter die arts was in het ziekenhuis in Spanje waar Adela en Anna werkten als verpleegster.
Gedesillusioneerd door het Poolse avontuur verlieten ze de communistische kringen en plooiden terug op hun familie en vrienden. Wel werden ze nog jarenlang gevolgd door de Belgische Staatsveiligheid.
Szerman ging terug aan de slag als kleermaker.
In 1986 reide hij samen met 400 andere ex-brigadisten nog eenmaal terug naar Spanje. Hij overleed op 10 december 1989 in Brussel.
Bronnen, noten en/of referenties
|