Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Fjölsvinnsmál: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Niet-bestaande bestanden verwijderd)
(linkcorrectie)
 
Regel 14: Regel 14:
Fjölsvinn geeft aan dat alleen Svípdag in de armen van Menglad slapen kan en dan maakt Svípdag zich bekend. Menglad begroet Svípdag dan met een [[zoen|kus]], er is verzoening na de terugkeer van Svípdag. Het is de oorsprong van het verhaal van [[de Schone Slaapster]] (in [[Zweden]] ''Törnrosa''), de dochter van de zoon van de ''Slaap-[[Tovenaar]]'' (wel geïdentificeerd als [[Njörd]], tijd en Lentekou)<ref>De Maskers van Odin - Oud-Noordse wijsheid, Elsa-Brita Titchenell, ISBN 9070328631 (Theosophical University Press Agency)</ref>.
Fjölsvinn geeft aan dat alleen Svípdag in de armen van Menglad slapen kan en dan maakt Svípdag zich bekend. Menglad begroet Svípdag dan met een [[zoen|kus]], er is verzoening na de terugkeer van Svípdag. Het is de oorsprong van het verhaal van [[de Schone Slaapster]] (in [[Zweden]] ''Törnrosa''), de dochter van de zoon van de ''Slaap-[[Tovenaar]]'' (wel geïdentificeerd als [[Njörd]], tijd en Lentekou)<ref>De Maskers van Odin - Oud-Noordse wijsheid, Elsa-Brita Titchenell, ISBN 9070328631 (Theosophical University Press Agency)</ref>.


De ingewijde noemt zich de zoon van de Heldere Zon, net als in de Egyptische mysteriën verwijzen naar een straling rondom (''usnīsa'', de [[aureool]] boven of rond het hoofd van [[sattva]]'s, [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Christus]]sen en [[heilig]]en).
De ingewijde noemt zich de zoon van de Heldere Zon, net als in de Egyptische mysteriën verwijzen naar een straling rondom (''usnīsa'', de [[aureool]] boven of rond het hoofd van [[sattva]]'s, [[Jezus Christus|Christus]]sen en [[heilig]]en).


{{Commonscat|Fjölsvinnsmál}}
{{Commonscat|Fjölsvinnsmál}}

Huidige versie van 18 aug 2018 om 19:46

Fjölsvinnsmál (Fjölsvinns gedachtewisseling) vertelt samen met Grógaldr (de toverformules van Gróa, zie ook galdr) het verhaal van de Svípdag en zijn Verschijnen als Dag.

De Oudnoorse liederen werden in ten minste drie manuscripten uit de zeventiende eeuw in omgekeerde volgorde afgedrukt (en gescheiden door Hyndluljóð). Tegenwoordig worden de liederen gepubliceerd als Svipdagsmál.

Het wordt beschouwd als een van de jongste gedichten uit de Noordse mythologie.

Beproeving

In dit lied probeert Svípdag toegang te krijgen tot de zaal van Menglad (een kenning van Freya). Dit is een opdracht van zijn stiefmoeder Skaði. De bewaker van de poort van de zaal noemt zich Fjölsvinn (Ergwijze - Odin) en hij spreekt over de bewakers, de honden Gifr en Gere. Met twee stukken vlees uit het verblijf van de haan Wijdopener kan Svipdag binnengaan terwijl de honden eten.

In de gedaante van Windkou stelt Svípdag vragen en Fjölsvinn geeft antwoord. In het lied wordt Mimameid (de Boom van Kennis, verbonden met Mimir). De held moet Wijdopener, de gouden vogel (haan) in de toppen van Mimameid, bemachtigen en daarvoor moet hij de onderwereld binnengaan om een toverdrank van Lopt (Loki) te krijgen. De heks Sinmara (zoals ook Ceridwen) bewaakt de kookpot met lävaten (net als somadrank helpt het brouwsel het bewustzijn ontvankelijk maken). Het wordt in een ijzeren vat beveiligd door negen stevige sloten. Svipdag moet Sinmara een veer van de gouden vogel schenken om het wapen Lävaten van haar te krijgen.

Gesproken wordt over de Heilige Berg die alle vrouwen zal genezen en de redding is van degenen die offeren op een heilige plaats.

Fjölsvinn geeft aan dat alleen Svípdag in de armen van Menglad slapen kan en dan maakt Svípdag zich bekend. Menglad begroet Svípdag dan met een kus, er is verzoening na de terugkeer van Svípdag. Het is de oorsprong van het verhaal van de Schone Slaapster (in Zweden Törnrosa), de dochter van de zoon van de Slaap-Tovenaar (wel geïdentificeerd als Njörd, tijd en Lentekou)[1].

De ingewijde noemt zich de zoon van de Heldere Zon, net als in de Egyptische mysteriën verwijzen naar een straling rondom (usnīsa, de aureool boven of rond het hoofd van sattva's, Christussen en heiligen).

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Fjölsvinnsmál op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º De Maskers van Odin - Oud-Noordse wijsheid, Elsa-Brita Titchenell, ISBN 9070328631 (Theosophical University Press Agency)
rel=nofollow
rel=nofollow