Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Pol De Mont: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{authority control|TYPE=p|Wikidata= }} {{DEFAULTSORT: De Mont, Pol}}') |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Karel Maria Polydoor (Pol) De Mont''' ([[Wambeek]], [[15 april]] [[1857]] – [[Berlijn]], [[29 juni]] [[1931]]), was een [[Vlaanderen|Vlaams]]e [[schrijver]] en [[dichter]]. Hij is niet te verwarren met zijn neef [[Paul de Mont]]. | |||
{{DEFAULTSORT: | == Levensloop == | ||
Pol De Mont werd geboren in [[Wambeek]], dicht bij [[Brussel (stad)|Brussel]]. Na de [[humaniora]] te hebben gevolgd in [[Ninove]], ging hij naar het Klein Seminarie in [[Mechelen]]. Daar schreef hij zijn eerste gedichten en liet hij in 1875 zijn eerste bundel drukken: ''Klimoprankske''. Twee jaar later ging hij wijsbegeerte en letteren studeren aan de [[KU Leuven|universiteit van Leuven]]. Samen met [[Albrecht Rodenbach]] stichtte hij hier ''[[Het Pennoen]]''. In 1880 werd zijn bundel ''Gedichten'' gepubliceerd, die bekroond werd met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde. | |||
Hij begon zijn loopbaan als leraar in [[Doornik]], aan het [[Koninklijk Atheneum Antwerpen|Koninklijk Atheneum]] van [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]]. Tot zijn leerlingen behoorden de latere schrijver [[Willem Elsschot|Alfons de Ridder]] (Willem Elsschot) en de latere kunstenaar [[Eugeen Van Mieghem]]. Daarna werd hij leraar aan de [[Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen|Koninklijke Academie voor Schone Kunsten]] (1882-1904). | |||
Hij werd ook politiek actief: in 1892 werd hij als liberaal Vlaams kandidaat verkozen als lid van de provincieraad, waarin hij zetelde tot in 1896. | |||
In 1904 werd hij benoemd tot [[conservator]] van het [[Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen|Koninklijk Museum voor Schone Kunsten]] te Antwerpen en zorgde daar voor een grote modernisering. | |||
Het jaar daarop was hij een medeoprichter van het tijdschrift ''[[De Vlaamse Gids]]''. Hoewel hij zich tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] neutraal opstelde, werd hij na de oorlog in de pers beschuldigd van [[Activisme (Vlaanderen)|activisme]]. Hij nam daarom in 1919 ontslag als conservator. | |||
Hij ging een belangrijke rol spelen in de [[Frontpartij]] en werd hoofdredacteur van de [[flamingant]]ische krant ''[[De Schelde (krant)|De Schelde]]''. Enkele van zijn medewerkers daar waren [[Paul van Ostaijen]], [[Alice Nahon]] en [[Gaston Burssens]]. | |||
Samen met [[August Gittée]] begon hij het tijdschrift ''[[Volkskunde (tijdschrift)|Volkskunde]]''. Samen met [[Alfons de Cock]] leverde hij belangrijke bijdragen aan de [[volkskunde]]. | |||
Als dichter behoorde hij tot de [[Tachtigers]]. | |||
Hij was getrouwd met Maria Vander Hulst. | |||
Op het einde van zijn leven maakte hij vele reizen in het buitenland. Tijdens een reis in Duitsland werd hij ziek en overleed in Berlijn. | |||
==Genootschap== | |||
In 2015 werd in zijn geboortedorp het ''Pol De Montgenootschap'' opgericht.<ref>[http://www.poldemontgenootschap.be/ Pol De Montgenootschap]</ref> | |||
== Werken == | |||
* ''Rijzende sterren'' (1879) | |||
* ''Gedichten'' (1880) – Bekroond met de [[Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Proza|Staatsprijs voor Letterkunde]] | |||
* ''Lentesotternijen'' (1881) | |||
* ''Idyllen'' (1882) | |||
* ''Loreley'' (1882) | |||
* ''Idyllen en andere gedichten'' (1884) | |||
* ''Fladderende vlinders'' (1885) | |||
* ''Claribella'' (1893) | |||
* ''Iris'' (1894) | |||
* ''Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes'' (1896) | |||
* ''Dit zijn Vlaamsche vertelsels'' (1898) | |||
* ''Drie groote Vlamingen'' (1901) | |||
* ''Vlaamsche schilders der negentiende eeuw'' (1902) | |||
* ''Koppen en Busten'' (1903), [[Uitgeverij Lamertin]], Brussel | |||
* ''De schilderkunst in België van 1830 tot 1921'' (1921), [[Martinus Nijhoff]], 's-Gravenhage | |||
* ''Zomervlammen'' (1922) | |||
* ''Schilders van Hier en Nu'' (1929), [[Uitgeverij Regenboog]], Antwerpen | |||
* ''Bloemlezing uit zijn poëzie'' (1932) | |||
* ''Keurbladzijden uit het werk'' (1942) | |||
* Een lied van zijn hand, getoonzet door [[Jos de Klerk]], werd opgenomen in de populaire liedbundel ''[[Kun je nog zingen, zing dan mee]]''. | |||
== Weblinks == | |||
* [https://web.archive.org/web/20131019124335/http://www.kbov.be/modules/news/article.php?storyid=43 In Memoriam Pol De Mont] | |||
{{Appendix}} | |||
{{authority control|TYPE=p |ISAAR=au::13075 |DBNL=mont003 |Wikidata=Q3515115}} | |||
{{DEFAULTSORT:Demont, Pol}} | |||
[[Categorie:Vlaams schrijver]] | |||
[[Categorie:Vlaams dichter]] | |||
[[Categorie:Vlaams activist]] | |||
[[Categorie:Conservator|Mont, Pol]] | |||
[[Categorie:Geboren in 1857|Mont, Pol]] | |||
[[Categorie:Overleden in 1931|Mont, Pol]] | |||
[[Categorie:Overleden in Berlijn|Mont, Pol]] |
Versie van 13 mrt 2018 16:32
Karel Maria Polydoor (Pol) De Mont (Wambeek, 15 april 1857 – Berlijn, 29 juni 1931), was een Vlaamse schrijver en dichter. Hij is niet te verwarren met zijn neef Paul de Mont.
Levensloop
Pol De Mont werd geboren in Wambeek, dicht bij Brussel. Na de humaniora te hebben gevolgd in Ninove, ging hij naar het Klein Seminarie in Mechelen. Daar schreef hij zijn eerste gedichten en liet hij in 1875 zijn eerste bundel drukken: Klimoprankske. Twee jaar later ging hij wijsbegeerte en letteren studeren aan de universiteit van Leuven. Samen met Albrecht Rodenbach stichtte hij hier Het Pennoen. In 1880 werd zijn bundel Gedichten gepubliceerd, die bekroond werd met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde.
Hij begon zijn loopbaan als leraar in Doornik, aan het Koninklijk Atheneum van Antwerpen. Tot zijn leerlingen behoorden de latere schrijver Alfons de Ridder (Willem Elsschot) en de latere kunstenaar Eugeen Van Mieghem. Daarna werd hij leraar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (1882-1904).
Hij werd ook politiek actief: in 1892 werd hij als liberaal Vlaams kandidaat verkozen als lid van de provincieraad, waarin hij zetelde tot in 1896.
In 1904 werd hij benoemd tot conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen en zorgde daar voor een grote modernisering.
Het jaar daarop was hij een medeoprichter van het tijdschrift De Vlaamse Gids. Hoewel hij zich tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal opstelde, werd hij na de oorlog in de pers beschuldigd van activisme. Hij nam daarom in 1919 ontslag als conservator.
Hij ging een belangrijke rol spelen in de Frontpartij en werd hoofdredacteur van de flamingantische krant De Schelde. Enkele van zijn medewerkers daar waren Paul van Ostaijen, Alice Nahon en Gaston Burssens.
Samen met August Gittée begon hij het tijdschrift Volkskunde. Samen met Alfons de Cock leverde hij belangrijke bijdragen aan de volkskunde. Als dichter behoorde hij tot de Tachtigers.
Hij was getrouwd met Maria Vander Hulst. Op het einde van zijn leven maakte hij vele reizen in het buitenland. Tijdens een reis in Duitsland werd hij ziek en overleed in Berlijn.
Genootschap
In 2015 werd in zijn geboortedorp het Pol De Montgenootschap opgericht.[1]
Werken
- Rijzende sterren (1879)
- Gedichten (1880) – Bekroond met de Staatsprijs voor Letterkunde
- Lentesotternijen (1881)
- Idyllen (1882)
- Loreley (1882)
- Idyllen en andere gedichten (1884)
- Fladderende vlinders (1885)
- Claribella (1893)
- Iris (1894)
- Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes (1896)
- Dit zijn Vlaamsche vertelsels (1898)
- Drie groote Vlamingen (1901)
- Vlaamsche schilders der negentiende eeuw (1902)
- Koppen en Busten (1903), Uitgeverij Lamertin, Brussel
- De schilderkunst in België van 1830 tot 1921 (1921), Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage
- Zomervlammen (1922)
- Schilders van Hier en Nu (1929), Uitgeverij Regenboog, Antwerpen
- Bloemlezing uit zijn poëzie (1932)
- Keurbladzijden uit het werk (1942)
- Een lied van zijn hand, getoonzet door Jos de Klerk, werd opgenomen in de populaire liedbundel Kun je nog zingen, zing dan mee.
Weblinks
Bronnen, noten en/of referenties |