Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
René Leon Antoine Daem: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ren%C3%A9_Leon_Antoine_Daem&oldid=46926029) |
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Ren%C3%A9_Leon_Antoine_Daem&oldid=46931151 Derave1941 17 jun 2016) |
||
Regel 29: | Regel 29: | ||
==De Tweede Wereldoorlog== | ==De Tweede Wereldoorlog== | ||
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Daem aangesteld als brancardier. De dag voor de Belgische capitulatie werd hij met vele andere Belgische militairen door de Duitse bezetter gevangen genomen en op transport gezet naar Duitsland. De inscheping gebeurde in het Nederlandse Walsoorden, in drie schepen. Daem bevond zich op het binnenschip "[[Rhenus 127 (schip, 1922)|Rhenus 127]]" dat op 30 mei 1940 ter hoogte van Willemstad, Moerdijk in Holland op een magnetische zeemijn voer waardoor het overvolle schip in twee brak. Tweehonderd Belgische soldaten verdronken. Daem stond in als priester en als brancardier voor de berging van 159 teruggevonden stoffelijke resten van de verdronken soldaten en hielp mee aan de verpleging van 100 gewonde soldaten. Later beschreef Daem deze gruwelijke gebeurtenis in een boek dat rond 1950{{Bron?|1920 is in ieder geval fout|2016|06|15}} werd uitgegeven naar aanleiding van de oprichting van een Memoriaal. Samen met zijn ouders stond hij in voor de opvang van de bedroefde ouders en verstrekte hen de nodige informatie. | Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Daem aangesteld als brancardier. De dag voor de Belgische capitulatie werd hij met vele andere Belgische militairen door de Duitse bezetter gevangen genomen en op transport gezet naar Duitsland. De inscheping gebeurde in het Nederlandse Walsoorden, in drie schepen. Daem bevond zich op het binnenschip "[[Rhenus 127 (schip, 1922)|Rhenus 127]]" dat op 30 mei 1940 ter hoogte van Willemstad, Moerdijk in Holland op een magnetische zeemijn voer waardoor het overvolle schip in twee brak. Tweehonderd Belgische soldaten verdronken. Daem stond in als priester en als brancardier voor de berging van 159 teruggevonden stoffelijke resten van de verdronken soldaten en hielp mee aan de verpleging van 100 gewonde soldaten. Later beschreef Daem deze gruwelijke gebeurtenis in een boek dat rond 1950{{Bron?|1920 is in ieder geval fout|2016|06|15}} werd uitgegeven naar aanleiding van de oprichting van een Memoriaal. Samen met zijn ouders stond hij in voor de opvang van de bedroefde ouders en verstrekte hen de nodige informatie. Wij lazen een fragmentje uit de plaatselijke krant van Willemstad van 30 mei 1940, waarin pastoor Juten beweerde dat de ramp fel was overdreven. "Eerst waren er 700 doden, dan 300 slachtoffers. Er liggen hier juist geteld 101 Belgische soldaten begraven. De bewoners werden door een vreselijke knal opgeschrikt. Ik werd geholpen door 3 priesters/brancardiers waaronder René Daem die toen leraar was in GeraardsbergenIn juni 1941 werd hij benoemd tot onderpastoor te Ledeberg op de Sint-Lievinusparochie, waar hij zou blijven tot maart 1951. Op 10 april 1944 werd het vormingsstation van Merelbeke, de omgeving en Ledeberg zwaar getroffen door vele Amerikaanse bommenwerpers. Opnieuw was Daem als priester en hulpverlener in de weer om stervenden bij te staan, er voor zorgend dat de berging van lijken respectvol verliep. Niet alleen bijstand onder vorm van de [[Laatste heilige sacramenten|Laatste Sacramenten]] maar ook troost aan de zwaarbeproefde families. | ||
==Na-oorlogse periode== | ==Na-oorlogse periode== | ||
In zijn studententijd had Daem zich aangesloten bij het [[Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond]] en bleef tot zijn dood trouw aan die ideologie. Daem geloofde in het streven naar Vlaamse ontvoogding en zelfbestuur. Het gebeurde vaak dat jonge seminaristen zich als lid van het AKVS durfden verzetten tegen het Bisschoppelijk gezag. Kort na de bevrijding colporteerde een man op het marktplein van Ledeberg met een krantje "De Werker" met als hoofdtitel; "De gehele waarheid rond Paster Daem".<ref>Via het Gentse AMSAB is gebleken dat er destijds een socialistisch krantje onder die naam was. De betreffende uitgave is niet achterhaald.</ref> Daem kende de man en kocht een exemplaar. Daem is bij de bevrijding door leden van de Weerstand hardhandig uit zijn parochiekerk gehaald, maar er bleek dat hem geen daden van collaboratie met de bezetter konden worden aangewreven. "Bij de bevrijding werd hij uit zijn biechtstoel gehaald" getuige: Mw. Denise Goethals. "Bij de bevrijding werd hij uit zijn biechtstoel gesleurd door de Witte Brigade" getuige Mw. Martha Pieters. "Tijdens de oorlogsjaren heeft René Daem" het vertrek van Vlaamse jongens naar het Oostfront niet openlijk afgeraden" getuige Luc Vande Velde. Door het Gentse Bisdom werd hem aangeraden het land te verlaten. Daem gleed af naar een toestand die dubbelzinnig " | In zijn studententijd had Daem zich aangesloten bij het [[Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond]] en bleef tot zijn dood trouw aan die ideologie. Daem geloofde in het streven naar Vlaamse ontvoogding en zelfbestuur. Het gebeurde vaak dat jonge seminaristen zich als lid van het AKVS durfden verzetten tegen het Bisschoppelijk gezag. Kort na de bevrijding colporteerde een man op het marktplein van Ledeberg met een krantje "De Werker" met als hoofdtitel; "De gehele waarheid rond Paster Daem".<ref>Via het Gentse AMSAB is gebleken dat er destijds een socialistisch krantje onder die naam was. De betreffende uitgave is niet achterhaald.</ref> Daem kende de man en kocht een exemplaar. Daem is bij de bevrijding door leden van de Weerstand hardhandig uit zijn parochiekerk gehaald, maar er bleek dat hem geen daden van collaboratie met de bezetter konden worden aangewreven. "Bij de bevrijding werd hij uit zijn biechtstoel gehaald" getuige: Mw. Denise Goethals. "Bij de bevrijding werd hij uit zijn biechtstoel gesleurd door de Witte Brigade" getuige Mw. Martha Pieters. "Tijdens de oorlogsjaren heeft René Daem" het vertrek van Vlaamse jongens naar het Oostfront niet openlijk afgeraden" getuige Luc Vande Velde. Helaas bestaan geen schriftelijke bewijzen van de twee voornoemde getuigen. Wat de 3de getuige betreft, kunnen wij slechts een fragment uit zijn brief vermelden. Door het Gentse Bisdom werd hem aangeraden het land te verlaten. In dat verband schreef een tijdgenoot, Luc Vande Velde ons het volgende; "Opeens was René een vrije vogel. Geen parochiewerk meer. Geen soutane! Was hij protestant geworden? Waarom leerde hij de Bahasa-Indonesische taal? Daem gleed af naar een toestand die dubbelzinnig "Les Petites Vicaires" werd genoemd, een scheldnaam die hij overigens als een eer beschouwde. Reeds ten tijde van de ramp met de Rhenus had Daem plannen en contacten gelegd met de hoofdalmoezenier van het Nederlands leger om zich als missionaris te verbinden met het Nederlands Missiewerk "Societas Verbi Divini". In 1953, toen Daem onderpastoor was te Gent op de Sint-Paulusparochie, had hij contacten met de Indonesische bisschop van Bekkum die hem vroeg om naar Ruting in Flores Indonesië te komen voor missiewerk. Professor Natuurrecht aan de Universiteit van Jakarta en adviseur van Soekarno gaf René Daem het "Visum Permanent" Later werd Daem ontvangen bij Soekarno. Gezien hij als priester onder het bestuur van de Gentse bisschop [[Karel Justinus Calewaert|Calewaert]] resulteerde kreeg René Daem de toelating om die missieopdracht aan te nemen. <ref>Bron: Kadoc Leuven, die over documentatie en fotomateriaal beschikt over het leven en werk van René Daem.</ref> {{Bron?|2=2016|3=6|4=15}} | ||
==Flores Indonesië== | ==Flores Indonesië== | ||
Daem verliet allen die hij lief had in Vlaanderen en koos voor één der meest primitieve bevolkingsgroepen in Waerana Flores (Indonesië), waar aanvankelijk alleen de gezondheidszorg prioritair was. De geestelijke bijstand kwam later, gevolgd door de landbouwontwikkeling. Van "Petit Vicaire" in Vlaanderen groeide Daem uit tot een pionier met veertig jaren diensttijd als veelzijdig parochiepriester in een ver land waarvan hij tijdens zijn levensavond liet optekenen: "Het heeft geen zin meer terug te keren naar Vlaanderen. Ik hou van deze mensen hier in Flores en wil tussen hen begraven worden!" Aan die ultieme wens werd voldaan op 7 oktober 1994. | Daem verliet allen die hij lief had in Vlaanderen en koos voor één der meest primitieve bevolkingsgroepen in Waerana Flores (Indonesië), waar aanvankelijk alleen de gezondheidszorg prioritair was. In zijn geschriften aan het thuisfront had hij het dikwijls over het totaal gebrek aan hygiëne die zijn eerste bekommernis was. De geestelijke bijstand kwam later, gevolgd door de landbouwontwikkeling. Het pionierswerk dat René Daem gedurende vele jaren aldaar heeft volgehouden wierp zijn vruchten af en de hoge onderscheidingen die hij mocht ontvangen van Soekarno waren daar de bewijzen voor. Op geestelijk vlak vermelden wij dat 80% van de bevolking in Flores gedoopt werd. Prestatie die niet door iedereen in dank werd aangenomen. De sterke persoonlijkheid van René was daar niet vreemd aan want zelfs zijn vijanden moesten bekennen dat het succes van het christendom ongetwijfeld was te verklaren door zijn verdraagzaamheid als missionaris ten aanzien van de lokale tradities waarbij de eerbied voor de aarde als voedselbron hoog stond aangeschreven. Van "Petit Vicaire" in Vlaanderen groeide Daem uit tot een pionier met veertig jaren diensttijd als veelzijdig parochiepriester in een ver land waarvan hij tijdens zijn levensavond liet optekenen: "Het heeft geen zin meer terug te keren naar Vlaanderen. Ik hou van deze mensen hier in Flores en wil tussen hen begraven worden!" Aan die ultieme wens werd voldaan op 7 oktober 1994. | ||
{{Appendix|1=noot|2= | {{Appendix|1=noot|2= | ||
{{References}} | |||
;Bronnen | ;Bronnen | ||
* Stichting "Karunia" Ben van der Schueren. AMSAB-Gent. Mw. Jeanette van Oostrum. KADOC-Leuven, | * Fragment uit de plaatselijke krant van Willemstad 30-5-1940 met nota's van pastoor Juten. - Stichting "Karunia" - Boekje: René Daem. 1994 door Ben van der Schueren. - AMSAB-Gent. - Mw. Jeanette van Oostrum. - KADOC-Leuven, - Mw. M.J. Colson-Flores. | ||
* De heer Johan Goedefroot, pastoor Ledeberg, Liber Memorialis. "Priesters in het Veldgrijs" door Kolonel H.J.J.M. van Straelen, hoofdalmoezenier Nederland en Hans Hermans. Archief SVD, Peter vande Wiel. Nederland. Gedenkboek René Daem door Luk De Hovre S.J. | * De heer Johan Goedefroot, pastoor Ledeberg, Liber Memorialis. - "Priesters in het Veldgrijs" door Kolonel H.J.J.M. van Straelen, hoofdalmoezenier Nederland en Hans Hermans. - Archief SVD, Peter vande Wiel. Nederland. - Gedenkboek René Daem door Luk De Hovre S.J. - "Ramp met de Rhenus" met een voorwoord door Joannes Kardinaal De Jong aartsbisschop van Utrecht, 2de druk UItgever: Paul Brand. Bussum 1947. | ||
}} | |||
{{DEFAULTSORT:Daem, Rene}} | |||
{{DEFAULTSORT:Daem, Rene}} | |||
[[Categorie:Priester]] | [[Categorie:Priester]] | ||
[[Categorie:Belgisch geestelijke]] | [[Categorie:Belgisch geestelijke]] |
Versie van 18 jun 2016 09:30
René Leon Antoine Daem | ||
Bestand:René Daem1.jpeg | ||
Priester van de Rooms-Katholieke Kerk | ||
Geboren | 17 augustus 1912 | |
Plaats | Wetteren | |
Overleden | 5 oktober 1994 | |
Plaats | Waerana Flores, Indonesië | |
Wijdingen | ||
Priester | 1936 |
René Leon Antoine Daem (Wetteren, 17 augustus 1912 - Waerana (Flores), 5 oktober 1994) was een Belgisch priester uit Vlaanderen die veertig jaar lang missiewerk verrichtte op het Indonesische eiland Flores.
De keuze voor het pastoraat aan de andere kant van de wereld is te verklaren door een bittere controverse over zijn houding in de Tweede Wereldoorlog en een daaropvolgende sanctie hem opgelegd door de toenmalige bisschop van Gent. Daem vertrok in 1953 als priester naar Indonesië. Hij verrichtte daar missiearbeid met respect voor de plaatselijke cultuur en voelde zich sterk betrokken bij de noden van de plaatselijke bevolking.
Jeugdjaren
Zijn vader, Hector Daem, was facteur en woonde met zijn gezin in de Benedenstraat te Wetteren, dicht bij "De Fonteine" en "De Kruis-Lieve-Here". Daem bracht zijn kinderjaren door in de parochie en ging naar de lagere school in het Sint-Franciscuscollege te Wetteren. Zijn moeder was Adèle Lips.
In 1924 begon Daem z'n Latijnse studies in het College te Wetteren en twee jaar later te Dendermonde en na het beëindigen van de Retorica in 1930 maakte hij bekend dat hij priester wou worden.
Ontwikkeling tot pastoor
Na twee jaar seminarie te Gent volgde hij vier jaar Groot Seminarie. Tijdens zijn vrije uurtjes deed hij bureelwerk bij Arsène Goedertier en was op de hoogte over het "Mysterie" van de roof van enkele panelen van het veelluik Lam Gods te Gent. Daem was actief in diverse Vlaams-Nationale activiteiten. Daem werd tot priester gewijd te Gent in 1936. Het jaar van zijn priesterwijding was voor Daem zeer ingrijpend gezien in dat jaar het stoffelijk overschot van Pater Damiaan met het Belgisch schoolschip Mercator overgebracht werd van Molokai naar Antwerpen. Dit heeft Daem sterk geïnspireerd tot zijn latere beslissing inzake missionariswerk. Toch zouden er nog andere redenen plaatsgrijpen die hem zijn beslissing deden intensiveren. Van 1936 tot 1941 was hij leraar Latijn-Grieks te Geraardsbergen aan het Sint-Catharinacollege en vanaf het jaar 1937 was hij hulp-onderpastoor te Sint-Martens-Lierde.
De Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Daem aangesteld als brancardier. De dag voor de Belgische capitulatie werd hij met vele andere Belgische militairen door de Duitse bezetter gevangen genomen en op transport gezet naar Duitsland. De inscheping gebeurde in het Nederlandse Walsoorden, in drie schepen. Daem bevond zich op het binnenschip "Rhenus 127" dat op 30 mei 1940 ter hoogte van Willemstad, Moerdijk in Holland op een magnetische zeemijn voer waardoor het overvolle schip in twee brak. Tweehonderd Belgische soldaten verdronken. Daem stond in als priester en als brancardier voor de berging van 159 teruggevonden stoffelijke resten van de verdronken soldaten en hielp mee aan de verpleging van 100 gewonde soldaten. Later beschreef Daem deze gruwelijke gebeurtenis in een boek dat rond 1950[bron?] werd uitgegeven naar aanleiding van de oprichting van een Memoriaal. Samen met zijn ouders stond hij in voor de opvang van de bedroefde ouders en verstrekte hen de nodige informatie. Wij lazen een fragmentje uit de plaatselijke krant van Willemstad van 30 mei 1940, waarin pastoor Juten beweerde dat de ramp fel was overdreven. "Eerst waren er 700 doden, dan 300 slachtoffers. Er liggen hier juist geteld 101 Belgische soldaten begraven. De bewoners werden door een vreselijke knal opgeschrikt. Ik werd geholpen door 3 priesters/brancardiers waaronder René Daem die toen leraar was in GeraardsbergenIn juni 1941 werd hij benoemd tot onderpastoor te Ledeberg op de Sint-Lievinusparochie, waar hij zou blijven tot maart 1951. Op 10 april 1944 werd het vormingsstation van Merelbeke, de omgeving en Ledeberg zwaar getroffen door vele Amerikaanse bommenwerpers. Opnieuw was Daem als priester en hulpverlener in de weer om stervenden bij te staan, er voor zorgend dat de berging van lijken respectvol verliep. Niet alleen bijstand onder vorm van de Laatste Sacramenten maar ook troost aan de zwaarbeproefde families.
Na-oorlogse periode
In zijn studententijd had Daem zich aangesloten bij het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond en bleef tot zijn dood trouw aan die ideologie. Daem geloofde in het streven naar Vlaamse ontvoogding en zelfbestuur. Het gebeurde vaak dat jonge seminaristen zich als lid van het AKVS durfden verzetten tegen het Bisschoppelijk gezag. Kort na de bevrijding colporteerde een man op het marktplein van Ledeberg met een krantje "De Werker" met als hoofdtitel; "De gehele waarheid rond Paster Daem".[1] Daem kende de man en kocht een exemplaar. Daem is bij de bevrijding door leden van de Weerstand hardhandig uit zijn parochiekerk gehaald, maar er bleek dat hem geen daden van collaboratie met de bezetter konden worden aangewreven. "Bij de bevrijding werd hij uit zijn biechtstoel gehaald" getuige: Mw. Denise Goethals. "Bij de bevrijding werd hij uit zijn biechtstoel gesleurd door de Witte Brigade" getuige Mw. Martha Pieters. "Tijdens de oorlogsjaren heeft René Daem" het vertrek van Vlaamse jongens naar het Oostfront niet openlijk afgeraden" getuige Luc Vande Velde. Helaas bestaan geen schriftelijke bewijzen van de twee voornoemde getuigen. Wat de 3de getuige betreft, kunnen wij slechts een fragment uit zijn brief vermelden. Door het Gentse Bisdom werd hem aangeraden het land te verlaten. In dat verband schreef een tijdgenoot, Luc Vande Velde ons het volgende; "Opeens was René een vrije vogel. Geen parochiewerk meer. Geen soutane! Was hij protestant geworden? Waarom leerde hij de Bahasa-Indonesische taal? Daem gleed af naar een toestand die dubbelzinnig "Les Petites Vicaires" werd genoemd, een scheldnaam die hij overigens als een eer beschouwde. Reeds ten tijde van de ramp met de Rhenus had Daem plannen en contacten gelegd met de hoofdalmoezenier van het Nederlands leger om zich als missionaris te verbinden met het Nederlands Missiewerk "Societas Verbi Divini". In 1953, toen Daem onderpastoor was te Gent op de Sint-Paulusparochie, had hij contacten met de Indonesische bisschop van Bekkum die hem vroeg om naar Ruting in Flores Indonesië te komen voor missiewerk. Professor Natuurrecht aan de Universiteit van Jakarta en adviseur van Soekarno gaf René Daem het "Visum Permanent" Later werd Daem ontvangen bij Soekarno. Gezien hij als priester onder het bestuur van de Gentse bisschop Calewaert resulteerde kreeg René Daem de toelating om die missieopdracht aan te nemen. [2] [bron?]
Flores Indonesië
Daem verliet allen die hij lief had in Vlaanderen en koos voor één der meest primitieve bevolkingsgroepen in Waerana Flores (Indonesië), waar aanvankelijk alleen de gezondheidszorg prioritair was. In zijn geschriften aan het thuisfront had hij het dikwijls over het totaal gebrek aan hygiëne die zijn eerste bekommernis was. De geestelijke bijstand kwam later, gevolgd door de landbouwontwikkeling. Het pionierswerk dat René Daem gedurende vele jaren aldaar heeft volgehouden wierp zijn vruchten af en de hoge onderscheidingen die hij mocht ontvangen van Soekarno waren daar de bewijzen voor. Op geestelijk vlak vermelden wij dat 80% van de bevolking in Flores gedoopt werd. Prestatie die niet door iedereen in dank werd aangenomen. De sterke persoonlijkheid van René was daar niet vreemd aan want zelfs zijn vijanden moesten bekennen dat het succes van het christendom ongetwijfeld was te verklaren door zijn verdraagzaamheid als missionaris ten aanzien van de lokale tradities waarbij de eerbied voor de aarde als voedselbron hoog stond aangeschreven. Van "Petit Vicaire" in Vlaanderen groeide Daem uit tot een pionier met veertig jaren diensttijd als veelzijdig parochiepriester in een ver land waarvan hij tijdens zijn levensavond liet optekenen: "Het heeft geen zin meer terug te keren naar Vlaanderen. Ik hou van deze mensen hier in Flores en wil tussen hen begraven worden!" Aan die ultieme wens werd voldaan op 7 oktober 1994.
Noten
|