Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gewichtenregeling: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gewichtenregeling&oldid=46807543 -1- Surya Carrilho 29 mei 2016)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gewichtenregeling&diff=cur&oldid=46817042)
Regel 1: Regel 1:
De '''gewichtenregeling''' is in financieel opzicht een van de belangrijkste instrumenten van het onderwijsachterstandenbeleid.<ref>Driessen, G. (2014) Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleverd? Een review van empirisch onderzoek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 53, 210-220.</ref> De regeling dateert uit 1985 en is daarmee ook de oudste maatregel die zich inzet voor het verbeteren van de prestaties van doelgroepleerlingen in het basisonderwijs en het verhogen van de doorstroom naar hogere vormen van het voortgezet onderwijs. <ref>Ledoux, G., Roeleveld, J., Driessen, G., Cuppen. J., & Meijer, J.(2011) Prestaties en loopbanen van doelgroepleerlingen in het onderwijsachterstandenbeleid.Stand van zaken en de ontwikkelingen in de periode 1994-2007. Amsterdam: Kohnstamm Instituut/Nijmegen:ITS.</ref>
<!-- Welk land? Wat houdt "gewicht" in? Artikel lijkt geschreven te zijn voor mensen die al weten wat dit systeem inhoudt, Wikipedia is echter ook bedoelt voor mensen die er nog niks van weten.  Opmaak voldoet nog niet. G-->
Scholen ontvangen extra financiële middelen wanneer een leerling een vergroot risico loopt op een onderwijsachterstand ten gevolge van factoren in de thuissituatie.<ref>Mulder, L. (2013) Allochtone leerlingen en onderwijsachterstand
De '''gewichtenregeling''' is een regeling in het Nederlandse [[basisonderwijs]] en richt zich op het verminderen van onderwijsachterstanden van risicoleerlingen. Het 'gewicht' houdt in dat een leerling op basis van bepaalde wettelijke criteria wordt 'gewogen'. De criteria die worden meegenomen zijn factoren in de thuissituatie die ervoor zorgen dat de leerling een vergroot risico loopt op een onderwijsachterstand.<ref>Mulder, L. (2013) Allochtone leerlingen en onderwijsachterstand.</ref> Het gewicht van een leerling bepaalt de subsidie die een school voor de leerling krijgt. Tegenwoordig wordt het gewicht van een leerling berekend op basis van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers. Het basisgewicht van een leerling is 0,0 en dit kan oplopen tot 1,2.
De ontwikkeling van specifiek naar generiek beleid. In L. Coello (Ed.), Het minderhedenbeleid voorbij (pp.91-111). Amsterdam:Amsterdam University Press.</ref> Deze leerlingen krijgen een ‘gewicht’ toegekend waardoor ze voor meer dan één leerling meewegen en op deze manier voor de school extra formatie opleveren.  


===Ontwikkelingen===
Het doel van de gewichtenregeling is het verbeteren van de leerprestaties van doelgroepleerlingen in het basisonderwijs en het verhogen van de doorstroom naar hogere vormen van het voorgezet onderwijs.<ref>Ledoux, G., Roeleveld, J., Driessen, G., Cuppen. J., & Meijer, J.(2011) Prestaties en loopbanen van doelgroepleerlingen in het onderwijsachterstandenbeleid.Stand van zaken en de ontwikkelingen in de periode 1994-2007. Amsterdam: Kohnstamm Instituut/Nijmegen:ITS.</ref> De gewichtenregeling is in financieel opzicht een van de belangrijkste instrumenten van het onderwijsachterstandenbeleid.<ref>Driessen, G. (2014) Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleverd? Een review van empirisch onderzoek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 53, 210-220.</ref>
De gewichtenregeling is in 1985 van start gegaan, maar de manier waarop de gewichten zijn berekend is enkele malen veranderd. Aanvankelijk werd op grond van een combinatie van de [[Wikipedia| etniciteit]], opleiding en het beroep van de ouders/verzorgers bepaald in hoeverre scholen in aanmerking kwamen voor extra bekostiging. Vervolgens is beroep als indicator losgelaten en werd het leerlingengewicht bepaald op basis van de etniciteit en de opleiding van de ouders/verzorgers. Vanaf het schooljaar 2006/2007 is het criterium etniciteit komen te vervallen en wordt alleen nog de opleiding van de ouders/verzorgers meegewogen. <ref>Fettelaar, D.,& Smeets, E. (2013) Mogelijke indicatoren van schoolgewichten. Nijmegen:ITS.</ref>
Naast de gewichtenregeling is er extra budget voor scholen in impulsgebieden. Hierdoor zijn de negatieve gevolgen voor allochtone leerlingen beperkt gebleven.


===Toekenning van gewichten===
In Vlaanderen is een gelijkaardige regeling van kracht onder de naam [[Gelijke Onderwijskansen]](GOK). Scholen krijgen extra financiering toegekend aan de hand van het aantal indicatorleerlingen op de school. Er wordt bepaald of een leerling een indicatorleerling is aan de hand van het hoogst behaalde opleidingsniveau van de moeder, de thuistaal van de leerling en het gezinsinkomen.<ref> Ooghe, E. (2013). Leiden GOK-middelen tot leerwinsten?. Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 2012(3), 377-382. </ref>
Het gewicht van een leerling wordt bepaald als de leerling voor het eerst naar school gaat. Als een leerling wisselt van school dan wordt het leerlingengewicht opnieuw bepaald. <ref> https://www.duo.nl/zakelijk/primair-onderwijs/leerlingenadministratie/gewicht-leerling-bepalen/hoe-het-werkt.jsp.</ref> Scholen berekenen het gewicht van een leerling aan de hand van de voorgeschreven ouderverklaring waarin de opleiding van de ouders/verzorgers wordt ingevuld. Op basis van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers worden de leerlingen ingedeeld in een van de drie categorieën:
*'''Categorie 1''':Ouders/verzorgers die geen onderwijs hebben genoten of maximaal basisonderwijs hebben genoten. Ook ouders/verzorgers die speciaal onderwijs hebben gehad of [[Wikipedia|ZMLK-onderwijs]]vallen onder deze categorie.
*'''Categorie 2''':Ouders/verzorgers die maximaal lager beroepsonderwijs, voorbereidend beroepsonderwijs, vmbo basis, kaderberoepsgerichte leerweg, leerwegondersteunend beroepsonderwijs of vmbo basis hebben genoten. Ook ouders/verzorgers die maximaal twee klassen/leerjaren onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs hebben gevolgd behoren tot deze categorie.  
*'''Categorie 3''': Ouders/verzorgers die meer dan twee klassen of leerjaren mavo (c of d niveau), vmbo gemengde leerweg, vmbo theoretische leerweg, havo of vwo. Of ouders/verzorgers die een mbo, hbo of wo opleiding hebben afgerond.


Afhankelijk van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers krijgt de leerling de gewichten 0, 0.3, of 1.2 toebedeeld. Deze gewichten zijn gekoppeld aan de opleidingscategorieën 1, 2 en 3.  
==Ontwikkelingen==
De gewichtenregeling is in 1985 in Nederland van kracht gegaan, maar de manier waarop de gewichten zijn berekend is enkele malen veranderd. Aanvankelijk werd op grond van een combinatie van de [[Wikipedia| etniciteit]], opleiding en het beroep van de ouders/verzorgers bepaald in hoeverre scholen in aanmerking kwamen voor extra bekostiging. Vervolgens is beroep als indicator losgelaten en werd het leerlingengewicht bepaald op basis van de etniciteit en de opleiding van de ouders/verzorgers. Vanaf het schooljaar 2006/2007 is het criterium etniciteit komen te vervallen en wordt alleen nog de opleiding van de ouders/verzorgers meegewogen.<ref>Fettelaar, D.,& Smeets, E. (2013) Mogelijke indicatoren van schoolgewichten. Nijmegen:ITS</ref> Naast de gewichtenregeling is er extra budget voor scholen in impulsgebieden. Hierdoor zijn de negatieve gevolgen voor [[allochtone]] leerlingen beperkt gebleven.


*Het gewicht 1.2 wordt aan een leerling toegekend als één ouder/verzorger een opleiding heeft gevolgd uit categorie 1 en de andere ouder/verzorger een opleiding heeft gevolgd uit categorie 1 dan wel 2.  
==Toekenning van gewichten==
Het gewicht van een leerling wordt bepaald als de leerling voor het eerst naar school gaat. Bij een overstap naar een andere school wordt het gewicht opnieuw bepaald.<ref>Dienst Uitvoering Onderwijs (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap): [https://www.duo.nl/zakelijk/primair-onderwijs/leerlingenadministratie/gewicht-leerling-bepalen/hoe-het-werkt.jsp Gewicht leerling bepalen]</ref> Scholen berekenen het gewicht van een leerling aan de hand van de voorgeschreven ouderverklaring waarin de opleiding van de ouders/verzorgers wordt ingevuld. De leerlingen worden in een van de onderstaande drie categorieën ingedeeld aan de hand van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers.
 
;Categorie 1:Ouders/verzorgers die geen onderwijs of maximaal basisonderwijs hebben genoten. Ook ouders/verzorgers die [[speciaal onderwijs]] hebben gehad of [[Wikipedia|ZMLK-onderwijs]]vallen onder deze categorie. 
;Categorie 2:Ouders/verzorgers die maximaal [[lager beroepsonderwijs]], [[voorbereidend beroepsonderwijs]], [[kaderberoepsgerichte leerweg]], leerwegondersteunend beroepsonderwijs of vmbo basis hebben genoten. Ook ouders/verzorgers die maximaal twee klassen/leerjaren onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs hebben gevolgd behoren tot deze categorie.
;Categorie 3: Ouders/verzorgers die meer dan twee klassen of leerjaren mavo (c of d niveau), vmbo gemengde leerweg, vmbo theoretische leerweg, havo of vwo. Of ouders/verzorgers die een mbo, hbo of universitaire opleiding hebben afgerond.
 
Afhankelijk van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers krijgt de leerling de gewichten 0, 0,3, of 1,2 toebedeeld. Deze gewichten zijn gekoppeld aan de opleidingscategorieën 1, 2 en 3.
 
*Het gewicht 1.2 wordt aan een leerling toegekend als één ouder/verzorger een opleiding heeft gevolgd uit categorie 1 en de andere ouder/verzorger een opleiding heeft gevolgd uit categorie 1 of 2.  
*Een gewicht van 0.3 wordt aan een leerling toegekend als beide ouders/verzorgers een opleiding uit categorie 2 hebben genoten.  
*Een gewicht van 0.3 wordt aan een leerling toegekend als beide ouders/verzorgers een opleiding uit categorie 2 hebben genoten.  
*Het gewicht van 0 wordt toegekend als minimaal een van de ouders/verzorgers een opleiding uit categorie 3 heeft gevolgd.  
*Het gewicht van 0 wordt toegekend als minimaal een van de ouders/verzorgers een opleiding uit categorie 3 heeft gevolgd.  
De scholen verzamelen de informatie over de opleiding van de ouders en baseren op basis daarvan het schoolgewicht. <ref> https://duo.nl/open_onderwijsdata/images/Toelichting%2001.%20Leerlingen%20bo%20-%20leerlinggewicht%20en%20schoolgewicht.pdf. </ref> Het schoolgewicht wordt per schoolvestiging berekend: (het aantal leerlingen met het gewicht 0.3 x 0.3) + aantal leerlingen met gewicht 1.2 x 1.2). Op basis van het schoolgewicht wordt bepaald of een school recht heeft op extra financiële middelen en de hoogte daarvan. Er wordt echter een drempel van 6% gehanteerd, dit betekent dat de eerste 6% doelgroep leerlingen van een school niet meetellen in de berekening. De uitkomst van het schoolgewicht wordt verminderd met 0.06 x het totaal aantal leerlingen. Als de uitkomst 1 of lager is dan wordt het schoolgewicht 0. Daarnaast wordt er ook een bovengrens van 0.8 gehanteerd.
De scholen verzamelen de informatie over de opleiding van de ouders en baseren op basis daarvan het schoolgewicht.<ref>Dienst Uitvoering Onderwijs (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap):[https://duo.nl/open_onderwijsdata/images/Toelichting%2001.%20Leerlingen%20bo%20-%20leerlinggewicht%20en%20schoolgewicht.pdf Het aantal leerlingen basisonderwijs per leerlinggewicht en per schoolvestiging het schoolgewicht en impulsgebied]</ref> Het schoolgewicht wordt per schoolvestiging berekend: (het aantal leerlingen met het gewicht 0.3 x 0.3) + (aantal leerlingen met gewicht 1.2 x 1.2). Op basis van het schoolgewicht wordt bepaald of een school recht heeft op extra financiële middelen en de hoogte van het bedrag. Er wordt echter een drempel van 6% gehanteerd, dit betekent dat de eerste 6% doelgroep leerlingen van een school niet meetellen in de berekening. De uitkomst van het schoolgewicht wordt verminderd met 0.06 x het totaal aantal leerlingen. Als de uitkomst 1 of lager is dan wordt het schoolgewicht 0. Daarnaast wordt er ook een bovengrens van 0.8 gehanteerd.
===Kritiek===
 
Doordat de scholen vrij zijn in het inzetten van de extra middelen is het niet mogelijk om te bepalen of het beleid effectief is. Uit de evaluatie van het Onderwijsvoorrangsbeleid bleek dat basisscholen vaak niet wisten dat ze extra middelen kregen en maar een gering deel van de scholen besteedde de middelen aan specifieke achterstand bestrijdende activiteiten. Vaak werden de extra financiële middelen ingezet voor klassenverkleining <ref>Driessen, G. (2014) Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleverd? Een review van empirisch onderzoek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 53, 210-220.</ref>
==Kosten en baten van de gewichtenregeling==
{{References}}
De effectiviteit van de gewichtenregeling is complex om te bepalen, omdat scholen vrij zijn in het inzetten van de extra middelen die door de regeling beschikbaar worden gesteld. Uit de evaluatie van het Onderwijsvoorrangsbeleid bleek dat basisscholen vaak niet wisten dat ze extra middelen kregen en maar een gering deel van de scholen besteedde de middelen aan specifieke achterstand bestrijdende activiteiten. Vaak werden de extra financiële middelen ingezet voor klassenverkleining.<ref>Driessen, G. (2014) Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleverd? Een review van empirisch onderzoek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 53, 210-220.</ref> De manier waarop scholen de extra financiële middelen besteden is doorslaggevend in het slagen of falen van de gewichtenregeling.Het inzetten op vanzelfsprekende programma's zoals taalremediëring blijkt niet altijd samen te hangen met hogere onderwijsprestaties.<ref> Driessen, G. (2013). De bestrijding van onderwijsachterstanden: Een review van opbrengsten en effectieve aanpakken. Nijmegen: ITS. </ref>
Toch blijkt het opleidingsniveau van ouders/verzorgers een relatief goede voorspeller te zijn voor de leerprestaties van een leerling. Daarnaast blijkt dat allochtone leerlingen de afgelopen jaren een flinke inhaalslag hebben gemaakt, het is echter onduidelijk of deze inhaalslag toegeschreven kan worden aan het onderwijsachterstandenbeleid.
 
{{Appendix}}
 
[[Categorie:Onderwijs]]

Versie van 13 jun 2016 18:05

De gewichtenregeling is een regeling in het Nederlandse basisonderwijs en richt zich op het verminderen van onderwijsachterstanden van risicoleerlingen. Het 'gewicht' houdt in dat een leerling op basis van bepaalde wettelijke criteria wordt 'gewogen'. De criteria die worden meegenomen zijn factoren in de thuissituatie die ervoor zorgen dat de leerling een vergroot risico loopt op een onderwijsachterstand.[1] Het gewicht van een leerling bepaalt de subsidie die een school voor de leerling krijgt. Tegenwoordig wordt het gewicht van een leerling berekend op basis van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers. Het basisgewicht van een leerling is 0,0 en dit kan oplopen tot 1,2.

Het doel van de gewichtenregeling is het verbeteren van de leerprestaties van doelgroepleerlingen in het basisonderwijs en het verhogen van de doorstroom naar hogere vormen van het voorgezet onderwijs.[2] De gewichtenregeling is in financieel opzicht een van de belangrijkste instrumenten van het onderwijsachterstandenbeleid.[3]

In Vlaanderen is een gelijkaardige regeling van kracht onder de naam Gelijke Onderwijskansen(GOK). Scholen krijgen extra financiering toegekend aan de hand van het aantal indicatorleerlingen op de school. Er wordt bepaald of een leerling een indicatorleerling is aan de hand van het hoogst behaalde opleidingsniveau van de moeder, de thuistaal van de leerling en het gezinsinkomen.[4]

Ontwikkelingen

De gewichtenregeling is in 1985 in Nederland van kracht gegaan, maar de manier waarop de gewichten zijn berekend is enkele malen veranderd. Aanvankelijk werd op grond van een combinatie van de etniciteit, opleiding en het beroep van de ouders/verzorgers bepaald in hoeverre scholen in aanmerking kwamen voor extra bekostiging. Vervolgens is beroep als indicator losgelaten en werd het leerlingengewicht bepaald op basis van de etniciteit en de opleiding van de ouders/verzorgers. Vanaf het schooljaar 2006/2007 is het criterium etniciteit komen te vervallen en wordt alleen nog de opleiding van de ouders/verzorgers meegewogen.[5] Naast de gewichtenregeling is er extra budget voor scholen in impulsgebieden. Hierdoor zijn de negatieve gevolgen voor allochtone leerlingen beperkt gebleven.

Toekenning van gewichten

Het gewicht van een leerling wordt bepaald als de leerling voor het eerst naar school gaat. Bij een overstap naar een andere school wordt het gewicht opnieuw bepaald.[6] Scholen berekenen het gewicht van een leerling aan de hand van de voorgeschreven ouderverklaring waarin de opleiding van de ouders/verzorgers wordt ingevuld. De leerlingen worden in een van de onderstaande drie categorieën ingedeeld aan de hand van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers.

Categorie 1
Ouders/verzorgers die geen onderwijs of maximaal basisonderwijs hebben genoten. Ook ouders/verzorgers die speciaal onderwijs hebben gehad of ZMLK-onderwijsvallen onder deze categorie.
Categorie 2
Ouders/verzorgers die maximaal lager beroepsonderwijs, voorbereidend beroepsonderwijs, kaderberoepsgerichte leerweg, leerwegondersteunend beroepsonderwijs of vmbo basis hebben genoten. Ook ouders/verzorgers die maximaal twee klassen/leerjaren onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs hebben gevolgd behoren tot deze categorie.
Categorie 3
Ouders/verzorgers die meer dan twee klassen of leerjaren mavo (c of d niveau), vmbo gemengde leerweg, vmbo theoretische leerweg, havo of vwo. Of ouders/verzorgers die een mbo, hbo of universitaire opleiding hebben afgerond.

Afhankelijk van het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers krijgt de leerling de gewichten 0, 0,3, of 1,2 toebedeeld. Deze gewichten zijn gekoppeld aan de opleidingscategorieën 1, 2 en 3.

  • Het gewicht 1.2 wordt aan een leerling toegekend als één ouder/verzorger een opleiding heeft gevolgd uit categorie 1 en de andere ouder/verzorger een opleiding heeft gevolgd uit categorie 1 of 2.
  • Een gewicht van 0.3 wordt aan een leerling toegekend als beide ouders/verzorgers een opleiding uit categorie 2 hebben genoten.
  • Het gewicht van 0 wordt toegekend als minimaal een van de ouders/verzorgers een opleiding uit categorie 3 heeft gevolgd.

De scholen verzamelen de informatie over de opleiding van de ouders en baseren op basis daarvan het schoolgewicht.[7] Het schoolgewicht wordt per schoolvestiging berekend: (het aantal leerlingen met het gewicht 0.3 x 0.3) + (aantal leerlingen met gewicht 1.2 x 1.2). Op basis van het schoolgewicht wordt bepaald of een school recht heeft op extra financiële middelen en de hoogte van het bedrag. Er wordt echter een drempel van 6% gehanteerd, dit betekent dat de eerste 6% doelgroep leerlingen van een school niet meetellen in de berekening. De uitkomst van het schoolgewicht wordt verminderd met 0.06 x het totaal aantal leerlingen. Als de uitkomst 1 of lager is dan wordt het schoolgewicht 0. Daarnaast wordt er ook een bovengrens van 0.8 gehanteerd.

Kosten en baten van de gewichtenregeling

De effectiviteit van de gewichtenregeling is complex om te bepalen, omdat scholen vrij zijn in het inzetten van de extra middelen die door de regeling beschikbaar worden gesteld. Uit de evaluatie van het Onderwijsvoorrangsbeleid bleek dat basisscholen vaak niet wisten dat ze extra middelen kregen en maar een gering deel van de scholen besteedde de middelen aan specifieke achterstand bestrijdende activiteiten. Vaak werden de extra financiële middelen ingezet voor klassenverkleining.[8] De manier waarop scholen de extra financiële middelen besteden is doorslaggevend in het slagen of falen van de gewichtenregeling.Het inzetten op vanzelfsprekende programma's zoals taalremediëring blijkt niet altijd samen te hangen met hogere onderwijsprestaties.[9] Toch blijkt het opleidingsniveau van ouders/verzorgers een relatief goede voorspeller te zijn voor de leerprestaties van een leerling. Daarnaast blijkt dat allochtone leerlingen de afgelopen jaren een flinke inhaalslag hebben gemaakt, het is echter onduidelijk of deze inhaalslag toegeschreven kan worden aan het onderwijsachterstandenbeleid.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Mulder, L. (2013) Allochtone leerlingen en onderwijsachterstand.
  2. º Ledoux, G., Roeleveld, J., Driessen, G., Cuppen. J., & Meijer, J.(2011) Prestaties en loopbanen van doelgroepleerlingen in het onderwijsachterstandenbeleid.Stand van zaken en de ontwikkelingen in de periode 1994-2007. Amsterdam: Kohnstamm Instituut/Nijmegen:ITS.
  3. º Driessen, G. (2014) Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleverd? Een review van empirisch onderzoek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 53, 210-220.
  4. º Ooghe, E. (2013). Leiden GOK-middelen tot leerwinsten?. Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 2012(3), 377-382.
  5. º Fettelaar, D.,& Smeets, E. (2013) Mogelijke indicatoren van schoolgewichten. Nijmegen:ITS
  6. º Dienst Uitvoering Onderwijs (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap): Gewicht leerling bepalen
  7. º Dienst Uitvoering Onderwijs (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap):Het aantal leerlingen basisonderwijs per leerlinggewicht en per schoolvestiging het schoolgewicht en impulsgebied
  8. º Driessen, G. (2014) Wat heeft het onderwijsachterstandenbeleid opgeleverd? Een review van empirisch onderzoek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 53, 210-220.
  9. º Driessen, G. (2013). De bestrijding van onderwijsachterstanden: Een review van opbrengsten en effectieve aanpakken. Nijmegen: ITS.
rel=nofollow
rel=nofollow