Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Sociale innovatie: verschil tussen versies
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Sociale_innovatie&diff=cur&oldid=21991398 TMT2010 26 jul 2010 MBergman TMT2010) |
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Sociale_innovatie&diff=cur&oldid=45951598 77.170.139.192 7 feb 2016) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Sociale innovatie''' is | '''Sociale innovatie''' is vernieuwing van de wijze waarop gewerkt wordt in organisaties en door individuen, en wel zo dat zowel de arbeidsproductiviteit als kwaliteit van leven daar bij gebaat zijn. De term sociale innovatie is geïntroduceerd om onderscheid te maken met het traditionele begrip [[innovatie]], waarmee meestal technologische innovatie wordt bedoeld. | ||
Hoewel de term 'sociale innovatie' het meest gangbaar is, worden ook vaak de termen 'innovatief organiseren', 'organisatorische innovatie' en 'slimmer werken' gebruikt. | |||
== Achtergrond == | == Achtergrond == | ||
Er zijn | Er zijn ten minste drie redenen waarom sociale innovatie in Nederland in de belangstelling staat: | ||
* De [[Strategie van Lissabon]]: In Europees verband is afgesproken dat de EU in 2010 de meest concurrerende economie moet zijn van de wereld. Innovatie wordt algemeen gezien als een belangrijke manier om concurrentiekracht te vergroten. | * De [[Strategie van Lissabon]]: In Europees verband is afgesproken dat de EU in 2010 de meest concurrerende economie moet zijn van de wereld. Innovatie wordt algemeen gezien als een belangrijke manier om concurrentiekracht te vergroten. | ||
* De [[innovatieparadox]]: Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse bedrijven veel kennis ontwikkelen. Het succes van innovatie wordt echter slechts voor 25% bepaald door R&D investeringen en voor 75% door factoren op het gebied van mens en organisatie. Volgens onderzoekers als prof. dr. H. W. Volberda zouden bedrijven meer moeten inzetten op organisatie- en managementvernieuwing. | * De [[innovatieparadox]]: Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse bedrijven veel kennis ontwikkelen. Het succes van innovatie wordt echter slechts voor 25% bepaald door R&D investeringen en voor 75% door factoren op het gebied van mens en organisatie. Volgens onderzoekers als prof. dr. H. W. Volberda zouden bedrijven daarom meer moeten inzetten op organisatie- en managementvernieuwing. | ||
* De [[arbeidsproductiviteit]]paradox: De arbeidsproductiviteit in Nederland ligt op een hoog niveau, maar de arbeidsproductiviteitstijging is mager. | * De [[arbeidsproductiviteit]]paradox: De arbeidsproductiviteit in Nederland ligt op een hoog niveau, maar de arbeidsproductiviteitstijging is mager. | ||
== Begripsverkenning == | == Begripsverkenning == | ||
Het verschil tussen het traditionele denken over innovatie en sociale innovatie is dat de laatste stroming de mens in het centrum van de vernieuwing stelt. Dit in tegenstelling tot de ''mainstream'' innovatieliteratuur, waarbij het vaak gaat om technologische vooruitgang (zoals het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten en processen). | Het verschil tussen het traditionele denken over innovatie en sociale innovatie is dat de laatste stroming de mens in het centrum van de vernieuwing stelt. Dit in tegenstelling tot de ''mainstream'' innovatieliteratuur, waarbij het vaak gaat om technologische vooruitgang (zoals het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten en processen). Sociaal innovatieve organisaties kunnen wendbaarder reageren op veranderingen in de omgeving dan traditionele organisaties. | ||
Hoewel er niet een eenduidig model is voor sociale innovatie, kan wel worden gesteld dat organisaties die als sociaal innovatief worden gezien een aantal gemeenschappelijke kenmerken bezitten: | |||
* er wordt gestuurd op een gemeenschappelijk waardenstelsel. Regels en procedures worden zoveel als mogelijk voorkomen; | |||
* hiërarchische relaties en bijbehorende statussymbolen ontbreken: wie het weet mag het zeggen; | |||
* eigenaarschap en ondernemerschap wordt zoveel als mogelijk bij de vakman belegd; deze heeft dus ook een grote mate van vrijheid in handelen | |||
Jaarlijks onderzoek van de Erasmus Universiteit (RSM) wijst inmiddels ook uit dat bedrijven die investeren in sociale innovatie een betere concurrentiepositie hebben. Ondanks dit feit is sociale innovatie niet voor alle bedrijven vanzelfsprekend. Het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI) inventariseerde samen met stakeholders argumenten voor en tegen sociale innovatie voor organisaties en publiceerde deze in een Argumentenkaart <ref>[http://www.ncsi.nl/fileupload/NCSI_Argumentenkaart_Sociale_Innovatie_-_definitief.pdf Argumentenkaart] Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI). Bezien 29 november 2010.</ref>. | |||
== Verschillende percepties == | == Verschillende percepties == | ||
Over een sluitende definitie van sociale innovatie bestaat geen communis opinio. Verschillende actoren in het werkveld vullen het begrip op hun eigen wijze in. Hieronder volgen een paar voorbeelden: | Over een sluitende definitie van sociale innovatie bestaat geen communis opinio. Verschillende actoren in het werkveld vullen het begrip op hun eigen wijze in. Hieronder volgen een paar voorbeelden: | ||
* Vanuit de wetenschappelijke wereld zijn het vooral prof. dr. Volberda en prof. dr. Van den Bosch (Erasmus Universiteit) die zich met het onderwerp | * Vanuit de wetenschappelijke wereld zijn het vooral prof. dr. Volberda en prof. dr. Van den Bosch (Erasmus Universiteit) die zich met het onderwerp bezighouden. Zij zien sociale innovatie als het samenspel tussen het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (''dynamisch managen''), het hanteren van innovatieve organisatieprincipes (''flexibel organiseren''), en het realiseren van hoogwaardige arbeidsvormen (''slimmer werken'') om het concurrentievermogen en de productiviteit te verbeteren <ref>[[Henk Volberda|Volberda, H.W.]], Van den Bosch, F.A.J. & Jansen, J.J.P. (2006), "Slim Managen & Innovatief Organiseren", Eiffel ism Het Financieele Dagblad, AWVN, De Unie & RSM Erasmus University.</ref>.Daarnaast is ook het aan de Universiteit verbonden instituut AIAS actief op het gebied van sociale innovatie. Het AIAS richt zich daarbij met name op de kwaliteit van de arbeidsverhoudingen op macro-, meso- en micro-niveau. | ||
* [[Werkgeversvereniging]] AWVN introduceerde een aantal jaren terug het begrip ''slimmer werken'', een voorloper van sociale innovatie. Bij slimmer werken gaat het om het verhogen van [[arbeidsproductiviteit]] via afspraken in [[cao]]'s. Voorbeelden daarvan zijn afspraken over [[prestatiebeloning]], [[employability]], verzuimpreventie en werktijdenmanagement. Meer recentelijk is er vanuit [[AWVN]] ook aandacht voor intern ondernemerschap als belangrijke voorwaarde voor innovativiteit. Het verhogen van de arbeidsproductiviteit staat centraal. | |||
* | * Werknemersorganisaties zien sociale innovatie vooral als instrument om de kwaliteit van arbeidsverhoudingen te verbeteren en om zaken als [[arbeidsmarkt]]beleid, [[employability]] en [[levensfasebewust personeelsbeleid]] op de [[cao]]-agenda te plaatsen. Investeren in de werknemer en de lange termijn blik op de organisatie staan centraal. | ||
* | * Het Nederlands Centrum voor Sociale innovatie (NCSI) formuleerde samen met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de vakbonden en de werkgeversorganisaties de volgende definitie van sociale innovatie: een vernieuwing in de arbeidsorganisatie en in arbeidsrelaties die leidt tot verbeterde prestaties van de organisatie en ontplooiing van talenten. In de zogenaamde Definitiekaart<ref>[http://www.ncsi.nl/fileupload/NCSI_Definitiekaart_Sociale_Innovatie_-definitief-.pdf Definitiekaart] Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI). Bezien 29 november 2010.</ref> beschrijft zij de verschillende doelen van sociale innovatie en enkele kenmerkende werkwijzen. | ||
* | * Sinds een paar jaar is de belangstelling vanuit de organisatieadviesbureaus voor sociale innovatie duidelijk aan het toenemen. De oproep van SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan tijdens de Heijmans Lezing in 2006 heeft hier zeker aan bijgedragen (de Heijmans Lezing is is een initiatief van de [[Raad van Organisatie-Adviesbureaus]] (ROA)). Tot eenduidige inzichten en concepten is de advieswereld nog niet gekomen. Noemenswaardig zijn het TOP-model van onderzoeksbureau [[Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek|TNO]] Kwaliteit van Leven, de Medezeggenschapsdialoog van adviesbureau [[Berenschot (organisatieadviesbureau)|Berenschot]] en het zelforganisatiemodel van Finext waarbij medewerkers vanuit de [[celfilosofie]] zijn georganiseerd. | ||
* | * Volgens het manifest "Investeer in Sociale Innovatie" opgesteld door [[Waag Society]] en [[Nederland Kennisland | Kennisland]] verbindt Sociale Innovatie mensen. Mensen die deel uitmaken van het bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid én sociale netwerken (civil society). Zowel binnen als tussen maatschappelijke velden om ‘Horizontale’ innovatie mogelijk te maken, met een myriade aan actoren<ref>Het [http://www.socialeinnovatie.net/ | manifest] op socialeinnovatie.net</ref>. | ||
== Sociale innovatie in de praktijk == | == Sociale innovatie in de praktijk == | ||
In de praktijk zijn een aantal leuke voorbeelden van sociale innovatie, zoals: | |||
* | * coöperaties waarin zelfstandigen samen werken en ontwikkelen | ||
* organisaties waarin medewerkers gelijktijdig hun eigen werkgever zijn | |||
* organisaties waarin medewerkers in zelforganiserende teams en/of processen werken | |||
* bedrijfsverzamelgebouwen waarin organisaties elkaar treffen en samen producten/diensten ontwikkelen | |||
Het NCSI verzamelde cases, artikelen, boeken, onderzoeken en andere informatie over sociale innovatie in de Kennisbank Sociale Innovatie. Het NCSI gaf daarnaast inzicht in wat er regionaal speelt op het gebied van sociale innovatie via een interactief overzicht van regionale initiatieven<ref>[http://www.ncsi.nl/activiteiten/Sociale%20Innovatie%20Regionaal interactief overzicht van regionale initiatieven]</ref>. Dit leverde een dynamische mindmap van regionale initiatieven<ref>[http://www.socialeinnovatieregionaal.nl dynamische mindmap van regionale initiatieven]</ref> op. Hierin kunnen partijen eenvoudig zoeken op betrokken partijen, op thema's of op subsidies. | |||
* | == Externe links == | ||
* [http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2000-2007/2006/b25070thema_a.aspx SER-advies 'Welvaartsgroei door en voor iedereen', Themadocument sociale innovatie] | |||
* [http://www.fnvbondgenoten.nl/dossiers/dossier_overzicht/slimmer_werken/ FNV Bondgenoten, dossier slimmer werken] | |||
* [http://www.cnvvakmensen.nl/wie-we-zijn/missie/ CNV Vakmensen, missie sociale innovatie] | |||
* [http://agentschap.szw.nl/index.cfm?fuseaction=dsp_rubriek&rubriek_id=391261&menu_item=13058 Stimuleringsfonds voor Sociale Innovatie in NLse bedrijven] | |||
{{Appendix|2= | |||
{{References}} | |||
}} | |||
= | |||
{{ | |||
[[Categorie:Innovatie]] | [[Categorie:Innovatie]] |
Versie van 26 feb 2016 19:15
Sociale innovatie is vernieuwing van de wijze waarop gewerkt wordt in organisaties en door individuen, en wel zo dat zowel de arbeidsproductiviteit als kwaliteit van leven daar bij gebaat zijn. De term sociale innovatie is geïntroduceerd om onderscheid te maken met het traditionele begrip innovatie, waarmee meestal technologische innovatie wordt bedoeld.
Hoewel de term 'sociale innovatie' het meest gangbaar is, worden ook vaak de termen 'innovatief organiseren', 'organisatorische innovatie' en 'slimmer werken' gebruikt.
Achtergrond
Er zijn ten minste drie redenen waarom sociale innovatie in Nederland in de belangstelling staat:
- De Strategie van Lissabon: In Europees verband is afgesproken dat de EU in 2010 de meest concurrerende economie moet zijn van de wereld. Innovatie wordt algemeen gezien als een belangrijke manier om concurrentiekracht te vergroten.
- De innovatieparadox: Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse bedrijven veel kennis ontwikkelen. Het succes van innovatie wordt echter slechts voor 25% bepaald door R&D investeringen en voor 75% door factoren op het gebied van mens en organisatie. Volgens onderzoekers als prof. dr. H. W. Volberda zouden bedrijven daarom meer moeten inzetten op organisatie- en managementvernieuwing.
- De arbeidsproductiviteitparadox: De arbeidsproductiviteit in Nederland ligt op een hoog niveau, maar de arbeidsproductiviteitstijging is mager.
Begripsverkenning
Het verschil tussen het traditionele denken over innovatie en sociale innovatie is dat de laatste stroming de mens in het centrum van de vernieuwing stelt. Dit in tegenstelling tot de mainstream innovatieliteratuur, waarbij het vaak gaat om technologische vooruitgang (zoals het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten en processen). Sociaal innovatieve organisaties kunnen wendbaarder reageren op veranderingen in de omgeving dan traditionele organisaties.
Hoewel er niet een eenduidig model is voor sociale innovatie, kan wel worden gesteld dat organisaties die als sociaal innovatief worden gezien een aantal gemeenschappelijke kenmerken bezitten:
- er wordt gestuurd op een gemeenschappelijk waardenstelsel. Regels en procedures worden zoveel als mogelijk voorkomen;
- hiërarchische relaties en bijbehorende statussymbolen ontbreken: wie het weet mag het zeggen;
- eigenaarschap en ondernemerschap wordt zoveel als mogelijk bij de vakman belegd; deze heeft dus ook een grote mate van vrijheid in handelen
Jaarlijks onderzoek van de Erasmus Universiteit (RSM) wijst inmiddels ook uit dat bedrijven die investeren in sociale innovatie een betere concurrentiepositie hebben. Ondanks dit feit is sociale innovatie niet voor alle bedrijven vanzelfsprekend. Het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI) inventariseerde samen met stakeholders argumenten voor en tegen sociale innovatie voor organisaties en publiceerde deze in een Argumentenkaart [1].
Verschillende percepties
Over een sluitende definitie van sociale innovatie bestaat geen communis opinio. Verschillende actoren in het werkveld vullen het begrip op hun eigen wijze in. Hieronder volgen een paar voorbeelden:
- Vanuit de wetenschappelijke wereld zijn het vooral prof. dr. Volberda en prof. dr. Van den Bosch (Erasmus Universiteit) die zich met het onderwerp bezighouden. Zij zien sociale innovatie als het samenspel tussen het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden (dynamisch managen), het hanteren van innovatieve organisatieprincipes (flexibel organiseren), en het realiseren van hoogwaardige arbeidsvormen (slimmer werken) om het concurrentievermogen en de productiviteit te verbeteren [2].Daarnaast is ook het aan de Universiteit verbonden instituut AIAS actief op het gebied van sociale innovatie. Het AIAS richt zich daarbij met name op de kwaliteit van de arbeidsverhoudingen op macro-, meso- en micro-niveau.
- Werkgeversvereniging AWVN introduceerde een aantal jaren terug het begrip slimmer werken, een voorloper van sociale innovatie. Bij slimmer werken gaat het om het verhogen van arbeidsproductiviteit via afspraken in cao's. Voorbeelden daarvan zijn afspraken over prestatiebeloning, employability, verzuimpreventie en werktijdenmanagement. Meer recentelijk is er vanuit AWVN ook aandacht voor intern ondernemerschap als belangrijke voorwaarde voor innovativiteit. Het verhogen van de arbeidsproductiviteit staat centraal.
- Werknemersorganisaties zien sociale innovatie vooral als instrument om de kwaliteit van arbeidsverhoudingen te verbeteren en om zaken als arbeidsmarktbeleid, employability en levensfasebewust personeelsbeleid op de cao-agenda te plaatsen. Investeren in de werknemer en de lange termijn blik op de organisatie staan centraal.
- Het Nederlands Centrum voor Sociale innovatie (NCSI) formuleerde samen met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de vakbonden en de werkgeversorganisaties de volgende definitie van sociale innovatie: een vernieuwing in de arbeidsorganisatie en in arbeidsrelaties die leidt tot verbeterde prestaties van de organisatie en ontplooiing van talenten. In de zogenaamde Definitiekaart[3] beschrijft zij de verschillende doelen van sociale innovatie en enkele kenmerkende werkwijzen.
- Sinds een paar jaar is de belangstelling vanuit de organisatieadviesbureaus voor sociale innovatie duidelijk aan het toenemen. De oproep van SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan tijdens de Heijmans Lezing in 2006 heeft hier zeker aan bijgedragen (de Heijmans Lezing is is een initiatief van de Raad van Organisatie-Adviesbureaus (ROA)). Tot eenduidige inzichten en concepten is de advieswereld nog niet gekomen. Noemenswaardig zijn het TOP-model van onderzoeksbureau TNO Kwaliteit van Leven, de Medezeggenschapsdialoog van adviesbureau Berenschot en het zelforganisatiemodel van Finext waarbij medewerkers vanuit de celfilosofie zijn georganiseerd.
- Volgens het manifest "Investeer in Sociale Innovatie" opgesteld door Waag Society en Kennisland verbindt Sociale Innovatie mensen. Mensen die deel uitmaken van het bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid én sociale netwerken (civil society). Zowel binnen als tussen maatschappelijke velden om ‘Horizontale’ innovatie mogelijk te maken, met een myriade aan actoren[4].
Sociale innovatie in de praktijk
In de praktijk zijn een aantal leuke voorbeelden van sociale innovatie, zoals:
- coöperaties waarin zelfstandigen samen werken en ontwikkelen
- organisaties waarin medewerkers gelijktijdig hun eigen werkgever zijn
- organisaties waarin medewerkers in zelforganiserende teams en/of processen werken
- bedrijfsverzamelgebouwen waarin organisaties elkaar treffen en samen producten/diensten ontwikkelen
Het NCSI verzamelde cases, artikelen, boeken, onderzoeken en andere informatie over sociale innovatie in de Kennisbank Sociale Innovatie. Het NCSI gaf daarnaast inzicht in wat er regionaal speelt op het gebied van sociale innovatie via een interactief overzicht van regionale initiatieven[5]. Dit leverde een dynamische mindmap van regionale initiatieven[6] op. Hierin kunnen partijen eenvoudig zoeken op betrokken partijen, op thema's of op subsidies.
Externe links
- SER-advies 'Welvaartsgroei door en voor iedereen', Themadocument sociale innovatie
- FNV Bondgenoten, dossier slimmer werken
- CNV Vakmensen, missie sociale innovatie
- Stimuleringsfonds voor Sociale Innovatie in NLse bedrijven
Bronnen, noten en/of referenties
|