Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Organisatievolwassenheid: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Organisatievolwassenheid&oldid=42507242 Remcobosma 18 nov 2014)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Organisatievolwassenheid&diff=cur&oldid=42508022)
Regel 1: Regel 1:
Een organisatie zal haar producten- en dienstenpakket met een zekere regelmaat moeten aanpassen aan de wensen van haar klanten wil zij kunnen blijven voortbestaan. Een prikkel tot aanpassing kan ook voortkomen uit gewijzigde wet- en regelgeving, uit beschikbaar komende technologische vernieuwingen of uit de dynamiek van verschuivingen in de marktverhouding tussen concurrenten (zie ook het 5 krachtenmodel van [[Michael Porter]]). Om te weten of en hoe de organisatie zich zou moeten aanpassen zal men een systeem van continuous (markt)monitoring moeten doorvoeren, waarmee de ontwikkelingen buiten de organisatie op de voet gevolgd kunnen worden, en op basis van die analyse kan vastgesteld worden dat een aanpassingen aan het interne sturings- en beheersingssysteemde is vereist.  
Een organisatie staat steeds onder invloed van de omgeving en zal daar rekening mee moeten houden. Die invloed kan ondermeer bestaan uit gewijzigde wet- en regelgeving, beschikbaar komende technologische vernieuwingen of uit de dynamiek van verschuivingen in de marktverhouding tussen concurrenten (zie ook het 5 krachtenmodel van [[Michael Porter]]). Om te weten of en wat de organisatie moet aanpassen zal de organisatie periodiek een externe analyse moeten uitvoeren om de ontwikkelingen in de omgeving waar te kunnen nemen en desgewenst te kunnen vertalen naar eventuele aanpassingen van de interne organisatie. Het is daarbij belangrijk dat de frequentie in de uitvoering van de externe analyse aansluit bij de dynamiek in de omgeving.


== Aansluiten bij de omgevingsdynamiek door de organisatie ==
== Aansluiten bij de omgevingsdynamiek door de organisatie ==
In een markt waarbij er overheersend sprake is van een stabiele omgeving voor de producten die de organisatie oplevert, is er weinig noodzaak te bespeuren voor het doen van aanpassingen. De organisatie kan het bedrijf voortzetten op basis van het bestaande aanbod met de daaraan gekoppelde vraag. Sterke groei van de organisatie ligt dan niet voor de hand, maar aan de andere kant is de continuïteit van de organisatie in beginsel ook niet in gevaar. In een sterk veranderende omgeving bestaat er natuurlijk wel gevaar voor het voortbestaan van de organisatie; dan is er immers een grotere kans dat de organisatie haar aansluiting met de omgeving verliest als ze de blik te weinig op de omgeving heeft gericht. Sluipenderwijs kunnen dan producten door "veroudering", het niet meer afgestemd zijn op de marktvraag, onverkoopbaar worden. Bij niet tijdig ingrijpen zal het voortbestaan van de organisatie worden bedreigd.  
In een omgeving waarbij er overheersend sprake is van een stabiele omstandigheden behoeft een functionerende organisatie weinig aanpassingen te doen. De organisatie kan haar productie voortzetten op basis van het bestaande aanbod met de daaraan gekoppelde vraag. Sterke groei van de organisatie ligt dan niet voor de hand, maar aan de andere kant is de continuïteit van de organisatie in beginsel ook niet in gevaar. In een sterk veranderende omgeving bestaat er natuurlijk wel gevaar voor het voortbestaan van de organisatie; dan is er immers een grotere kans dat de organisatie haar aansluiting met de omgeving verliest en zich te veel laat leiden door wat er vooral binnen de organisatie speelt. Sluipenderwijs kunnen dan organisatiewaarden, de te produceren artikelen of de te leveren dienstverlening door "veroudering" niet meer afgestemd zijn op de omgeving.  


Aanpassen van het productenpakket kost gewoonlijk de nodige investeringen, zowel in financiële als in intellectuele zin. Indien de organisatie te laat inziet dat aanpassing van het productpakket noodzakelijk is omdat men de aansluiting met de markt heeft verloren, kan het voorkomen dat de organisatie zelfs niet meer adequaat op de ontstane situatie kan reageren. De financiële middelen kunnen dan bijvoorbeeld de bottleneck vormen of de doorlooptijd om het productenpalet ingrijpend aan te passen kan dan te lang zijn. Tijdig de ontwikkelingen waarnemen, herkennen, interpreteren en daarop anticiperen geeft de organisatie een veel betere uitgangspositie om de noodzakelijke transitie voor te bereiden en daadwerkelijk aan te gaan; bijvoorbeeld omdat ze de transitie kan financieren uit de cashflow die voortkomt uit de omzet van het bestaande productenpakket. MBA-opleidingen houden de studenten niet voor niets voor dat zij  de levensduur van hun producten goed in de gaten moeten houden. De Boston Consluting Groep, zie [[BCG-matrix]], heeft daartoe een aansprekend beoordelingsmodel beschreven. Uiteraard kan een organisatie ook besluiten om te stoppen met het voortbestaan, maar wil dit geen gedwongen keus zijn, dan zal de organisatie dus minimaal de aansluiting met de omgeving moeten behouden.
Aanpassen van de organisatie of het producten- en of dienstverleningspalet kost gewoonlijk de nodige investeringen, zowel in financiële als in intellectuele zin. Indien de organisatie te laat inziet dat aanpassing daarvan noodzakelijk is, kan het voorkomen dat de organisatie zelfs niet meer adequaat op de ontstane situatie kan reageren doordat het bijvoorbeeld ontbreekt aan de financiële middelen of aan doorlooptijd om nog vanuit de huidige marktpositie te kunnen reageren. Tijdig de ontwikkelingen waarnemen, herkennen, interpreteren en daarop anticiperen geeft de organisatie een veel betere uitgangspositie om de noodzakelijke transitie voor te bereiden en daadwerkelijk aan te gaan. Uiteraard kan een organisatie ook besluiten om te stoppen met het voortbestaan, maar wil dit geen gedwongen keus zijn, dan zal de organisatie dus minimaal de aansluiting met de omgeving moeten behouden.


== Definitie ==
== Definitie ==
Regel 12: Regel 12:


== Relatie met systeemtoezicht ==
== Relatie met systeemtoezicht ==
Bij de invoering van [[systeemtoezicht]] wordt de mate van organisatievolwassenheid beoordeeld om na gaan of de organisatie zodanig in control is dat een meer op afstand geplaatste vorm van toezicht verantwoord kan worden toegepast.
Bij de invoering van [[systeemtoezicht]] wordt de mate van organisatievolwassenheid beoordeeld om na gaan of de organisatie zodanig in control is dat een meer op afstand geplaatste vorm van toezicht verantwoord kan worden toegepast.  
 
De interne verbanden worden bij systeemtoezicht in beeld bebracht en beoordeeld op het vermogen de aansluiting met het extern opgelegde normenkader waar te maken, alsmede wordt beoordeeld of deze verbanden een evenwichtige balans vormen zodat verstoringen van de aansluiting op het normenkader kunnen worden gedetecteerd en gecorrigeerd. Juist die balans levert het voorspellende vermogen op waardoor, althans in theorie, systeemtoezicht meerwaarde kan hebben ten opzichte van de klassieke vormen van toezicht.
 
 
== Bronnen, noten en/of referenties ==
Bosma, R., A. Molenkamp, Geen systeemgeborgde organisatie; toch een certificaat? lnvoering van systeemtoezicht. Serieuze inzet op organisatievolwassenheid vereist., Tijdschrift voor Public Governance, Audit en Control, jaargang 12, nummer 4, augustus 2014, pagina’s 4 t/m 10.
'''Vetgedrukte tekst'''

Versie van 1 dec 2014 22:42

Een organisatie staat steeds onder invloed van de omgeving en zal daar rekening mee moeten houden. Die invloed kan ondermeer bestaan uit gewijzigde wet- en regelgeving, beschikbaar komende technologische vernieuwingen of uit de dynamiek van verschuivingen in de marktverhouding tussen concurrenten (zie ook het 5 krachtenmodel van Michael Porter). Om te weten of en wat de organisatie moet aanpassen zal de organisatie periodiek een externe analyse moeten uitvoeren om de ontwikkelingen in de omgeving waar te kunnen nemen en desgewenst te kunnen vertalen naar eventuele aanpassingen van de interne organisatie. Het is daarbij belangrijk dat de frequentie in de uitvoering van de externe analyse aansluit bij de dynamiek in de omgeving.

Aansluiten bij de omgevingsdynamiek door de organisatie

In een omgeving waarbij er overheersend sprake is van een stabiele omstandigheden behoeft een functionerende organisatie weinig aanpassingen te doen. De organisatie kan haar productie voortzetten op basis van het bestaande aanbod met de daaraan gekoppelde vraag. Sterke groei van de organisatie ligt dan niet voor de hand, maar aan de andere kant is de continuïteit van de organisatie in beginsel ook niet in gevaar. In een sterk veranderende omgeving bestaat er natuurlijk wel gevaar voor het voortbestaan van de organisatie; dan is er immers een grotere kans dat de organisatie haar aansluiting met de omgeving verliest en zich te veel laat leiden door wat er vooral binnen de organisatie speelt. Sluipenderwijs kunnen dan organisatiewaarden, de te produceren artikelen of de te leveren dienstverlening door "veroudering" niet meer afgestemd zijn op de omgeving.

Aanpassen van de organisatie of het producten- en of dienstverleningspalet kost gewoonlijk de nodige investeringen, zowel in financiële als in intellectuele zin. Indien de organisatie te laat inziet dat aanpassing daarvan noodzakelijk is, kan het voorkomen dat de organisatie zelfs niet meer adequaat op de ontstane situatie kan reageren doordat het bijvoorbeeld ontbreekt aan de financiële middelen of aan doorlooptijd om nog vanuit de huidige marktpositie te kunnen reageren. Tijdig de ontwikkelingen waarnemen, herkennen, interpreteren en daarop anticiperen geeft de organisatie een veel betere uitgangspositie om de noodzakelijke transitie voor te bereiden en daadwerkelijk aan te gaan. Uiteraard kan een organisatie ook besluiten om te stoppen met het voortbestaan, maar wil dit geen gedwongen keus zijn, dan zal de organisatie dus minimaal de aansluiting met de omgeving moeten behouden.

Definitie

Samenvattend kan organisatievolwassenheid als volgt worden gedefinieerd: "Organisatievolwassenheid is de mate waarin een organisatie haar externe verkenning weet door te vertalen naar de interne productieketen, en dit ook weet te borgen, zodat bij voortduring een op de organisatieomgeving afgestemde output tot stand komt.".

Relatie met systeemtoezicht

Bij de invoering van systeemtoezicht wordt de mate van organisatievolwassenheid beoordeeld om na gaan of de organisatie zodanig in control is dat een meer op afstand geplaatste vorm van toezicht verantwoord kan worden toegepast.

De interne verbanden worden bij systeemtoezicht in beeld bebracht en beoordeeld op het vermogen de aansluiting met het extern opgelegde normenkader waar te maken, alsmede wordt beoordeeld of deze verbanden een evenwichtige balans vormen zodat verstoringen van de aansluiting op het normenkader kunnen worden gedetecteerd en gecorrigeerd. Juist die balans levert het voorspellende vermogen op waardoor, althans in theorie, systeemtoezicht meerwaarde kan hebben ten opzichte van de klassieke vormen van toezicht.


Bronnen, noten en/of referenties

Bosma, R., A. Molenkamp, Geen systeemgeborgde organisatie; toch een certificaat? lnvoering van systeemtoezicht. Serieuze inzet op organisatievolwassenheid vereist., Tijdschrift voor Public Governance, Audit en Control, jaargang 12, nummer 4, augustus 2014, pagina’s 4 t/m 10. Vetgedrukte tekst