Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johann Sigmundt Ranisius: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Johann_Sigmundt_Ranisius&oldid=41372005 Haagschebluf 30 mrt 2014)
 
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
<!--  
<!--  
[[Bestand:Ranitz wapen.svg|thumb|Familiewapen De Ranitz <small>(Nederlandse tak)</small>]]-->
[[Bestand:Ranitz wapen.svg|thumb|Familiewapen De Ranitz <small>(Nederlandse tak)</small>]]-->
'''Johann Sigismundt Ranisius''' ook wel Ranisch (ged. [[Pirna]], 17 juni 1645 - [[Elten]] bij [[Emmerik]]), ca. 1724)<ref>''[[De Nederlandsche Leeuw]]'' CXXXI (2014) nr. 1, p. 29-30</ref>. Hij was ritmeester in Statendienst en van Saksische afstamming. Hij kwam met [[Brandenburg-Pruisen|Brandenburgse]] troepen naar Nederland. Hij is de stamvader van het Nederlandse adellijke geslacht [[De Ranitz]].
'''Johann Sigismundt Ranisius''' ook wel Ranisch (ged. [[Pirna]], 17 juni 1645 [[Elten]] bij [[Emmerik]]), ca. 1724)<ref>''[[De Nederlandsche Leeuw]]'' CXXXI (2014) nr. 1, p. 29–30</ref> Hij was ritmeester in Statendienst en van Saksische afstamming. Hij kwam met [[Brandenburg-Pruisen|Brandenburgse]] troepen naar Nederland. Hij is de stamvader van het Nederlandse adellijke geslacht [[De Ranitz]].


==Familie==
==Familie==
Johann Sigmundt stamde af van Saksische voorouders. Hij was de zoon van Sigmund Ransius (Altengönna, ca. 1605 - vóór 1674) die eerst gehuwd was met Suzanne Richter en op 18 juli 1669 in [[Cottbus]] huwde met Katharina Krüger. Hij werd gedoopt in Pirna ([[Saksen]]) dat enkele kilometers van [[Dresden]] ligt.
Johann Sigmundt stamde af van Saksische voorouders. Hij was de zoon van Sigmund Ransius (Altengönna, ca. 1605 vóór 1674) die eerst gehuwd was met Suzanne Richter en op 18 juli 1669 in [[Cottbus]] huwde met Katharina Krüger. Hij werd gedoopt in Pirna ([[Saksen]]) dat enkele kilometers van [[Dresden]] ligt.


Zijn vader had gestudeerd in [[Leipzig]] en was componist, organist en stadsschrijver in Pirna. Van 1645-1648 was hij geheim secretaris van de gevolmachtigde landvoogd van [[Markgraafschap Opper-Lausitz|Markgraafschap Ober-Lausitz]], van 1648-1658 Stadt Syndicus in [[Markgraafschap Neder-Lausitz|Niederlausitz]] en vanaf 1652 raadsheer van het gerechtshof van de [[Keurvorst]] van Brandenburg in [[:de:Küstrin#Geschichte|Küstrin]]. Zijn vader woonde vanaf 1648 in Cottbus in Brandenburg. Johann Sigmundts jeugd en het begin van zijn carrière speelden zich af in Brandenburg.
Zijn vader had gestudeerd in [[Leipzig]] en was componist, organist en stadsschrijver in Pirna. Van 1645 tot 1648 was hij geheim secretaris van de gevolmachtigde landvoogd van [[Markgraafschap Opper-Lausitz|Markgraafschap Ober-Lausitz]], van 1648 tot 1658 Stadt Syndicus in [[Markgraafschap Neder-Lausitz|Niederlausitz]] en vanaf 1652 raadsheer van het gerechtshof van de [[Keurvorst]] van Brandenburg in [[Küstrin]]. Zijn vader woonde vanaf 1648 in Cottbus in Brandenburg. Johann Sigmundts jeugd en het begin van zijn carrière speelden zich af in Brandenburg.


Zijn grootvader was Laurentius Ransius ([[Pößneck|Pössneck]], ca. 1545 - Altengönna, 31 december 1609) en had gestudeerd in [[Jena (Duitsland)|Jena]] en Leipzig. Hij was kantor en professor in de musica en arithmatica in Gandersheim en Helmstadt (Braunschweig), 9 jaar kantor van Jena en vanaf 1582 evangelisch predikant in Altengönna. Hij trouwde 1. in Pössneck in 1575 met Maria Moller en 2. in Naumburg in 1602 met Susanne Wickmann.
Zijn grootvader was Laurentius Ransius ([[Pößneck|Pössneck]], ca. 1545 Altengönna, 31 december 1609) en had gestudeerd in [[Jena (Duitsland)|Jena]] en Leipzig. Hij was cantor en professor in de musica en arithmatica in Gandersheim en Helmstadt (Braunschweig), 9 jaar cantor van Jena en vanaf 1582 evangelisch predikant in Altengönna. Hij trouwde in Pössneck in 1575 met Maria Moller en 2. in Naumburg in 1602 met Susanne Wickmann.


Hij huwde op 25 februari 1677 in [[Zelhem]] met Hendrika Rensen (ged. [[Doetinchem (stad)|Doetinchem]], 7 oktober 1649 - begr. [[Halle (Westfalen)|Halle]] bij Bielefeld, 24 september 1679). Zij overleed in het kraambed van haar tweede kind. Hij huwde voor de 2de keer in Groenlo op 12 december 1696 met Christina Margaretha Wecke (Groenlo - aldaar kort na 10 januari 1725).
Hij huwde op 25 februari 1677 in [[Zelhem]] met Hendrika Rensen (ged. [[Doetinchem (stad)|Doetinchem]], 7 oktober 1649 begr. [[Halle (Westfalen)|Halle]] bij Bielefeld, 24 september 1679). Zij overleed in het kraambed van haar tweede kind. Hij huwde voor de tweede keer in Groenlo op 12 december 1696 met Christina Margaretha Wecke (Groenlo aldaar kort na 10 januari 1725).


Uit zijn eerste huwelijk had hij twee kinderen. De jongste, geboren in Halle Bielefeld in 1679 overleed na twee maanden. De oudste zoon (Doetinchem, 30 november 1677 - Kampen, 13 oktober 1727) was in 1704 luitenant in de compagnie van zijn vader. Hij is begraven in het familiegraf in de Walburgskerk in Zutphen. Op de grafsteen staat het familiewapen De Ranitz.
Uit zijn eerste huwelijk had hij twee kinderen. De jongste, geboren in Halle Bielefeld in 1679 overleed na twee maanden. De oudste zoon (Doetinchem, 30 november 1677 Kampen, 13 oktober 1727) was in 1704 luitenant in de compagnie van zijn vader. Hij is begraven in het familiegraf in de Walburgskerk in Zutphen. Op de grafsteen staat het familiewapen De Ranitz.


Bij zijn tweede huwelijk in 1696 wordt hij Johan Sigismund Ulrich genoemd<ref>Trouwboek 1684-1708, Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO (R.B.S. 793), p. 12,[http://www.genealogiedomein.nl/index2.php?option=com_docman&task=doc_view&gid=18&Itemid=27 12 december 1696]</ref>. Bij de doop van enkele van zijn kinderen In 1697<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO Doopboek 1684-1701 (R.B.S. 791), Tijdvak 1697-1701 p.4, 12 december 1697]</ref>, 1699<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO Doopboek 1684-1701 (R.B.S. 791), Tijdvak 1697-1701 p.10, 16 april 1699]</ref> , 1700<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO Doopboek 1684-1701 (R.B.S. 791), Tijdvak 1697-1701 p.16, 17 oktober 1700]</ref> en 1704<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde gemeente Groenlo "Doop Boeck" 1684-1811 (R.B.S. 791) Tijdvak 1701-1708 p.9, 7 september 1704]</ref> Sigismund Ulrich. Zelf tekende hij met J.S. Ranitz.
Bij zijn tweede huwelijk in 1696 wordt hij Johan Sigismund Ulrich genoemd.<ref>Trouwboek 1684-1708, Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO (R.B.S. 793), p. 12,[http://www.genealogiedomein.nl/index2.php?option=com_docman&task=doc_view&gid=18&Itemid=27 12 december 1696]</ref> Bij de doop van enkele van zijn kinderen In 1697,<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO Doopboek 1684-1701 (R.B.S. 791), Tijdvak 1697-1701 p. 4, 12 december 1697]</ref> 1699,<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO Doopboek 1684-1701 (R.B.S. 791), Tijdvak 1697-1701 p. 10, 16 april 1699]</ref> 1700<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde Gemeente GROENLO Doopboek 1684-1701 (R.B.S. 791), Tijdvak 1697-1701 p. 16, 17 oktober 1700]</ref> en 1704<ref>[http://ovg.nu/Genealogie//Totaal_bestand_DpB_1684_1811.pdf Nederduits Gereformeerde gemeente Groenlo "Doop Boeck" 1684-1811 (R.B.S. 791) Tijdvak 1701-1708 p. 9, 7 september 1704]</ref> staat zijn naam genoteerd als Sigismund Ulrich. Zelf tekende hij met J. S. Ranitz.


==Loopbaan==
==Loopbaan==
Johann Sigismundt kwam als jong kind van Saksen, het huidige Thüringen, naar Brandenburg waar het begin van zijn carrieere ligt. Aannemelijk is dat hij in 1672 met de Brandenburgse troepen naar Nederland kwam. Ruim voor 1676 was hij kwartiermeester in Statendienst. Vòòr september 1679 diende hij onder luitenant-generaal [[Alexander van Spaen|A. vrijheer van Spaen]] als luitenant in het Brandenburgse regiment. Op 18 maart 1688 monstert hij als [[ritmeester]] een compagnie aan<ref>RAG, GA Doetinchem 452</ref>. In december 1688 was hij ritmeester in het regiment van veldmaarschalk [[George Frederik van Waldeck-Eisenberg|G.F. graaf van Waldeck]]. 1 april 1698 ging hij tijdelijk met pensioen. Van 1701 tot 1714 was hij ritmeester in het eerste regiment onder generaal-majoor De Drompé, later onder Frederik erfprins van Hessen-Kassel.<ref>''[[De Nederlandsche Leeuw]]'' CXXXI (2014) nr. 1, p. 22</ref>
Johann Sigismundt kwam als jong kind van Saksen, het huidige Thüringen, naar Brandenburg waar het begin van zijn carrière ligt. Aannemelijk is dat hij in 1672 met de Brandenburgse troepen naar Nederland kwam. Ruim voor 1676 was hij kwartiermeester in Statendienst. Vóór september 1679 diende hij onder luitenant-generaal [[Alexander van Spaen|A. vrijheer van Spaen]] als luitenant in het Brandenburgse regiment. Op 18 maart 1688 monstert hij als [[ritmeester]] een compagnie aan.<ref>RAG, GA Doetinchem 452</ref> In december 1688 was hij ritmeester in het regiment van veldmaarschalk [[George Frederik van Waldeck-Eisenberg|G. F. graaf van Waldeck]]. Op 1 april 1698 ging hij tijdelijk met pensioen. Van 1701 tot 1714 was hij ritmeester in het eerste regiment onder generaal-majoor De Drompé, later onder Frederik erfprins van Hessen-Kassel.<ref>''[[De Nederlandsche Leeuw]]'' CXXXI (2014) nr. 1, p. 22</ref>


{{Appendix|2=
{{Appendix|2=
'''Bronnen'''
'''Bronnen'''
* {{aut|Jhr. P.F. de Ranitz en A.J.A. Labouchere}}, ''[[De Nederlandsche Leeuw]]'' CXXXI (2014) nr. 1, p. 21-30: De oorsprong van de tot de Nederlandse adel behorende familie de Ranitz
* {{aut|Jhr. P. F. de Ranitz en A. J. A. Labouchere}}, ''[[De Nederlandsche Leeuw]]'' CXXXI (2014) nr. 1, p. 21-30: De oorsprong van de tot de Nederlandse adel behorende familie de Ranitz
'''Referenties'''
'''Referenties'''
{{References}}
{{References}}
}}
}}
 
{{DEFAULTSORT:Ranitz, Johann Sigmundt}}
[[Categorie:De Ranitz| ]]
[[Categorie: De Ranitz| ]]
[[Categorie:Nederlands patriciërsgeslacht|Ranitz]]
[[Categorie: Nederlands patriciërsgeslacht|Ranitz]]
[[Categorie:Nederlands adellijk geslacht]]
[[Categorie: Nederlands adellijk geslacht]]

Huidige versie van 9 jun 2014 om 21:38

Johann Sigismundt Ranisius ook wel Ranisch (ged. Pirna, 17 juni 1645 – Elten bij Emmerik), ca. 1724)[1] Hij was ritmeester in Statendienst en van Saksische afstamming. Hij kwam met Brandenburgse troepen naar Nederland. Hij is de stamvader van het Nederlandse adellijke geslacht De Ranitz.

Familie

Johann Sigmundt stamde af van Saksische voorouders. Hij was de zoon van Sigmund Ransius (Altengönna, ca. 1605 – vóór 1674) die eerst gehuwd was met Suzanne Richter en op 18 juli 1669 in Cottbus huwde met Katharina Krüger. Hij werd gedoopt in Pirna (Saksen) dat enkele kilometers van Dresden ligt.

Zijn vader had gestudeerd in Leipzig en was componist, organist en stadsschrijver in Pirna. Van 1645 tot 1648 was hij geheim secretaris van de gevolmachtigde landvoogd van Markgraafschap Ober-Lausitz, van 1648 tot 1658 Stadt Syndicus in Niederlausitz en vanaf 1652 raadsheer van het gerechtshof van de Keurvorst van Brandenburg in Küstrin. Zijn vader woonde vanaf 1648 in Cottbus in Brandenburg. Johann Sigmundts jeugd en het begin van zijn carrière speelden zich af in Brandenburg.

Zijn grootvader was Laurentius Ransius (Pössneck, ca. 1545 – Altengönna, 31 december 1609) en had gestudeerd in Jena en Leipzig. Hij was cantor en professor in de musica en arithmatica in Gandersheim en Helmstadt (Braunschweig), 9 jaar cantor van Jena en vanaf 1582 evangelisch predikant in Altengönna. Hij trouwde in Pössneck in 1575 met Maria Moller en 2. in Naumburg in 1602 met Susanne Wickmann.

Hij huwde op 25 februari 1677 in Zelhem met Hendrika Rensen (ged. Doetinchem, 7 oktober 1649 – begr. Halle bij Bielefeld, 24 september 1679). Zij overleed in het kraambed van haar tweede kind. Hij huwde voor de tweede keer in Groenlo op 12 december 1696 met Christina Margaretha Wecke (Groenlo – aldaar kort na 10 januari 1725).

Uit zijn eerste huwelijk had hij twee kinderen. De jongste, geboren in Halle Bielefeld in 1679 overleed na twee maanden. De oudste zoon (Doetinchem, 30 november 1677 – Kampen, 13 oktober 1727) was in 1704 luitenant in de compagnie van zijn vader. Hij is begraven in het familiegraf in de Walburgskerk in Zutphen. Op de grafsteen staat het familiewapen De Ranitz.

Bij zijn tweede huwelijk in 1696 wordt hij Johan Sigismund Ulrich genoemd.[2] Bij de doop van enkele van zijn kinderen In 1697,[3] 1699,[4] 1700[5] en 1704[6] staat zijn naam genoteerd als Sigismund Ulrich. Zelf tekende hij met J. S. Ranitz.

Loopbaan

Johann Sigismundt kwam als jong kind van Saksen, het huidige Thüringen, naar Brandenburg waar het begin van zijn carrière ligt. Aannemelijk is dat hij in 1672 met de Brandenburgse troepen naar Nederland kwam. Ruim voor 1676 was hij kwartiermeester in Statendienst. Vóór september 1679 diende hij onder luitenant-generaal A. vrijheer van Spaen als luitenant in het Brandenburgse regiment. Op 18 maart 1688 monstert hij als ritmeester een compagnie aan.[7] In december 1688 was hij ritmeester in het regiment van veldmaarschalk G. F. graaf van Waldeck. Op 1 april 1698 ging hij tijdelijk met pensioen. Van 1701 tot 1714 was hij ritmeester in het eerste regiment onder generaal-majoor De Drompé, later onder Frederik erfprins van Hessen-Kassel.[8]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen

  • Jhr. P. F. de Ranitz en A. J. A. Labouchere, De Nederlandsche Leeuw CXXXI (2014) nr. 1, p. 21-30: De oorsprong van de tot de Nederlandse adel behorende familie de Ranitz

Referenties

rel=nofollow
rel=nofollow