Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Homeopathie: verschil tussen versies
(anders geformuleerd, zoals eerste zin van http://de.wikipedia.org/w/index.php?title=Homöopathie&oldid=121421933#Kritik_an_der_Homöopathie) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 95: | Regel 95: | ||
==Wetenschappelijk onderzoek== | ==Wetenschappelijk onderzoek== | ||
Er bestaat tot op heden geen formeel, reproduceerbaar bewijs, noch een aanvaarde natuurwetenschappelijke verklaring voor de werkzaamheid van homeopathische medicijnen, die verder reikt dan het [[placebo]]-effekt.<ref name="Lemmer">{{Aut|Björn Lemmer, Kay Brune}}, ''Pharmakotherapie: Klinische Pharmakologie.'' Springer, 2006, ISBN 3-540-34180-3, p. 19. {{Google boek| | Er bestaat tot op heden geen formeel, reproduceerbaar bewijs, noch een aanvaarde natuurwetenschappelijke verklaring voor de werkzaamheid van homeopathische medicijnen, die verder reikt dan het [[placebo]]-effekt.<ref name="Lemmer">{{Aut|Björn Lemmer, Kay Brune}}, ''Pharmakotherapie: Klinische Pharmakologie.'' Springer, 2006, ISBN 3-540-34180-3, p. 19. {{Google boek|id=cCiPF6jCQzMC|p=PA19}} </ref> Het gebruik van homeopathie werd in 1994 door de National Council Against Health Fraud bestempeld als [[kwakzalverij]].<ref>[http://www.ncahf.org/pp/homeop.html NCAHF ''Position Paper on Homeopathy''] National Council Against Health Fraud</ref> In een publicatie uit 2006 van UK-skeptics wordt homeopathie een [[pseudowetenschap]] genoemd.<ref name=UK-skeptics>[http://www.skeptics.org.uk/article.php?dir=articles&article=homeopathy.php ''Homeopathy''] at UK-Skeptics</ref> De theorie dat medicijnen een sterkere werking krijgen door verdunning is in strijd met de beginselen van de hedendaagse geneeskunde: de verdunningen zijn dermate groot, dat er geen molecule van de beginstof in de oplossing wordt aangetroffen.<ref name=UK-skeptics/> | ||
De klinische werking die homeopathie volgens sommige studies heeft, wordt door anderen toegeschreven aan een placebo-effect.<ref>{{Aut|Kleijnen J., Knipschild P., ter Riet G.}}, ''Clinical trials of homoeopathy'', BMJ 1991; 302: p. 316–23.</ref> | De klinische werking die homeopathie volgens sommige studies heeft, wordt door anderen toegeschreven aan een placebo-effect.<ref>{{Aut|Kleijnen J., Knipschild P., ter Riet G.}}, ''Clinical trials of homoeopathy'', BMJ 1991; 302: p. 316–23.</ref> | ||
Regel 104: | Regel 104: | ||
<ref>{{Aut|Shang A., Huwiler-Muntener K., Nartey L.}}, et al. ''Are the clinical effects of homoeopathy placebo effects? Comparative study of placebo-controlled trials of homoeopathy and allopathy'', The Lancet 2005; vol. 366, nummer 9487, PMID 16125589; p. 726–32.</ref> | <ref>{{Aut|Shang A., Huwiler-Muntener K., Nartey L.}}, et al. ''Are the clinical effects of homoeopathy placebo effects? Comparative study of placebo-controlled trials of homoeopathy and allopathy'', The Lancet 2005; vol. 366, nummer 9487, PMID 16125589; p. 726–32.</ref> | ||
==Bij dieren== | ===Bij dieren=== | ||
Ook over de werkzaamheid van homeopathie bij dieren is discussie door het uitblijven van bewijs. Dieren vertonen in wetenschappelijke studies wel een placebo-effect, maar dit verschilt wel met mensen: dieren worden immers niet verondersteld zich te realiseren welk effect beoogd wordt met een bepaalde behandeling. De evaluatie van de behandeling vindt echter plaats door mensen, die zich door diverse psychologische effecten (zie hierboven) kunnen laten beïnvloeden. Homeopathische behandelingen worden veelal toegepast bij dieren bij aandoeningen die niet of moeilijk objectief te beoordelen zijn, zoals zenuwachtigheid, een te veel aan libido, enz. Aandoeningen blijven voor mens en dier vaak van voorbijgaande aard, waardoor het genezingseffect mogelijk ten onrechte toegeschreven wordt aan het homeopathische middel dat werd toegediend. | Ook over de werkzaamheid van homeopathie bij dieren is discussie door het uitblijven van bewijs. Dieren vertonen in wetenschappelijke studies wel een placebo-effect, maar dit verschilt wel met mensen: dieren worden immers niet verondersteld zich te realiseren welk effect beoogd wordt met een bepaalde behandeling. De evaluatie van de behandeling vindt echter plaats door mensen, die zich door diverse psychologische effecten (zie hierboven) kunnen laten beïnvloeden. Homeopathische behandelingen worden veelal toegepast bij dieren bij aandoeningen die niet of moeilijk objectief te beoordelen zijn, zoals zenuwachtigheid, een te veel aan libido, enz. Aandoeningen blijven voor mens en dier vaak van voorbijgaande aard, waardoor het genezingseffect mogelijk ten onrechte toegeschreven wordt aan het homeopathische middel dat werd toegediend. | ||
{{bron|1= | {{bron|1= |
Versie van 14 aug 2013 20:27
Homeopathie (Oud Grieks: ὅμοιος, homoios, „gelijksoortig” en πάθος, pathos, „lijden” of „ziekte”) is een alternatieve geneeswijzen, wijd verbreid, maar ook omstreden. De basisprincipes van de homeopathie werden in de periode 1782-1798 geformuleerd door Samuel Hahnemann.[1][2] De homeopathie maakt soms gebruik van dezelfde grondstoffen als de natuurgeneesmiddelen en de fytotherapie. Het verschil is dat bij de laatste gebruik wordt gemaakt van de directe werking van de grondstof, die sterker wordt naarmate de dosis hoger is, en bij homeopathische middelen de initiële werkzame stof zelf, de oertinctuur, vrijwel niet meer aanwezig als gevolg van herhaalde verdunning en potentiering (schudden).
Homeopathische middelen worden bereid op basis van een extract van minerale, plantaardige of dierlijke oorsprong, dat bij toediening in pure vorm symptomen zou geven die lijken op die van de te bestrijden ziekte. Op basis van deze gelijkheid aan symptomen (gelijksoortigheidsbeginsel) wordt het middel geacht een effectieve geneeswijze te zijn.[3] De grondstof wordt daarna in een aantal stappen verdund en geschud (potentiëren). Het eindproduct wordt geacht zonder bijwerkingen de ziektesymptomen te doen verdwijnen. De Materia Medica Pura, waar Hahnemann in 1811[4] een begin mee maakte en die sindsdien[5] werd uitgebreid, vormt de basis van de homeopathie. Zowel verdunde als onverdunde middelen worden hierin opgenomen.
Homeopathie is geen medisch specialisme en hoort bij de non-conventionele of alternatieve geneeswijzen.
Hahnemann
Hahnemann was bezorgd over de medische praktijken van zijn tijd (eind 18de, begin 19de eeuw), die voornamelijk bestonden uit aderlaten en het gebruik van bloedzuigers. Wegens het totale gebrek aan kennis over het belang van steriel werken in Hahnemanns tijd was het waarschijnlijker dat iemand een ziekte of verwonding overleefde als een arts niets deed dan wanneer hij wel ingreep. Hahnemann noemde de (reguliere) geneeskunde van zijn tijd allopathie.
Grondbeginselen van Hahnemann (1796)
Homeopathie is gebaseerd op enkele door Hahnemann geformuleerde grondbeginselen:
- Het gelijksoortigheidsbeginsel similia similibus curentur: een ziekte kan genezen worden door een patiënt een middel toe te dienen dat in onverdunde vorm bij een gezonde persoon gelijksoortige symptomen zou oproepen als die waaraan de patiënt lijdt.
- In het organisme wordt een zwakkere dynamische aandoening blijvend uitgedoofd door een sterkere, wanneer deze, hoewel verschillend van aard, in haar manifestatie er zeer op lijkt[3]
- Het verdunnen van een middel in verschillende stappen met water of alcohol, met tussen de verdunningen door het zogenaamde potentiëren. Dit gebeurt vaak tot een zodanige verdunning dat er van de oorspronkelijke stof waarschijnlijk geen molecule meer in het oplosmiddel te vinden is. Het doorgaans extreme verdunnen heeft tot gevolg dat de grondstof geen bijwerkingen veroorzaakt; de werking wordt toegeschreven aan het potentiëren, waarbij de ’energie’ van de werkzame stof wordt overgebracht op het oplosmiddel.
- ziekten zijn onder te verdelen in drie fundamentele miasma’s; ziekten worden overgebracht door een onzichtbare invloed (vgl. magnetisme), dus zonder transport van materie.
Het gelijksoortigheidsbeginsel
Na het innemen van kinine ervoer Hahnemann symptomen die leken op die van malaria. Normaal gezien werd kinine gebruikt om malaria te bestrijden, een ziekte waarbij koorts een belangrijk symptoom is. Dit voorval leidde ertoe dat Hahnemann het gelijksoortigheidsbeginsel formuleerde: similia similibus curentur, „het gelijke met het gelijkaardige genezen”. Wanneer kinine bij een gezond persoon intermitterende koorts opwekt maar bij een ziek persoon koorts bestrijdt, leek het erop dat dit principe ook bij andere stoffen geldig zou kunnen zijn.
Hahnemann en zijn volgelingen deden vele homeopathische proeven om vast te stellen welke symptomen door welke stoffen werden opgeroepen. Een stof werd daarbij door een proefpersoon onverdund ingenomen, waarna deze persoon gedurende enkele dagen tot zelfs weken alles wat hij voelde (symptomen) opschreef in een dagboek. Homeopathie was in feite het vroegste voorbeeld van een geneeskunde die zich baseerde op klinische studies.
Hierbij moet aangetekend worden dat de medische wetenschap in de tijd van Hahnemann nog in de kinderschoenen stond. Zaken als incubatietijden, de verspreidingsvectoren van ziekten en kennis over pathogenen was nihil. De koorts die Hahnemann kreeg na het innemen van kinine was mogelijk niet een koorts in de huidige betekenis. Aangezien de koortsthermometer nog niet was uitgevonden, was het moeilijk objectief vast te stellen of men wel of niet een koorts had.
Hahnemann was waarschijnlijk niet op de hoogte van de wetten die de chemie bepalen. Het bestaan van moleculen, de reacties tussen stoffen en het onderzoek van Avogadro dat vaststelde hoeveel moleculen van een stof in een bepaalde hoeveelheid materiaal aanwezig zijn, waren hem waarschijnlijk onbekend omdat die ontdekkingen ongeveer in dezelfde tijd plaats vonden. Zo kon Hahneman tot de veronderstelling komen dat een onmogelijk grote verdunning van een stof waarbij, zoals later aantoonbaar was, er geen enkele molecule meer aanwezig kon zijn toch werkzaam zou zijn. Hahneman en zijn tijdgenoten dachten nog in termen van spontaan ontstane stoffen en geesten van stoffen. Latere inzichten in de chemie en stofwisseling lijken daardoor moeilijk verenigbaar met Hahnemanns oorspronkelijke ideeën.
Hahnemanns oorspronkelijke geneesmiddelproeven hadden geen controlegroepen, maar reeds het eerste dubbelblind, placebo-gecontroleerde onderzoek in de geschiedenis van de geneeskunde, dat in 1835 werd uitgevoerd, toonde de onwerkzaamheid van een homeopathische zoutoplossing aan.
Homeopathische behandelwijze
In tegenstelling tot de reguliere geneeskunde die ervan uitgaat dat ziekten bevochten moeten worden met sterke middelen (het doden van ziekteverwekkers, kankercellen en het toedienen van anti-middelen en blokkerende/remmende middelen zoals antibiotica, antihypertensiva, beta-blokkers, ACE-blokkers, interleukine-blokkers, selectieve serotonine-opname-remmers), zijn homeopaten met name gericht op het versterken en weer in evenwicht brengen van het individu dat de ziekte heeft. Met andere woorden, in plaats van het aanvallen van de agressor of tegenwerken van verstoorde pathofysiologische processen, het versterken van de eigen defensie door het stimuleren van het inherent zelfgenezend vermogen, de vis medicatrix naturae.
De homeopaat is niet alleen geïnteresseerd in de pathologie en diagnose van de ziekte maar evenzeer in de manier waarop de ziekte bij een bepaald individu tot uitdrukking komt, m.a.w. hoe de ene eczeem-patiënt verschilt van de andere. De symptomen die een patiënt heeft – zowel de symptomen die uiterlijk waarneembaar zijn als de symptomen die de patiënt voelt – zijn een uiting van de ziektetoestand. Terwijl in de reguliere geneeskunde symptomen alleen in aanmerking genomen worden voor zover ze een bepaalde ziektediagnose kunnen bevestigen en verklaard kunnen worden vanuit het pathologisch substraat, zijn voor de homeopaat alle symptomen in principe relevant. Alle symptomen, die als uitingsvorm van de ziektetoestand worden gezien, worden bij de homeopathische diagnose betrokken, zelfs als er geen pathologische veranderingen met de huidige diagnostische middelen kunnen worden aangetoond. De homeopaat neemt geen genoegen met alleen het verwijderen van een bepaald symptoom. Hahnemann vermeldt dan ook in het Organon dat z.i. een patiënt waarbij het algemeen welbevinden is teruggekeerd en alle symptomen van een ziekte zijn verdwenen (in de ruime zin die de homeopathie daarvoor in aanmerking neemt), genezen is.
Homeopathie op de tweede plaats wat betreft de hoeveelheid gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek over complementaire behandelvormen. Acupunctuur staat op de eerste plaats.[6] Homeopathie is veilig. Homeopathie is bruikbaar bij de verzorging van de bijwerkingen van sommige conventionele interventies.[7][8]
Bereiding van homeopathische middelen
Homeopathische middelen worden bereid op basis van een zogenaamde oertinctuur: een geconcentreerd extract van minerale, plantaardige, dierlijke of zelfs menselijke oorsprong (de zogenaamde nosoden).
Daarna begint het potentiëren, waarbij bij elke verdunning telkens flink moet worden geschud, het zogeheten 'potentiëren'. Dit heet zo, omdat bij deze bewerking het middel geacht wordt aan kracht te winnen: de energiesignatuur neemt toe. Bovendien kunnen daardoor ook giftige stoffen als middel gebruikt worden, bijvoorbeeld arsenicum. Het schudden vindt plaats door de fles met de oplossing krachtig tegen een verend oppervlak te slaan. Hahnemann gebruikte hiervoor zijn in leer gebonden notitieboek, tegenwoordig wordt dat meestal machinaal gedaan door fabrikanten die zich hierbij aan de regels van Good Manufacturing Practice dienen te houden. Oorspronkelijk schreef Hahnemann 40 zulke schuddingen voor, maar maakte er later 10 van omdat hij ontdekt had dat hij daarmee dezelfde resultaten boekte.
Een praktische reden waarom Hahnemann voor het verdunnen heeft gekozen kan zijn dat een flink aantal van de stoffen die hij gebruikte giftig zijn bij onverdund gebruik. Ook Hahnemann moet bekend geweest zijn met de relatie tussen dosis en effect voor deze stoffen. Verdunnen voorkwam in ieder geval dat de patiënt aan de behandeling overleed, iets wat bij de allopathische artsen uit de tijd van Hahnemann wel voorkwam. Voorts was Hahnemann een uitstekende chemicus en wanneer een chemicus een stof in een buisje/flesje doet, dan wordt er vaak ook geschud. Een belangrijke bijdrage van Hahnemann aan de chemie was dat hij een test ontwikkelde om loodacetaat in wijn aan te tonen. Door loodacetaat toe te voegen wordt wijn zoeter, maar erg gezond is dat niet. Hahnemann was in zijn tijd bekend om zijn Farmaceutisch Lexicon waarin hij de bereiding van vele stoffen beschreef; dit boekwerk was een standaardwerk voor apothekers tot ver in de 19e eeuw.
Verdunningsreeksen
Voor het potentiëren bestaan verschillende reeksen: de D-reeks (1 op 10), de C-reeks (1 op 100), en zelfs de LM-reeks (1 op 50.000). Over het algemeen neemt men aan dat de lagere potenties eerder een werkingssfeer in het fysieke lichaam hebben en de hogere potenties „de psyche” raken.
Simplex- en complexmiddelen
In de klassieke homeopathie gebruikt men potenties van een enkele stof, simplexmiddelen geheten, dit in tegenstelling tot complex homeopathie die complexmiddelen gebruikt, samengesteld uit een mengsel van potenties.[9]
Klassieke homeopaten schrijven slechts één enkel middel tegelijk voor, op basis van een groot aantal kenmerken van de patiënt, zoals de individuele kenmerken van de voornaamste klacht (het type hoofdpijn van de ene patiënt kan aanzienlijk verschillen van die van de andere), reacties op temperatuur, weerstypen, voedingsmiddelen, beweging/rust, en emotionele en mentale kenmerken. Sinds de hernieuwde impuls in de homeopathie door de Griek George Vithoulkas ziet men wereldwijd een tendens de homeopathie toe te passen d.m.v. de klassieke lijnen. Daarbij zijn wel een aantal scholen te onderscheiden, bijvoorbeeld volgens James Tyler Kent, Vithoulkas, Sankaran.
Klinisch werkende homeopaten schrijven meestal voor op basis van de reguliere diagnose met slechts enkele individuele kenmerken van de patiënt. Er wordt dus met minder individuele kenmerken rekening gehouden dan in de klassieke homeopathie gebruikelijk is, hetgeen de kans dat het homeopathische middel passend is, uiteraard vermindert. Deze vereenvoudigde methode komt men ook wel tegen in de zelfzorgmedicatie (drogist), waarbij mensen zelf homeopathische middelen proberen te vinden voor hun chronische klachten. Daarbij wordt vrijwel altijd de follow-up gemist (wat is er gebeurd nadat het middel is ingenomen), omdat de verkoper van het middel daar over het algemeen niet in geïnteresseerd is.
"Homeopathische" complexen uit massaproductie, die bij de drogist en apotheek zonder recept gekocht kunnen worden, zijn samengesteld uit een aantal homeopathische middelen die bij een bepaalde diagnose relatief vaker zijn aangewezen. Ze zouden vooral geschikt zijn voor eenvoudige, acute klachten, waarbij de individuele kenmerken minder belangrijk zijn. Een voorbeeld daarvan is de Spiroflor SRL gelei van VSM. De bestanddelen Symphytum officinale tinctuur Rhus toxicodendron tinctuur en Ledum palustre tinctuur zijn van diverse planten die samen pijnstillend bij spierstijfheid zouden werken, echter de oplossingen/gels bevatten geen stoffen meer die in deze planten voorkomen.
Begrippen in de homeopathie
- constitutie
- Constitutie is de aangeboren én verworven psychisch-geestelijke en lichamelijke gesteldheid van een mens. Deze is te herkennen aan de lichaamsbouw, psychisch/mentale grondstemming en wijze van reageren op innerlijke en uiterlijke druk.
- endogeen
- Ziekte die van binnenuit komt, d.w.z. die verbonden is met de constitutie van de patiënt. Endogene ziektebeelden komen vaak voort uit de erfelijkheid of biografie. Ze komen van binnenuit en zijn niet altijd te verklaren op basis van externe invloeden.
- exogeen
- Ziekte die van buitenaf komt. Voorbeelden zijn epidemische ziekten, zoals griep; een val; een traumatische ervaring waardoor een psychische verstoring ontstaat.
- nosode
- Een nosode is een homeopathisch middel, ook wel ’tussenmiddel’ genoemd. Het wordt gebruikt als complementair middel dat wordt ingezet wanneer het hoofdmiddel niet aanslaat. Een nosode wordt gemaakt van ziektekiemen of ziek weefsel.
- Carcinosinum
- Cortison
- Medorrhinum
- Psorinum
- Syphilinum
- Tuberculinum
- repertoriseren
- Het zoeken van mogelijke homeopathische middelen die kunnen worden ingezet vanuit de symptomen van een patiënt. Het repertoriseren gebeurt op basis van verschillende repertoria. Een repertorium bevat een index, vaak ingedeeld in hoofdgroepen, met daaronder symptomen. Bijvoorbeeld: Hoofd – hoofdpijn – achter de ogen. Bij al deze symptomen worden middelen genoemd, met de mate waarin het middel succesvol voorgeschreven is in het verleden.
- potentiëren
- Het bereiden van homeopathische middelen. De bereiding begint met het bereiden van een oertinctuur of verwrijving van grondstoffen. Het verwreven materiaal of de oertinctuur wordt vervolgens vermengt met alcohol en verdund. Deze potentiëringsmethodes zijn beschreven in een homeopathische farmacopee. Steeds weer worden de oplossingen achtereenvolgens verder verdund. Het aantal verdunningsstappen komt tot uitdrukking in het getal in de potentie: „D3 / 3DH / 3X” betekent driemaal een decimale verdunningstap (1 op 10); „C8 / 8CH” betekent achtmaal achtereenvolgens verdunnen in een centesimale stap van 1 op 100). In de homeopathie spreekt men van „potentiëring” omdat volgens homeopathisch gebruik tussen elke verdunningsstap, de oplossing wordt geschud.
Filosofische achtergrond
In de homeopathie, met name de klassieke, wordt naast het ziektebeeld ook gekeken naar de patiënt als geheel en naar bepaalde kenmerken die op het eerste gezicht niet direct met de ziekte zelf te maken hebben.
Holisme: elementaire niveaus
Homeopathie gaat uit van 3 elementaire niveaus: een fysiek (lichamelijk) niveau, een emotioneel (gevoels)niveau en een mentaal niveau. Deze 3 niveaus vormen één geheel, d.w.z.: lichaam en geest zijn één geheel, en zijn uniek voor ieder individu. Alle levende wezens worden bovendien bestuurd door de eigen levenskracht (vitalisme). Volgens de homeopathie ontstaan gezondheid en ziekte op dit energetische niveau. Wanneer de levenskracht normaal functioneert, is er gezondheid op alle niveaus. Wanneer een verstoring ontstaat in de levenskracht, heeft dit een verstoring op één of meerdere niveaus tot gevolg. Het homeopathisch middel wordt individueel gekozen op basis van overeenkomst tussen het totaal van de symptomen van de patiënt en het geneesmiddelbeeld. De verstoring wordt in deze visie hersteld als de energieprikkel van het middel gelijksoortig is aan de verstoring in de levenskracht. Hiermee verdwijnt dan het geheel der symptomen van de patiënt.
Constitutietypen
Bij de persoonsgerichte behandeling kijkt de behandelaar naar de individualiserende symptomen van de patiënt. Dit betreft psychologische aspecten, leefstijl en omgeving, slaappatronen, is de patiënt warmbloedig of juist kouwelijk enzovoorts en uiteraard de symptomen van de aandoening die de patiënt aan de homeopaat voorlegt.
Enkele voorbeelden van constitutietypen (beknopt):
- Van een 'ignatia-type' wordt gezegd dat hij/zij nerveus is, gepassioneerd, onderhevig aan wisselende stemmingen en sterk wisselende klachten heeft en een hekel heeft aan tabaksrook;
- Een typische 'pulsatilla-constitutie' is een jonge vrouw of kind, met blond of lichtbruin haar, blauwe ogen en een delicaat uiterlijk, die zachtaardig en toegeeflijk is, die gemakkelijk huilt, afhankelijk is, romantisch, emotioneel, vriendelijk maar verlegen;
- Het 'nux vomica-type' is actief, zeer ambitieus, agressief, ruziezoekerig, drinkt graag alcohol, houdt van vet en pikant voedsel.
- Het 'sulfur-type' is onafhankelijk, nonchalant, filosofisch en leergierig, lui en slordig, en heeft een sterk ego.
Registratie van homeopathische middelen
Homeopathische middelen hebben een uitzonderingspositie in vergelijking tot de reguliere geneesmiddelen. Reguliere medicijnen worden toegelaten indien zowel de werking als de veiligheid wetenschappelijk bewezen is. Homeopathische middelen die verder dan 1:10.000 verdund zijn (D4) worden toegelaten als aangetoond is dat hun veiligheid en kwaliteit gewaarborgd zijn en dat ze gemaakt zijn op basis van stoffen die staan vermeld in de Europese farmacopee dan wel de Duitse of de Franse farmacopee (Homöopathisches Arzneibuch resp. Farmacopée française). De werkzaamheid hoeft bij deze groep homeopathische preparaten dus niet te worden aangetoond. Op het etiket van deze homeopathische middelen moet wel verplicht worden vermeld dat „de werkzaamheid door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen niet met wetenschappelijke criteria is beoordeeld”.
Homeopathische middelen worden geproduceerd volgens een specifieke homeopathische bereidingswijze die beschreven wordt in een officiële Farmacopee, zoals de Europese, Duitse en Franse. Alle lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht homeopathische middelen te registreren volgens Richtlijn 2001/82/EC (voor gebruik bij dieren) en Richtlijn 2001/83/EC (voor gebruik bij mensen).
Wetenschappelijk onderzoek
Er bestaat tot op heden geen formeel, reproduceerbaar bewijs, noch een aanvaarde natuurwetenschappelijke verklaring voor de werkzaamheid van homeopathische medicijnen, die verder reikt dan het placebo-effekt.[11] Het gebruik van homeopathie werd in 1994 door de National Council Against Health Fraud bestempeld als kwakzalverij.[12] In een publicatie uit 2006 van UK-skeptics wordt homeopathie een pseudowetenschap genoemd.[13] De theorie dat medicijnen een sterkere werking krijgen door verdunning is in strijd met de beginselen van de hedendaagse geneeskunde: de verdunningen zijn dermate groot, dat er geen molecule van de beginstof in de oplossing wordt aangetroffen.[13]
De klinische werking die homeopathie volgens sommige studies heeft, wordt door anderen toegeschreven aan een placebo-effect.[14] [15] [16] [17] [18] [19]
Bij dieren
Ook over de werkzaamheid van homeopathie bij dieren is discussie door het uitblijven van bewijs. Dieren vertonen in wetenschappelijke studies wel een placebo-effect, maar dit verschilt wel met mensen: dieren worden immers niet verondersteld zich te realiseren welk effect beoogd wordt met een bepaalde behandeling. De evaluatie van de behandeling vindt echter plaats door mensen, die zich door diverse psychologische effecten (zie hierboven) kunnen laten beïnvloeden. Homeopathische behandelingen worden veelal toegepast bij dieren bij aandoeningen die niet of moeilijk objectief te beoordelen zijn, zoals zenuwachtigheid, een te veel aan libido, enz. Aandoeningen blijven voor mens en dier vaak van voorbijgaande aard, waardoor het genezingseffect mogelijk ten onrechte toegeschreven wordt aan het homeopathische middel dat werd toegediend.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º C. F. S. Hahnemann, Investigations of a new principle for finding the healing powers of pharmacological substances, besides some new views on those hitherto used, Journal der practischen Arzneykunde und Wundarzneykunst, 1796
- º Th. L. Bradford, Life and Letters of Hahnemann, Philadelphia, USA, 1895
- ↑ 3,0 3,1 Samuel Hahnemann, Organon der geneeskunde, §22
- º Materia Medica Pura. Dresden. Arnold. 6 vols. Vol. 1 1811; vol. 2, 1816; vol. 3, 1817; vol. 4, 1818; vol. 5, 1819; vol. 6, 1821. 2d edition. Vol. 1, 1822; vol. 2, 1824; vol. 3, 1825; vol. 4, 1825; vol. 5, 1826; vol. 6, 1827.
- º T. F. Allen M.D., The Encyclopedia of pure Materia Medica
- º IOCOB, Homeopathie, complementaire behandelvormen.
- º Homeopathische geneesmiddelen voor de nadelige effecten van behandelingen van kanker op NCBI.nlm.gov
- º IOCOB, Cochrane positief voor homeopathica bij kanker
- º Definition Complex homeopathy op hompath.net
- º Enkele bekende nosoden zijn: http://members.home.nl/rvdzee/images/pdf300_nosoden.pdf
- º Björn Lemmer, Kay Brune, Pharmakotherapie: Klinische Pharmakologie. Springer, 2006, ISBN 3-540-34180-3, p. 19. Homeopathie op Google Books
- º NCAHF Position Paper on Homeopathy National Council Against Health Fraud
- ↑ 13,0 13,1 Homeopathy at UK-Skeptics
- º Kleijnen J., Knipschild P., ter Riet G., Clinical trials of homoeopathy, BMJ 1991; 302: p. 316–23.
- º Boissel J. P., Cucherat M., Haugh M., Gauthier E., Critical literature review on the effectiveness of homoeopathy: overview of data from homoeopathic medicine trials, Brussels, Belgium: Homoeopathic Medicine Research Group. Report to the European Commission. 1996: p. 195–210.
- º Linde K., Melchart D., Randomized controlled trials of individualized homeopathy: a state-of-the-art review, J Alter native and Complementary Medecine 1998; 4: p. 371–88.
- º Linde K., Scholz M., Ramirez G., Clausius N., Impact of study quality on outcome in placebo-controlled trials of homeopathy, Journal of Clinical Epidemioloy 1999; 52: 631–36.
- º Cucherat M., Haugh M. C., Gooch M., Boissel J. P., Evidence of clinical efficacy of homeopathy: a meta-analysis of clinical trials, European Journal of Clinical Pharmacology 2000; 56: p. 27–33.
- º Shang A., Huwiler-Muntener K., Nartey L., et al. Are the clinical effects of homoeopathy placebo effects? Comparative study of placebo-controlled trials of homoeopathy and allopathy, The Lancet 2005; vol. 366, nummer 9487, PMID 16125589; p. 726–32.