|
|
Regel 1: |
Regel 1: |
| '''Begrijpend denken''' is als [[Filosofie|filosofisch]] begrip vooral verbonden met het [[Dialectiek|dialectisch]] denken van [[Georg Wilhelm Friedrich Hegel|Hegel]]. Hegel zelf verwees er onder meer naar met ''"begreifendes Erkennen"''. In verband met [[kunst]] spreekt Hegel ook wel van een "Gestaltung", de zinnelijke, vormgegeven verbeelding van het absolute. Voor Hegel was de taak van de filosofie niet het verzamelen van subjectieve en toevallige meningen ("doxografie"), maar het zoeken naar een allesomvattend inzicht.
| | #Redirect[[Beelddenken#Non-lineair denken]] |
| | |
| ==Onderscheid verstandelijk en begrijpend denken==
| |
| De filosofen [[Immanuel Kant]] en [[Georg Wilhelm Friedrich Hegel]] maakten onderscheid tussen "verstandelijk" en "redelijk denken". Het eerste beschreven zij als [[Analytisch en synthetisch oordeel|analytisch]], begrensd en gericht op [[kennis]], en het tweede als samenvattend, allesomvattend en wetend. Zij bedoelen hier niet mee dat er twee soorten van denken bestaan waarbij de eerste soort niet 'deugt'. In feite gaat het om ontwikkelingsfasen van het denken: van analytisch naar samenvattend denken, vervolgens naar samenhangend, 'begrijpend' denken.
| |
| | |
| ==Van analytisch denken tot absoluut weten==
| |
| Hegel zag de taak van de filosofie als volgt: "De filosofie is de objectieve wetenschap van de waarheid, de wetenschap van haar noodzakelijkheid, begrijpend kennen ''("begreifendes Erkennen")'', géén menen en géén uitspinnen van meningen" ''(Vorlesungen über die Geschichte der Philosophie).'' De studie van de geschiedenis van de filosofie ging bij hem niet om het louter 'weten', maar om het "verstehen", het inzichtelijk begrijpen. In zijn "Enzyclopädie" begint Hegel met de [[logica]], de zuivere speculatieve gedachte (het analytische denken , zoals bv. bij [[Aristoteles]]) en hij eindigt met "het absolute weten", de zelfbewuste, zichzelf begrijpende absolute (bovenmenselijke) abstracte "Geist". <ref>Hegel wijdt achtereenvolgens hoofdstukken aan "Logica", "Natuur"(filosofie) en "Geest".</ref> In zijn Encyclopedie maakt Hegel een nieuwe en opvallende indeling in "Subjectieve", "Objectieve" en "Absolute geest", waarbij de eerste het individuele bewustzijn met denken, voelen en willen behandelt, de tweede betrekking heeft op geschiedenis en maatschappij, en de derde waarbij filosofie, kunst en religie beschouwd worden als uitdrukkingen van de 'absolute geest'. Pas hierin bereikt de 'geest' zijn hoogste vorm van ontplooiing, een volledig begrijpen. Werkelijkheid en redelijkheid vallen hierin samen, omdat nu ingezien wordt dat alleen datgene echt werkelijk is wat redelijk kan begrepen worden en, omgekeerd, dat het redelijke werkelijkheidswaarde bezit.
| |
| | |
| ==Van bewustzijn tot zelfbewustzijn==
| |
| Hegel zag al het bestaande niet als een statisch geheel, maar als een dynamische, zichzelf voortbrengende werkelijkheid. Bij deze zelfontwikkeling onderscheidde hij drie fasen, die later '[[these]]', '[[Antithese (filosofie)|antithese]]' en '[[Synthese (filosofie)|synthese]]' zouden worden genoemd. Hegel zelf sprak over 'aufheben', wat begrepen kan worden als 'afschaffen, optillen en bewaren.' Deze fasen van het proces meende hij te onderkennen in de [[geschiedenis]], zowel als in de ontwikkeling van de [[wereldgeest]] als die van de [[menselijke geest]]. Dit proces, waarbij eerst wordt gesteld, vervolgens ontkend, en ten slotte verzoend, noemt met het [[Dialectiek|dialectisch proces]]. De overgang van [[bewustzijn]] naar een verhoogde staat van [[zelfbewustzijn]] voltrekt zich in iedere fase opnieuw, tot ten slotte het zelfbewustzijn ervaart ''alle realiteit'' te zijn en zo tot het ''absolute weten'' komt.<ref>''Die Phänomenologie des Geistes'' (1807)</ref> Bij Hegel verloopt de weg naar hoger inzicht niet van het concrete naar het abstracte, maar net omgekeerd, en pas de laatste fase van waarheid zou alles, het volledige begrip, bevatten, terwijl de vroegere fasen slechts momenten van het geheel voorstellen.
| |
| | |
| ==Zie ook==
| |
| *Begrijpend denken is ook een begrip in de theorie van [[Beelddenken#Non-lineair denken|beelddenken]], dat in tegenstelling tot het [[Analyse|analytische denken]] eveneens zou resulteren in een vorm van totaal begrijpend, inzichtelijk weten.
| |
| | |
| ==Bronnen en voetnoten==
| |
| {{references}}
| |
| | |
| [[Categorie:Filosofische terminologie]]
| |
| [[Categorie: Dialectiek]]
| |
| [[Categorie:Idealisme]]
| |
| [[Categorie:Esthetiek]]
| |
| [[Categorie:Filosofie van de geest]]
| |