Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Evert Marie Bruins: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Evert_Marie_Bruins&oldid=62248610 11 jun 2022 ‎ SvenDK)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Evert_Marie_Bruins&oldid=62288418 16 jun 2022)
Regel 32: Regel 32:


== Biografie ==
== Biografie ==
Bruins ging naar het [[Gymnasium]] in Amsterdam, waar hij [[Latijn]] en [[Grieks]] leerde, en studeerde wiskunde, natuurkunde en scheikunde aan de [[Universiteit van Amsterdam]], waar hij assistent [[experimentele natuurkunde]] werd. Hij studeerde [[aardmagnetisme]] onder [[Jacob Clay]] en nam halverwege de jaren dertig deel aan een onderzoeksexpeditie op de [[Boskoop]] in de [[Noordzee]], de Zuid-[[Atlantische Oceaan]] en de [[Stille Oceaan]]. Hij bestudeerde straling in de atmosfeer en ontdekte de [[Vanallengordels|Van Allengordel]] in zijn proefschrift met de titel ''Cosmische stralen in het aardmagnetisch veld'' (1938, cum laude), dat door het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]] kort daarna echter internationaal weinig aandacht kreeg. Hij was vice-directeur van het [[Instituut voor Natuurkunde]] aan de Universiteit van Amsterdam in 1935 en doceerde ook wiskunde na zijn verhuizing naar de Faculteit der Wiskunde rond de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Daar ontving hij, na een docentschap in de [[Analyse (wiskunde)|analyse]], een [[lector|lectoraat]] toegepaste wiskunde, dat hij tot 1969 behield. Van 1952 tot 1954 en 1955/56 was hij gasthoogleraar wiskunde aan de [[Universiteit van Bagdad]], waar hij het Instituut voor Wiskunde oprichtte. Daar kon hij ook zijn interesse in wiskundige [[Spijkerschrift|spijkerschriftteksten]] nastreven. In 1969 werd hij hoogleraar geschiedenis van de wiskunde in Amsterdam. In 1979 ging hij met pensioen.
Bruins ging naar het [[Gymnasium]] in Amsterdam, waar hij [[Latijn]] en [[Grieks]] leerde, en studeerde wiskunde, natuurkunde en scheikunde aan de [[Universiteit van Amsterdam]], waar hij assistent [[experimentele natuurkunde]] werd. Hij studeerde [[aardmagnetisme]] onder [[Jacob Clay]] en nam halverwege de jaren dertig deel aan een onderzoeksexpeditie op de [[Boskoop (schip, 1927)|Boskoop]] in de [[Noordzee]], de Zuid-[[Atlantische Oceaan]] en de [[Stille Oceaan]]. Hij bestudeerde straling in de atmosfeer en ontdekte de [[Vanallengordels|Van Allengordel]] in zijn proefschrift met de titel ''Cosmische stralen in het aardmagnetisch veld'' (1938, cum laude), dat door het uitbreken van de [[Tweede Wereldoorlog]] kort daarna echter internationaal weinig aandacht kreeg. Hij was vice-directeur van het [[Instituut voor Natuurkunde]] aan de Universiteit van Amsterdam in 1935 en doceerde ook wiskunde na zijn verhuizing naar de Faculteit der Wiskunde rond de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Daar ontving hij, na een docentschap in de [[Analyse (wiskunde)|analyse]], een [[lector|lectoraat]] toegepaste wiskunde, dat hij tot 1969 behield. Van 1952 tot 1954 en 1955/56 was hij gasthoogleraar wiskunde aan de [[Universiteit van Bagdad]], waar hij het Instituut voor Wiskunde oprichtte. Daar kon hij ook zijn interesse in wiskundige [[Spijkerschrift|spijkerschriftteksten]] nastreven. In 1969 werd hij hoogleraar geschiedenis van de wiskunde in Amsterdam. In 1979 ging hij met pensioen.


== Expertise ==
== Expertise ==
Regel 71: Regel 71:
* E. Knobloch, J. P. Hogendijk: Evert Marie Bruins (1909–1990), Arch. Int. Hist. Sci., volume 42, 1992, p. 317–319
* E. Knobloch, J. P. Hogendijk: Evert Marie Bruins (1909–1990), Arch. Int. Hist. Sci., volume 42, 1992, p. 317–319
}}
}}
{{authority control|TYPE=p|Wikidata= }}


{{DEFAULTSORT:Bruins}}
Opleiding
[[Categorie:Nederlands natuurkundige]]
Opleiding Wiskunde
[[Categorie:Nederlands wiskundige]]
Graad doctoraalexamen
23 mei 1934
Instelling (opleiding) Faculteit der Wis- en Natuurkunde
Universiteit van Amsterdam
Opleiding
Opleiding Wiskunde
Graad doctoraat wis- en natuurkunde
Cum laude
30 maart 1938
Examentype promotie
Instelling (opleiding) Faculteit der Wis- en Natuurkunde
Universiteit van Amsterdam
Proefschrift Cosmische stralen in het aardmagnetisch veld
Trefwoord astrofysica
kosmische straling
aardmagnetisch veld
Promotor(en) prof.dr. J. Clay, Universiteit van Amsterdam
Aantal stellingen 11
Privaatdocent Analyse, 1942 - 1 juli 1943
Benoeming privaatdocent
Datum benoeming 1942
Leeropdracht Analyse
Instelling (functie) Universiteit van Amsterdam Faculteit der Wis- en Natuurkunde
Einde dienstverband 1 juli 1943
Wetensch. discipline wiskunde: algemeen
analyse: algemeen (wiskunde)
Lector Toegepaste en propedeutische wiskunde, 13 januari 1943 - 27 augustus 1962
Benoeming lector
Datum benoeming 13 januari 1943
Ambtsaanvaarding 1 juli 1943
Leeropdracht Toegepaste en propedeutische wiskunde
Oratie / openbare les Mathematici en physici
7 juli 1943
Instelling (functie) Universiteit van Amsterdam Faculteit der Wis- en Natuurkunde
Einde dienstverband 27 augustus 1962
Wetensch. discipline wiskunde: algemeen
Lector Geschiedenis der Griekse en voor-Griekse wiskunde en de propedeutische wiskunde - 15 juli 1963
Benoeming lector
Ambtsaanvaarding 27 augustus 1962
Leeropdracht Geschiedenis der Griekse en voor-Griekse wiskunde en de propedeutische wiskunde
Instelling (functie) Universiteit van Amsterdam Faculteit der Wis- en Natuurkunde
Einde dienstverband 15 juli 1963
Wetensch. discipline wiskunde: algemeen
geschiedenis van de wiskunde
Lector Propedeutische wiskunde - 1 september 1969
Benoeming lector
Ambtsaanvaarding 15 juli 1963
Leeropdracht Propedeutische wiskunde
Instelling (functie) Universiteit van Amsterdam Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen; Subfaculteit Wiskunde, Natuurkunde en Sterrenkunde
Einde dienstverband 1 september 1969
Wetensch. discipline wiskunde: algemeen
Buitengewoon hoogleraar Geschiedenis der wiskunde, 31 juli 1969 - 1 september 1979
Benoeming buitengewoon hoogleraar
Datum benoeming 31 juli 1969
Ambtsaanvaarding 1 september 1969
Leeropdracht Geschiedenis der wiskunde
Oratie / openbare les De wetenschap gedijt verder buiten de universiteit, tenzij
3 november 1969
Instelling (functie) Universiteit van Amsterdam Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen; Subfaculteit Wiskunde
Einde dienstverband 1 september 1979
Reden emeritaat
Afscheidscollege Anagke; 15-10-1982
Wetensch. discipline wiskunde: algemeen
geschiedenis van de wiskunde
 
{{nocat}}

Versie van 16 jun 2022 22:24

rel=nofollow

Evert Marie Bruins (Woudrichem, 4 januari 1909 - Amsterdam, 20 november 1990) was een Nederlands natuurkundige, wiskundige en wiskundehistoricus.[1][2]

Biografie

Bruins ging naar het Gymnasium in Amsterdam, waar hij Latijn en Grieks leerde, en studeerde wiskunde, natuurkunde en scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij assistent experimentele natuurkunde werd. Hij studeerde aardmagnetisme onder Jacob Clay en nam halverwege de jaren dertig deel aan een onderzoeksexpeditie op de Boskoop in de Noordzee, de Zuid-Atlantische Oceaan en de Stille Oceaan. Hij bestudeerde straling in de atmosfeer en ontdekte de Van Allengordel in zijn proefschrift met de titel Cosmische stralen in het aardmagnetisch veld (1938, cum laude), dat door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kort daarna echter internationaal weinig aandacht kreeg. Hij was vice-directeur van het Instituut voor Natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam in 1935 en doceerde ook wiskunde na zijn verhuizing naar de Faculteit der Wiskunde rond de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Daar ontving hij, na een docentschap in de analyse, een lectoraat toegepaste wiskunde, dat hij tot 1969 behield. Van 1952 tot 1954 en 1955/56 was hij gasthoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Bagdad, waar hij het Instituut voor Wiskunde oprichtte. Daar kon hij ook zijn interesse in wiskundige spijkerschriftteksten nastreven. In 1969 werd hij hoogleraar geschiedenis van de wiskunde in Amsterdam. In 1979 ging hij met pensioen.

Expertise

Bruins hield zich vooral bezig met Egyptische, Babylonische en Griekse wiskunde (en beheerste de daarbij behorende talen en schrift). Hij had ook kennis van het Arabisch, Russisch en een aantal Europese talen.

Met Marguerite Rutten redigeerde hij in 1961 Textes mathématiques de Suse (wiskundige spijkerschriftteksten uit Susa) en in 1964 publiceerde hij de Codex Constantinopolitanus Palatii Veteris, die de enige overgebleven tekst bevat van de Metrica van Heron van Alexandrië (op de terugweg uit Bagdad had hij het manuscript in Istanbul gefotografeerd).

Als historicus van de wiskunde gebruikte hij zijn mentale rekenvaardigheden en kennis van numerieke methoden om de algoritmische processen in oude hiërogliefen of spijkerschriftteksten te reconstrueren. Hij hield ervan om andere interpretaties, zoals die van Otto Neugebauer, uit te dagen, wat af en toe leidde tot controverses waarin hij hartstochtelijk zijn mening verdedigde. Hij was bijvoorbeeld van mening dat een bekwame Egyptische rekenaar de bekende conversietabellen van breuken van de vorm <math>\frac {2}{n}</math> in sommen van stamfracties van de vorm <math>\frac {1}{n}</math> (die de Egyptenaren gebruikten voor rationale getallen) in één dag zou kunnen uitwerken in tegenstelling tot een veel langere tijd zoals algemeen werd aangenomen.[3]

Een originele bijdrage van hem was dat hij het begin van een niet-euclidische meetkunde zag in Zeno van Sidon[4]. Dit werd onder meer afgewezen door Kurt von Fritz.

Hij onderhield een uitgebreide correspondentie en reisde veel. Vanaf 1957 was Bruins mederedacteur en vanaf 1963 enig redacteur van het tijdschrift Janus, dat na zijn dood stopte met publiceren.

Als wiskundige hield hij zich veel bezig met de invariantentheorie van Roland Weitzenböck, die in Nederland invloedrijk was, en ook met niet-euclidische meetkunde.

Zijn enige promovendus was Yvonne Dold-Samplonius.

Werken (selectie)

  • Cosmische stralen in het aardmagnetisch veld
  • Fontes mathesos. Hoofdpunten van het prae-griekse en griekse wiskundig denken, Leiden 1953
  • Inleiding in de mathesis, H.J. Paris, Amsterdam
  • Met Marguerite Rutten: Textes mathématiques de Suse, Mémoires de la mission archéologique en Iran, 34, Paris 1961
  • Interpretation of cuneiform mathematics, Physis, Band 4, 1962, S. 277–341
  • Niet-euclidische euclidische meetkunde, Euclides, Band 39, 1963, S. 1–15
  • Codex Constantinopolitanus Palatii Veteris, 3 volumes, Leiden 1964
  • La géométrie non-euclidéenne dans la antiquité, Paris, Publ. Université de Paris, 1968
rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Voetnoten

  1. º Peter van Emde Boas (December 2013). Evert Marie Bruins (1909–1990): intelligent, productief en controversieel. Studium . Geraadpleegd op 6 juni 2022.
  2. º Album Academicum UVA Prof. Dr. E. M. Bruins. Album Academicum Universiteit van Amsterdam Geraadpleegd op 6 juni 2022
  3. º Bruins (1952). Ancient egyptian arithmetic:2/N. Indagationes Mathematicae (14): 81–91 (Elsevier).
  4. º Onafhankelijk, beweerde Imre Tóth vanaf 1966 ook verwijzingen te hebben gevonden naar de kennis van de niet-euclidische meetkunde bij de Grieken in het werk van Aristoteles
rel=nofollow

Bronnen

Literatuur

  • E. Knobloch, J. P. Hogendijk: Evert Marie Bruins (1909–1990), Arch. Int. Hist. Sci., volume 42, 1992, p. 317–319
rel=nofollow
rel=nofollow