Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
August Neander: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
David Mendel was de jongste zoon in het joodse gezin van de koopman Emanuel Mendel en Esther Gottschalck. Niet lang na zijn geboorte scheidden zijn ouders. De orthodoxe vader vond dat zijn modern geschoolde vrouw de opvoeding van de kinderen om zeep hielp. (Vier van de vijf werden tenslotte gedoopt.) De moeder verhuisde met haar zoon David naar Hamburg. Ondanks haar armoede vond zij het belangrijk dat haar zoon een goede schoolopleiding zou krijgen en met de hulp van haar familieleden kreeg hij de kans om te studeren. | David Mendel was de jongste zoon in het joodse gezin van de koopman Emanuel Mendel en Esther Gottschalck. Niet lang na zijn geboorte scheidden zijn ouders. De orthodoxe vader vond dat zijn modern geschoolde vrouw de opvoeding van de kinderen om zeep hielp. (Vier van de vijf werden tenslotte gedoopt.) De moeder verhuisde met haar zoon David naar Hamburg. Ondanks haar armoede vond zij het belangrijk dat haar zoon een goede schoolopleiding zou krijgen en met de hulp van haar familieleden kreeg hij de kans om te studeren. | ||
David kwam als leerling aan het Gymnasium Johanneum in Hamburg in contact met neo-piëtistische kringen, die gevormd werden | David kwam als leerling aan het Gymnasium Johanneum in Hamburg in contact met neo-[[piëtisme|piëtistische]] kringen, die gevormd werden rond de activiteiten van [[Friedrich Gottlieb Klopstock]]. Toen hij in 1805 afstudeerde, mocht hij de eretoespraak houden in het [[Latijn]]. In de toespraak eiste hij de gelijkheid van de Joden in alle opzichten, maar pleitte ook voor de afschaffing van sommige riten. De toespraak wekte brede belangstelling. In zijn schooltijd las hij de in die tijd invloedrijke ''Reden über die Religion'' van [[Friedrich Schleiermacher]], wat ertoe ertoe leidde dat hij van het [[christendom]] overtuigd werd en in 1806 werd gedoopt. Bij die gelegenheid legde hij zijn Joodse naam af en nam de familienaam ’Neander’ aan; naar hij zei omdat hij ’een nieuwe mens’ wou zijn. (’Neander’ is afgeleid uit het Grieks ''neos'', ’nieuw’ en ''andros'', ’mens’), en als erkenning voor de dichter [[Joachim Neander]]. Hoewel hij zijn rechtenstudie voortzette, raakte hij meer en meer aangetrokken tot theologie. | ||
Hij studeerde theologie en vooral kerkgeschiedenis in Halle en Göttingen. [[Matthias Claudius]] had een grote invloed op zijn innerlijke ontwikkeling. Na het voltooien van zijn studies in 1809, wijdde hij enige tijd aan onderwijzen en prediken. | Hij studeerde theologie en vooral kerkgeschiedenis in Halle en Göttingen. [[Matthias Claudius]] had een grote invloed op zijn innerlijke ontwikkeling. Na het voltooien van zijn studies in 1809, wijdde hij enige tijd aan onderwijzen en prediken. | ||
Regel 10: | Regel 10: | ||
In 1812 werd hij hoogleraar in Heidelberg en het jaar daarop in Berlijn, waar hij tot aan zijn dood werkte. | In 1812 werd hij hoogleraar in Heidelberg en het jaar daarop in Berlijn, waar hij tot aan zijn dood werkte. | ||
Toen in 1840 in Damascus de oude beschuldiging de kop opstak dat Joden christenen ritueel vermoordden (de [[Damascus-affaire]]), stelde hij dit als een leugen aan de kaak. | Toen in 1840 in [[Damascus]] de oude beschuldiging de kop opstak dat Joden christenen ritueel vermoordden (de [[Damascus-affaire]]), stelde hij dit als een leugen aan de kaak. | ||
Anderzijds verzette hij zich in 1847 tegen de toelating van Joden tot de Berlijnse Universiteit en bracht hen in verband met de antichristelijke beweging van de linkse [[Georg Wilhelm Friedrich Hegel|Hegelianen]]. | Anderzijds verzette hij zich in 1847 tegen de toelating van Joden tot de Berlijnse Universiteit en bracht hen in verband met de antichristelijke beweging van de linkse [[Georg Wilhelm Friedrich Hegel|Hegelianen]]. | ||
Neander was een van de belangrijkste Duitse protestantse theologen van de 19e eeuw. Hij was een kinderlijke persoonlijkheid, | Neander was een van de belangrijkste Duitse protestantse theologen van de 19e eeuw. Hij was een kinderlijke persoonlijkheid, geestesverwant aan het [[piëtisme]], begiftigd met een helder denken en een historisch perspectief. Het dogmatische element stond bij hem meer op de achtergrond. Hij was erg productief als schrijver. | ||
Theologisch gezien staat Neander dicht bij [[Friedrich Tholuck]], en net als hij was hij een voorstander van [[universalisme]], de leer van de ultieme verlossing van allen. | Theologisch gezien staat Neander dicht bij [[Friedrich Tholuck]], en net als hij was hij een voorstander van [[universalisme]], de leer van de ultieme verlossing van allen. | ||
Een bekende leerling van hem was de theoloog en kerkhistoricus [[Philip Schaff]]. | |||
==Erkenningen== | ==Erkenningen== |
Versie van 28 nov 2022 10:24
August Johann Wilhelm Neander (Göttingen, 16 januari 1789 – Berlijn, 14 juli 1850) was een Duitse protestantse theoloog en hoogleraar kerkgeschiedenis.
Leven
David Mendel was de jongste zoon in het joodse gezin van de koopman Emanuel Mendel en Esther Gottschalck. Niet lang na zijn geboorte scheidden zijn ouders. De orthodoxe vader vond dat zijn modern geschoolde vrouw de opvoeding van de kinderen om zeep hielp. (Vier van de vijf werden tenslotte gedoopt.) De moeder verhuisde met haar zoon David naar Hamburg. Ondanks haar armoede vond zij het belangrijk dat haar zoon een goede schoolopleiding zou krijgen en met de hulp van haar familieleden kreeg hij de kans om te studeren.
David kwam als leerling aan het Gymnasium Johanneum in Hamburg in contact met neo-piëtistische kringen, die gevormd werden rond de activiteiten van Friedrich Gottlieb Klopstock. Toen hij in 1805 afstudeerde, mocht hij de eretoespraak houden in het Latijn. In de toespraak eiste hij de gelijkheid van de Joden in alle opzichten, maar pleitte ook voor de afschaffing van sommige riten. De toespraak wekte brede belangstelling. In zijn schooltijd las hij de in die tijd invloedrijke Reden über die Religion van Friedrich Schleiermacher, wat ertoe ertoe leidde dat hij van het christendom overtuigd werd en in 1806 werd gedoopt. Bij die gelegenheid legde hij zijn Joodse naam af en nam de familienaam ’Neander’ aan; naar hij zei omdat hij ’een nieuwe mens’ wou zijn. (’Neander’ is afgeleid uit het Grieks neos, ’nieuw’ en andros, ’mens’), en als erkenning voor de dichter Joachim Neander. Hoewel hij zijn rechtenstudie voortzette, raakte hij meer en meer aangetrokken tot theologie.
Hij studeerde theologie en vooral kerkgeschiedenis in Halle en Göttingen. Matthias Claudius had een grote invloed op zijn innerlijke ontwikkeling. Na het voltooien van zijn studies in 1809, wijdde hij enige tijd aan onderwijzen en prediken.
In 1812 werd hij hoogleraar in Heidelberg en het jaar daarop in Berlijn, waar hij tot aan zijn dood werkte.
Toen in 1840 in Damascus de oude beschuldiging de kop opstak dat Joden christenen ritueel vermoordden (de Damascus-affaire), stelde hij dit als een leugen aan de kaak. Anderzijds verzette hij zich in 1847 tegen de toelating van Joden tot de Berlijnse Universiteit en bracht hen in verband met de antichristelijke beweging van de linkse Hegelianen.
Neander was een van de belangrijkste Duitse protestantse theologen van de 19e eeuw. Hij was een kinderlijke persoonlijkheid, geestesverwant aan het piëtisme, begiftigd met een helder denken en een historisch perspectief. Het dogmatische element stond bij hem meer op de achtergrond. Hij was erg productief als schrijver.
Theologisch gezien staat Neander dicht bij Friedrich Tholuck, en net als hij was hij een voorstander van universalisme, de leer van de ultieme verlossing van allen.
Een bekende leerling van hem was de theoloog en kerkhistoricus Philip Schaff.
Erkenningen
- In 1845 werd hij benoemd tot erelid (Honorary Fellow) van de Royal Society of Edinburgh.[1]
- º (en) Fellows Directory. Biographical Index: Former RSE Fellows 1783–2002, Royal Society of Edinburgh, http://www.rse.org.uk/wp-content/uploads/2016/11/all_fellows.pdf