Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

François Villon: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 240: Regel 240:
[[Categorie: Poëzie]]
[[Categorie: Poëzie]]
[[Categorie: Frans dichter]]
[[Categorie: Frans dichter]]
[[Categorie: Vertalingen]]
[[Categorie: Vertaler uit het Frans]]
[[Categorie: Mens en maatschappij in Frankrijk]]
[[Categorie: Mens en maatschappij in Frankrijk]]

Versie van 20 aug 2017 13:40

Vermoedelijke afbeelding van François Villon, als omslag op de oudste uitgave van zijn werken door Pierre Levet, 1489

François Villon, ( Parijs 1431 – 1463 ?), was een Franse dichter, dief, landloper en vagebond. Villon is de beroemdste dichter uit Frankrijk van de late middeleeuwen. Hij was de schrijver van onder andere Testaments en Ballade des pendus, ( Ballade der gehangenen ), maar ook van de Ballade des contradictions ( Ballade der tegenstellingen ).
De werkelijke naam van Villon is zeer waarschijnlijk François de Montcorbier, ook bekend als François des Loges. De naam Villon heeft hij mogelijk van zijn voogd overgenomen.
De bekendste werken van Villon zijn grotendeels autobiografisch. Hij schreef Testaments en zijn Ballade des pendus mogelijk toen hij in de gevangenis zat.

Studie

Guillaume de Villon, die François in huis nam - nadat zijn moeder na het overlijden van haar man hem aan diens zorgen overliet - was kapelaan van Saint-Benoit-le-Bestourne een kerk in het Quartier Latin in Parijs en docent canoniek recht. Hij was een algemeen geacht man. Hij zorgde er voor, dat François Villon kunsten en letteren aan de Universiteit van Parijs kon gaan studeren.
In 1452 slaagde deze voor zijn kandidaatsexamen en mocht zich voortaan Meester in de Letteren noemen. Hierna werd hij waarschijnlijk een tijdje klerk op een notariskantoor. Zijn studie heeft hij niet verder voltooid. Tijdens zijn studiejaren zag hij kans om met zijn medestudenten allerlei escapades uit te halen, die niet bestraft konden worden, aangezien deze niet onder het wereldlijk maar onder het kerkelijk recht vielen.

Eerste misdaden

In 1455 ontvluchtte Villon Parijs toen hij op het amoureuze pad een concurrent had - een jonge priester - die hem met een degen lijf ging. Villon stak terug en nam hierop een steen en verwondde hem dusdanig, dat hij de volgende dag stierf. Villon vluchtte uit Parijs, maar diende een verzoekschrift tot ontslag van rechtsvervolging in en kreeg gratie. In datzelfde jaar rond Kerstmis 1456 pleegde hij met een aantal gesjeesde studiegenoten een inbraak in het Collège de Navarre in Parijs dat een onderdeel was van de Universiteit van Parijs. De buit is groot: vijfhonderd gouden kronen, die onderling verdeeld wordt. Dat zou heden ten dage ook een flinke som zijn. Villon werd bij het verhoor van de andere verdachten, door hen beschuldigd van het nemen van de leiding van de overval, vluchtte uit Parijs, en ging het leven van een vagebond leiden.

Het concours van Blois

Bij Charles d’Orleans in Blois ( Parijs, 24 november 1394 - Amboise, 5 januari 1465 ) vond de criminele dichter tijdelijk bescherming. De graaf bewonderde Villons werk, en gaf hem af en toe een toelage. Hij hielp Villon ook bij het verkrijgen van gratie.

Charles d’Orleans was de poëzie zeer toegedaan en schreef zelf niet onverdienstelijke gedichten

Charles d’Orleans was de poëzie zeer toegedaan en schreef zelf niet onverdienstelijke gedichten. Hij werd tijdens een gevecht bij Azincourt in Noord-Frankrijk tegen de Engelse en Bourgondische overheersing, als krijgsgevangene meegevoerd naar Londen. Hij zou daar vijfentwintig jaar blijven, maar werd daar redelijk goed behandeld. Hij ontwikkelde zich in die tijd tot een uiterst muzikaal dichter die de bestaande versvormen naar eigen inzicht ging hanteren. Toen tenslotte losgeld voor hem werd betaald, keerde hij terug naar Frankrijk en vestigde zich in het voorouderlijk slot in Blois, in de Loirestreek nabij Orleans.
Charles d’Orleans verzocht aan getalenteerde gasten die aan het hof verbleven of zij een ballade in het gastenboek wilde schrijven. Deze keer ging het om een ballade op een gegeven thema, namelijk een ballade waarin elke regel een ( schijnbare ) tegenstelling moest bevatten. Als algemene titel gold:

  • Ballade des contradictions.

Ballade van Charles d'Orleans

Zelf gaf Charles d’Orleans een voorzet met deze ballade:

Ballade des contradictions (1)
Je meurs de soif emprès de la fontaine
Suffisance ay, et si suis convoiteux;
Une heure m’est plus d’une quarantaine;
Droit et parfait je chemine en boiteux
Très pacient plus que nul despiteux,
Je retiens tour et ce que j’ay despars,
A moy cruel et aux autres piteux,
Le neutre suis et si tiens les deux pars!


En doubte suis de chose certaine;
Infortuné je me répute eureux,
Vraye conclus une chose incertaine,
Rien je n'y fois et suis adventureux.
Feble me tiens quant me sens vogoreux
Plain de moisteur, tout tremblant, au feu ars;
Doulx et begnin, de semblant rigoreux;
Le neutre suis et si tiens les deux pars!


Quant dueil me prent, grant joye me demaine
Par grant plaisir je deviens langoreux;
Indigent suis possident grant domaine;
Qui n'a nul goust je le tiens savoreux;
Qui m'est amer de lui suis amoreux;
Ignorant suis et si sçay les sept ars;
En grant seurté fort craintif et paoureux;
Le neutre suis et si tiens les deux pars!


ENVOI
Qui me loue il m'est injurieux,
Je ne bouge quant d'un lieu me pars;
Pour bien ouvrer en vail labourieux,
Le neutre suis et si tiens les deux pars!
Ballade van de tegenstellingen (1)
Ik sterf van dorst nabij de koele bronnen
ik heb genoeg, blijf aan begeerte krank,
lijdzaam, heb ik mijn nijd niet overwonnen
en recht van lijf en leden ga ik mank.
'k Houd alles in, maar schenk en vraag geen dank
één uur duurt mij lang als de vastentijden,
wreed voor mezelf, voor and'ren ruim en frank
ben ik neutraal, maar sta aan beide zijden.


Ik twijfel steeds aan de meest zekere zaken,
'k ben ongelukkig, men prijst mijn geluk,
onzekere zaken denk ik waar te maken
en lediggaand heb ik het altijd druk.
Bevend van angst buig ik me voor geen juk
en mild van aard schijn 'k hard te moeten strijden
ik voel me zwak, maar sta sterk op mijn stuk,
ik ben neutraal, maar sta aan beide zijden.


Als smart mij plaagt, ben ik van vreugd bezeten,
maar groot genoegen slaat mij kwijnend neer,
arm mag ik mij grootgrondbezitter heten
en juist het smakeloze smaakt mij zeer;
wie bitter voor mij is, dien ik als heer,
nietswetend kan 'k mij aan de kunsten wijden,
ondanks mijn zekerheden bang en teer,
ben ik neutraal, maar sta aan beide zijden.


ENVOOI
Al wie mij looft is mij aan het verguizen,
mijn harde werk moet steeds mislukking beiden,
ik ben verstard, tenzij ik moet verhuizen,
ik ben neutraal, maar sta aan beide zijden.

In totaal verscheen er een twaalftal ballades, steeds bestaande uit drie strofen, waarbij elke strofe eindigde met dezelfde regel, de zogenaamde refreinregel. Verder wordt een ballade afgesloten met een korte strofe, als een ode aan de opdrachtgever, in dit geval Charles d’Orleans.

Ballade van Francois Villon

De laatste ballade is geschreven door Francois Villon, die in het algemeen als de beste ballade wordt gezien.

Ballade des contradictions (12)
Je meurs de seuf auprès de la fontaine,
Chault comme feu, et tremble dent a dent;
Et mon pais suis en terre longtaine;
Lez ung brasier frisonne tout ardent;
Nu comme ung ver, vestu en president,
Je ris en pleurs et attens sans espoir;
Confort reprens en triste desespoir;
J’ m’esjouÿs et n’ay plaisir aucun;
Puissant je suis sans force et sans povoir,
Bien recueully, debouté de chacun.


Rien ne m'est seur que la chose incertaine;
Obscur, fors ce qui est tot evident;
Doubte ne fais, fors en chose certaine;
Science tiens a soudain accident;
Je gaigne tout et demeure perdent;
Au point du jour dis:'Dieu vous doint bon soir!'
Gisant envers, j'ay grant paour de cheoir;
J'ay bien de quoy et si n'en ay pas ung;
Eschoitte attens et d'omme ne suis hoir,
Bien recueully, debouté de chacun.


De rien n'ay soing, si mectz toute ma paine
D'acquerir biens et n'y suis pretendent;
Qui mieulx me dit, c'est cil qui plus m'attaine
Et qui plus vray, lors plus me va bourdont;
Mon amy est, qui me fait entendent
D'ung cigne blanc que c'est ung corbeau noir;
Et qui me nuyst, croy qu'il m'ayde a povoir;
Bourde, verté, au jour d'uy m'est tot un;
Je retiens tout,rien ne sçay concepvoir.
Bien recueully, debouté de chacun.


ENVOI
Prince, clement, or vous plaise sçavoir
Que j'entends moult et nay sense ne sçavoir:
Parcial suis, a toutes loys commun.
Que sais je plus? Le gaiges ravoir,
Bien recueully, debouté de chacun.
Ballade van de tegenstellingen (12)
Ik sterf van dorst nabij de koele bronnen.
heet als een vuur kleum ik en klappertand,
als heerser leef ik weerloos overwonnen,
in eigen land ben 'k in vijandig land,
steenkoud ril ik nabij de schouw die brandt,
naakt als een worm ga ik als vorst gekleed,
in tranen lachend wacht ik wat vergleed,
mijn troost vind ik in droeve wanhoopsklacht,
vermaak schep ik in kommer en in leed,
warm welkom en door iedereen veracht.


Niets is mij zeker dan onzekerheden
en donker is mij elke helderheid
ik twijfel nooit, alleen aan recht en reden,
mijn zekerheid is de toevalligheid,
ik win altijd en raak toch alles kwijt,
ik ben vermogend en heb geen bezit,
'k ben bang te vallen als ik zit,
ik zeg bij 't morgengloren 'goedenacht'
'k ben erfgenaam zonder familielid,
warm welkom en door iedereen veracht.


'k Heb kind noch kraai. maar toch tracht ik te zorgen
voor 'n lege beurs - van gouden schilden zwaar,
wie mij wil weldoen zou 'k het liefste worgen,
wie waarheid tot mij spreekt is leugenaar,
mijn beste vriend is hij die zonneklaar
bewijst, dat zwanen zwarte raven zijn,
en wie mij schaadt, doet me het minste pijn,
leugen en waarheid zijn voor mij één macht,
ik weet zoveel, maar mijn verstand is klein,
warm welkom en door iedereen veracht.


ENVOOI
Gij milde Prins, mijn rechte woord is krom:
want veel begrijpend ben ik dwaas en dom,
elk krijgt mijn stem, ik ben voor één geslacht...
Wat wil ik nog? Mijn toelage weerom,
warm welkom en door iedereen veracht.
  • Het zal opgevallen zijn, dat het Frans van de late middeleeuwen wél iets verschilt van het Frans dat nu gesproken en geschreven wordt. Het is voor de vertaler - Ernst van Altena - dan ook niet altijd eenvoudig geweest de juiste betekenis van alle woorden te achterhalen. Zelf zegt hij, dat er soms meer sprake was van hertalen dan van vertalen.

Gevangenis

Toen François Villon Parijs had verlaten, zwierf hij langs alle wegen van Frankrijk en neemt wat voor het grijpen ligt. Hij verkeert in de meest uiteenlopende kringen en spreekt zowel de vleiende hoftaal als het bargoens van de boevenbenden. Tussendoor ziet hij ook nog kans een groot aantal gedichten te schrijven.
In 1461 zit Villon weer in de gevangenis, dit keer in Meung - sur- Loire waar de bisschop hem onder erbarmelijke omstandigheden gevangen houdt, waarschijnlijk wegens diefstal van kerkelijke sieraden. In datzelfde jaar reist Louis XI langs Meung en pardoneert alle gevangenen, ook François Villon.

Een paar jaar later gaat Villon terug naar Parijs, maar daar zijn ze hem nog niet vergeten

Een paar jaar later gaat Villon terug naar Parijs, maar daar zijn ze hem nog niet vergeten, en ze rekenen hem in. Hij tekent een promesse 1) voor zijn aandeel = 125 kronen, buitgemaakt in het College de Navarra. Hij wordt daarna weer vrijgelaten.
Opnieuw wilde hij Parijs verlaten, maar komt wegens een vechtpartij vóór de deur van een notaris weer in de kerker terecht, hoewel hij vermoedelijk met de vechtpartij niets te maken had. Na marteling bekende hij en wordt veroordeeld tot de dood door de strop.
In 1462 schreef Villon het volgende kwatrijn over zichzelf, als grafschrift, toen hij werd veroordeeld tot de galg:
* De vertaler - Ernst van Altena - heeft het gedicht niet letterlijk vertaald, maar heeft de rijmwoorden aan het eind van elke regel weggelaten en van het gedicht bijna een prachtig binnenrijm gemaakt. Door dit alles blijft het ritme van de oorspronkelijke tekst behouden.

Quatrain
Je suis Françoys, dont il me poise
Né de Paris emprès Pontoise,
Et de la corde d'une toise
Sçaura mon col que mon cul poise.
Kwatrijn
Ik ben François, wiens naam zo bont is.
Parijs, dat mijn geboortegrond is,
hangt mij straks aan een touw dat rond is
zo leert mijn kop hoe zwaar mijn kont is.

Gelukkig voor hem werd hij op het laatste moment vrijgesproken. Vlak voordat de dichter de doodstraf moest ondergaan, verleende het parlement hem na het indienen van een verweerschrift gratie en werd het doodvonnis omgezet in een verbanning voor 10 jaar.
Na 1463 is er niets meer van Villon vernomen; hij verlaat Parijs en sindsdien ontbreekt elk spoor van hem. Het is dus niet duidelijk waar en hoe François Villon aan zijn einde is gekomen.
Algemeen wordt aangenomen, dat François Villon door de vele ontberingen en martelingen bij ondervragingen, dusdanig verzwakt was geworden, dat hij niet zo lang meer heeft geleefd 3).

Publicaties

Omslag van de volledige werken van François Villon, vertaald door Ernst van Altena

Villons gedichten genoten al een grote populariteit in de jaren nadat ze werden geschreven. In 1489 werd een gedrukte versie van een aantal van zijn gedichten uitgegeven door Pierre Levet. Deze editie werd bijna onmiddellijk gevolgd door een aantal andere uitgaven.
In 1533 publiceerde dichter en humanistisch wetenschapper Clément Marot een belangrijk geschrift, waarin hij Villon erkent als één van de belangrijkste dichters in de Franse literatuur en probeerde fouten te corrigeren die minder voorzichtige uitgevers aan de poëzie hadden toegevoegd.
Ook in onze dagen wordt François Villon nog steeds gelezen. Ter gelegenheid van Ernst van Altena's vijfenzestigste verjaardag heeft Uitgeverij Aristos een fraai verzorgde uitgave gepubliceerd van Van Altena's bekendste vertaling van de gedichten van François Villon, onder de titel De volledige Villon. De eerste uitgave uit 1963 bevatte al een aanzienlijke keuze uit het werk, maar miste de bargoense balladen. Die werden in 1985 apart gepubliceerd, en nu zijn beide boeken in één band bijeengebracht.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
1) Een promesse is een document met daarop de belofte een bepaalde som binnen bepaalde tijd terug te betalen, compleet met datum en ondertekening
2) Bij een ballade eindigt elke strofe met dezelfde regel; de zogenaamde refreinregel. Verder wordt de ballade afgesloten met een korte strofe, als een ode aan de opdrachtgever, in dit geval Charles d’Orleans. Dit kan een Envooy zijn, maar wordt soms ook met Prince afgesloten.
3) In 1937 schreef de Amerikaanse schrijver, pianist en componist John Erskine het boek: Het korte uur van François Villon. Het levensverhaal van François Villon wordt hier op meeslepende, maar ook wat romantische wijze beschreven. Aan het eind van het verhaal - in 1463 - vertrekt Villon naar een klein plaatsje, Saint Maixent in de streek Poitou-Charentes.
Hij wekt zo'n vertrouwen bij de inwoners, dat het hem lukt zich als notaris te vestigen.
Ook de Franse arts en schrijver François Rabelais beweert, dat François Villon zijn levensdagen eindigde in 1489 in Saint-Maixent. Maar hiervoor is geen overtuigend bewijs gegeven.
Ballade des dames du temps jadis ( Ballade van de dames uit vroeger tijden ) komt voor in Le Testament, dat François Villon vermoedelijk in gevangenschap schreef. De mooiste regels van dit gedicht zijn te vinden in de eindregels van elke strofe:
Mais ou sont les neiges d'antan? Ach, waar is de sneeuw van weleer?
  • De schrijver, regisseur en librettist Bertolt Brecht werd door de figuur François Villon sterk geïnspireerd bij het schrijven van de opera Die Dreigroschenoper met muziek van Kurt Weill.
  • In de loop der tijd zijn er enkele films uitgebracht die het leven van François Villon zouden moeten weergeven. Bijna al die films zijn kostuumdrama's, waarin Villon als een soort troubadour rondtrekt en overal op een listige manier zich uit netelige situaties weet te redden. Weinig geloofwaardige films met veel zang en met dure decors en kleding.
rel=nofollow