Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Leidse Vertaling: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(toevoegen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 40: Regel 40:


==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
Nadat de hervormde Synode had voorgesteld om een nieuwe Bijbelvertaling te maken, werd hieraan jarenlang gewerkt, tot men in 1873 besloot dat het niet mogelijk was om een vertaling te maken die zowel wetenschappelijk verantwoord was alsook door alle richtingen binnen de hervormde kerk aanvaardbaar zou zijn. Het vertaalproject werd stopgezet.
Nadat de hervormde Synode had voorgesteld om een nieuwe Bijbelvertaling te maken, werd hieraan jarenlang gewerkt. In 1868 werd de [[Synodale vertaling]] van het Nieuwe Testament uitgegeven, maar in 1873 werd besloten dat het niet mogelijk was om een vertaling van het Oude Testament te maken die zowel wetenschappelijk verantwoord was alsook door alle richtingen binnen de hervormde kerk aanvaardbaar zou zijn. Het vertaalproject werd stopgezet.


Overtuigd van de noodzaak van een nieuwe vertaling vatte de [[remonstrantse broederschap|remonstrantse]] predikant dr. [[Isaäc Hooykaas]] (1834–1894) het plan op om ondanks de mislukking van de vertaling door de Synode, zelf aan een vertaling te beginnen. Hij slaagde er in een aantal anderen te motiveren voor dit plan: dr. [[Abraham Kuenen]] (1828–1891), dr. [[Willem Hendrik Kosters]] (1843–1897) en dr. [[Henricus Oort]] (1836–1927). De Rotterdamse bankier R. Mees was bereid het project te sponsoren. Aanvankelijk was het de bedoeling om enkel het [[Oude Testament]] te vertalen.
Overtuigd van de noodzaak van een nieuwe vertaling vatte de [[remonstrantse broederschap|remonstrantse]] predikant dr. [[Isaäc Hooykaas]] (1834–1894) het plan op om zelf aan een vertaling te beginnen. Hij slaagde er in een aantal anderen te motiveren voor dit plan: dr. [[Abraham Kuenen]] (1828–1891), dr. [[Willem Hendrik Kosters]] (1843–1897) en dr. [[Henricus Oort]] (1836–1927). De Rotterdamse bankier R. Mees was bereid het project te sponsoren. Aanvankelijk was het de bedoeling om enkel het [[Oude Testament]] te vertalen.


In 1885 gingen de vertalers aan de slag. Om te beantwoorden aan de eisen van de Bijbelse tekstkritiek, maakten zij naast de Hebreeuwse [[masoretische tekst]] ook gebruik van oude vertalingen zoals de [[Septuaginta]] en tekstversies zoals de [[Samaritaanse Pentateuch]], en overwogen wat in sommige gevallen de originele tekst zou zijn geweest.
In 1885 gingen de vertalers aan de slag. Om te beantwoorden aan de eisen van de Bijbelse tekstkritiek, maakten zij naast de Hebreeuwse [[masoretische tekst]] ook gebruik van oude vertalingen zoals de [[Septuaginta]] en tekstversies zoals de [[Samaritaanse Pentateuch]], en overwogen wat in sommige gevallen de originele tekst zou zijn geweest.

Versie van 18 feb 2014 22:05

De Leidse Vertaling[1] is een Nederlandstalige Bijbelvertaling uit het begin van de 20e eeuw.

Geschiedenis

Nadat de hervormde Synode had voorgesteld om een nieuwe Bijbelvertaling te maken, werd hieraan jarenlang gewerkt. In 1868 werd de Synodale vertaling van het Nieuwe Testament uitgegeven, maar in 1873 werd besloten dat het niet mogelijk was om een vertaling van het Oude Testament te maken die zowel wetenschappelijk verantwoord was alsook door alle richtingen binnen de hervormde kerk aanvaardbaar zou zijn. Het vertaalproject werd stopgezet.

Overtuigd van de noodzaak van een nieuwe vertaling vatte de remonstrantse predikant dr. Isaäc Hooykaas (1834–1894) het plan op om zelf aan een vertaling te beginnen. Hij slaagde er in een aantal anderen te motiveren voor dit plan: dr. Abraham Kuenen (1828–1891), dr. Willem Hendrik Kosters (1843–1897) en dr. Henricus Oort (1836–1927). De Rotterdamse bankier R. Mees was bereid het project te sponsoren. Aanvankelijk was het de bedoeling om enkel het Oude Testament te vertalen.

In 1885 gingen de vertalers aan de slag. Om te beantwoorden aan de eisen van de Bijbelse tekstkritiek, maakten zij naast de Hebreeuwse masoretische tekst ook gebruik van oude vertalingen zoals de Septuaginta en tekstversies zoals de Samaritaanse Pentateuch, en overwogen wat in sommige gevallen de originele tekst zou zijn geweest.

Kuenen, Hooykaas en Kosters beleefden de uitgave van hun vertaling niet meer, omdat ze voordien overleden. Vanaf oktober 1897 tot in 1900/1901 verscheen de vertaling van het Oude Testament in maandelijkse afleveringen bij J. E. Bril te Leiden.

H. Oort nam de vertaling van het Nieuwe Testament op zich en steunde op de taalkundige adviezen van Dirk Christiaan Hesseling. Als tekstuele basis werd niet de zogenaamde Textus Receptus gekozen maar het Novum Testamentum Graece en de Griekse tekst van Tischendorf. Het Nieuwe Testament verscheen in 1912. In 1914 volgde tenslotte de uitgave van de volledige Bijbelvertaling in één band.

De vertalers hadden een begrijpelijke vertaling als doel gesteld en werkten volgens het formeel-equivalente vertaalprincipe. De vertaling was inderdaad gemakkelijk leesbaar en homogeen. Ze bevatte inleidingen op de bijbelboeken en aantekeningen.

De vertaling vormde een radicale breuk met de tekst zoals men deze gewoon was uit de Statenvertaling. De streng gereformeerden en rooms-katholieken waren niet mals in hun uitingen over deze nieuwe vertaling. De enigen die de Leidse vertaling accepteerden voor het gebruik in de eredienst waren de kerken, verbonden met de Nederlandse Protestantenbond (NPB).

Vanaf 1913 werd de Leidse Vertaling ook door het Nederlands Bijbelgenootschap uitgegeven, waar het de regel was geen inleidingen en aantekeningen in de bijbeluitgaven op te nemen.

Uitgaven en herzieningen

In 1942 verscheen in opdracht van de NPB een editie waarin de Godsnaam „Jahwe” werd vervangen door „de Heer”.

Het Oude Testament werd herzien in 1994; het Nieuwe Testament in 2004 bij Importantia, Dordrecht.

Online lezen

Bronnen en verwijzingen

  1. º Soms wordt hiernaar nog verwezen wordt in de oude spelling Leidsche Vertaling
rel=nofollow