Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan van Speijk: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
(verslagen van de overlevenden)
Regel 15: Regel 15:
Op 5 februari 1831 zette Van Speijk koers naar zijn post bij [[Oosterweel|Austruweel]] (nu: Oosterweel). Door een felle noordwestenwind en een probleem met het anker dreef het schip naar de [[Schelde]]kaaien. Havenarbeiders die werkten aan het scheepsafweergeschut, bestormden het schip en eisten dat de vlag naar beneden zou worden gehaald. Van Speijk vond dat overgave geen optie was en gooide volgens sommige versies zijn sigaar of een brandende lont in de kruitkamer van het schip of loste volgens andere versies een schot in het buskruit en joeg zo zichzelf, 28 van de 31 bemanningsleden, en een onbekend aantal Antwerpenaren de dood in.
Op 5 februari 1831 zette Van Speijk koers naar zijn post bij [[Oosterweel|Austruweel]] (nu: Oosterweel). Door een felle noordwestenwind en een probleem met het anker dreef het schip naar de [[Schelde]]kaaien. Havenarbeiders die werkten aan het scheepsafweergeschut, bestormden het schip en eisten dat de vlag naar beneden zou worden gehaald. Van Speijk vond dat overgave geen optie was en gooide volgens sommige versies zijn sigaar of een brandende lont in de kruitkamer van het schip of loste volgens andere versies een schot in het buskruit en joeg zo zichzelf, 28 van de 31 bemanningsleden, en een onbekend aantal Antwerpenaren de dood in.


==Eigentijdse berichtgeving==
Volgens de verklaringen die drie overlevenden op 8 februari aflegden, had Van Speijk enkele van de aan boord gekomen Belgische officieren te woord gestaan. Hij zei dat hij even de papieren ging halen, waarna hij naar de kajuit ging waar het buskruit lag. De scheepsjongen Henrik Wijler kwam langs, maar Van Speijk maakte hem duidelijk dat hij moest ophoepelen. Hendrik Wijler begreep wat Van Speijk van plan was, en probeerde zo snel mogelijk van het schip te geraken. Voor hij in het ijskoude water sprong, kon hij onderweg de zeilmaker Jan Poolman waarschuwen, die op zijn beurt de anderen informeerde. Volgens de verklaring van matroos Willem van der Heide raakte de bemanning hierdoor in discussie, waarbij zij besloten ’dat de Kommandant mogelijk nog wel tot andere gedachten zoude komen’.<ref>{{Aut|F. van de Poll}} e.a., ''De heldendaad van Jan Carel Josephus van Speyk, uit den mond der geredde schepelingen opgeteekend'', Amsterdam 1832, p. 9</ref>
De verklaringen van de overlevenden stemden hierin overeen dat er behalve twee vrijkorpsofficieren en enkele manschappen niemand aan boord was gekomen. Uit hun verklaringen bleek geen noodsituatie. Dit stemde niet overeen met de berichten van de flotieljecommandant Koopman en generaal Chassé die stelden dat de boot was overmeesterd door een woeste volksmenigte.<ref>{{Aut|Jacques de Jong}}, [http://www.isgeschiedenis.nl/archiefstukken/het-nationaal-bereik-van-jan-van-speijk-een-radicale-daad-als-bron-van-nationaal-besef-1831-1832/ Het nationaal bereik van Jan van Speijk. Een radicale daad als bron van nationaal besef, 1831-1832.] in: {{ts.|Leidschrift}}, jaargang 22.3.</ref>
==Begrafenis==
Acht dagen na zijn dood werd in Nederland een periode van rouw uitgeroepen. Hij werd begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, waar ook zijn voorbeeld, admiraal [[Michiel de Ruyter]] reeds begraven lag.
Acht dagen na zijn dood werd in Nederland een periode van rouw uitgeroepen. Hij werd begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, waar ook zijn voorbeeld, admiraal [[Michiel de Ruyter]] reeds begraven lag.


==Lof==
In de negentiende eeuw en een deel van de twintigste eeuw, beschouwden Nederlandse nationalisten Van Speijk als een held. Dit resulteerde in het Koninklijk Besluit nummer 81 van 11 februari 1833, uitgegeven door koning [[Willem I der Nederlanden|Willem I]], dat de Nederlandse marine, zolang deze zou blijven bestaan, steeds een schip met de naam ’''Van Speijk''’ zou hebben om hem te herdenken.  
In de negentiende eeuw en een deel van de twintigste eeuw, beschouwden Nederlandse nationalisten Van Speijk als een held. Dit resulteerde in het Koninklijk Besluit nummer 81 van 11 februari 1833, uitgegeven door koning [[Willem I der Nederlanden|Willem I]], dat de Nederlandse marine, zolang deze zou blijven bestaan, steeds een schip met de naam ’''Van Speijk''’ zou hebben om hem te herdenken.  
Vanaf de jaren ’60 werd Van Speijks daad wat nuchterder, dikwijls met meewarigheid, bekeken.<ref>{{Aut|Herman Vuijsje}}, ''Laaglands heldendom'', in: HELD (Amsterdam 2007) p. 53. HELD is de gids van de gelijknamige tentoonstelling die van 11 augustus tot 11 november 2007 plaatsvond in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.</ref>


==Literatuur==
==Literatuur==

Versie van 11 mei 2013 11:28

Jan van Speijk was de commandant van een Nederlandse kanonneerboot tijdens de Belgische Revolutie, die het schip inclusief de bemanning liever liet ontploffen dan zich over te geven aan de Belgische nationalisten.

Leven

Van Speijk werd geboren te Amsterdam op 31 januari 1802. In 1806 overleed zijn vader overleed, en in 1812 ook zijn moeder, waarna Van Speijk in het Burgerweeshuis verbleef. Van Speijk was een teruggetrokken dromer en een romanticus. Naar verluidt zou hij als jongen reeds bij het graf van Michiel Adriaansz. de Ruyter hebben staan dromen over een carrière op zee en over het verrichten van heldendaden voor het vaderland.

Hij kreeg een opleiding als kleermaker, maar ging in de zeemacht. Hij diende tussen 1823 en 1825 in Nederlands-Indië, waar hij met succes Bangka en Java aanviel en de bijnaam „Schrik der Roovers” kreeg.

Belgische Revolutie

Tijdens de Belgische onafhankelijkheidsoorlog (in België bekend als de „Omwenteling”, in Nederland als de „Belgische Opstand”) was Van Speijk commandant van de Nederlandse kanonneerboot n° 2.

Op 27 oktober 1830, na aanvallen door een ongeordend Belgisch vrijwilligersleger, richtte de Nederlandse zeemacht de kanonnen op Antwerpen. Hierbij vielen 85 doden. Van Speijk nam deel aan dit bombardement, en werd hiervoor onderscheiden met het ridderkruis der vierde klasse van de Militaire Willems-Orde.

Van Speijk verachtte het Belgische streven naar onafhankelijkheid, en hij had reeds aangekondigd dat hij liever de dood koos dan dan zich over te geven: „...en een infame Brabander worden? Dan liever de lucht in!” De bemanning had deze patriottische woorden met gejuich ontvangen.[1]

Op 5 februari 1831 zette Van Speijk koers naar zijn post bij Austruweel (nu: Oosterweel). Door een felle noordwestenwind en een probleem met het anker dreef het schip naar de Scheldekaaien. Havenarbeiders die werkten aan het scheepsafweergeschut, bestormden het schip en eisten dat de vlag naar beneden zou worden gehaald. Van Speijk vond dat overgave geen optie was en gooide volgens sommige versies zijn sigaar of een brandende lont in de kruitkamer van het schip of loste volgens andere versies een schot in het buskruit en joeg zo zichzelf, 28 van de 31 bemanningsleden, en een onbekend aantal Antwerpenaren de dood in.

Eigentijdse berichtgeving

Volgens de verklaringen die drie overlevenden op 8 februari aflegden, had Van Speijk enkele van de aan boord gekomen Belgische officieren te woord gestaan. Hij zei dat hij even de papieren ging halen, waarna hij naar de kajuit ging waar het buskruit lag. De scheepsjongen Henrik Wijler kwam langs, maar Van Speijk maakte hem duidelijk dat hij moest ophoepelen. Hendrik Wijler begreep wat Van Speijk van plan was, en probeerde zo snel mogelijk van het schip te geraken. Voor hij in het ijskoude water sprong, kon hij onderweg de zeilmaker Jan Poolman waarschuwen, die op zijn beurt de anderen informeerde. Volgens de verklaring van matroos Willem van der Heide raakte de bemanning hierdoor in discussie, waarbij zij besloten ’dat de Kommandant mogelijk nog wel tot andere gedachten zoude komen’.[2]

De verklaringen van de overlevenden stemden hierin overeen dat er behalve twee vrijkorpsofficieren en enkele manschappen niemand aan boord was gekomen. Uit hun verklaringen bleek geen noodsituatie. Dit stemde niet overeen met de berichten van de flotieljecommandant Koopman en generaal Chassé die stelden dat de boot was overmeesterd door een woeste volksmenigte.[3]

Begrafenis

Acht dagen na zijn dood werd in Nederland een periode van rouw uitgeroepen. Hij werd begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, waar ook zijn voorbeeld, admiraal Michiel de Ruyter reeds begraven lag.

Lof

In de negentiende eeuw en een deel van de twintigste eeuw, beschouwden Nederlandse nationalisten Van Speijk als een held. Dit resulteerde in het Koninklijk Besluit nummer 81 van 11 februari 1833, uitgegeven door koning Willem I, dat de Nederlandse marine, zolang deze zou blijven bestaan, steeds een schip met de naam ’Van Speijk’ zou hebben om hem te herdenken.

Vanaf de jaren ’60 werd Van Speijks daad wat nuchterder, dikwijls met meewarigheid, bekeken.[4]

Literatuur

Bronnen en weblinks

Verwijzingen
  1. º Oorlogsheld Van Speijk ging in 1831 ’liever de lucht in’Van eregalerij naar rariteitenkabinet op geschiedenis24.nl
  2. º F. van de Poll e.a., De heldendaad van Jan Carel Josephus van Speyk, uit den mond der geredde schepelingen opgeteekend, Amsterdam 1832, p. 9
  3. º Jacques de Jong, Het nationaal bereik van Jan van Speijk. Een radicale daad als bron van nationaal besef, 1831-1832. in: Leidschrift, jaargang 22.3.
  4. º Herman Vuijsje, Laaglands heldendom, in: HELD (Amsterdam 2007) p. 53. HELD is de gids van de gelijknamige tentoonstelling die van 11 augustus tot 11 november 2007 plaatsvond in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.