Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Joseph Veerman: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 36: | Regel 36: | ||
[[Categorie:Belgisch verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog]] | [[Categorie:Belgisch verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog]] | ||
[[Categorie:Kampgevangene in Mittelbau-Dora]] | [[Categorie:Kampgevangene in Mittelbau-Dora]] | ||
[[Categorie:Kampgevangene in Gross Rosen]] | |||
[[Categorie:Geboren in 1905]] | [[Categorie:Geboren in 1905]] | ||
[[Categorie:Overleden in 1999]] | [[Categorie:Overleden in 1999]] |
Huidige versie van 16 aug 2020 om 03:53
Joseph Veerman (Deurne, 23 mei 1905 – 1999) was een lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.
Leven
Jos Veerman werkte in Deurne als politieagent. Op 27 april 1929 trouwde hij met Lucy Tyck.
Tijdens de mobilisatie aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd Veerman opgeroepen als reservesoldaat in Frankrijk. De gevechten waren echter voorbij voor hij in actieve dienst trad, en hj was snel terug in Deurne.
Via de Nationale Koninklijke Beweging kwam Veerman in contact met Marcel Louette, de leider van de Witte Brigade. Veerman werd een van de kopstukken van de weerstanders binnen het politiekorps (samen met André Hermans en Albert Spietaels).
Vanaf 1942 begonnen de Duitsers razzia’s te houden tegen de Joodse bevolking in Antwerpen. Veerman bood vanaf 1943 een schuilplaats aan het Joodse gezin Salomon (grootvader, ouders en drie kinderen) in zijn huis aan de Meeuwenhoflei. Nadat het Joodse gezin (behalve de grootvader, die een natuurlijke dood stierf) erin slaagde om naar Zwitserland te vluchten, ving Veerman de zestienjarige verzetsjongen Rik Tichelbaut op. In november 1943 vielen de Duitsers het huis binnen, maar Tichelbaut wist te ontsnappen via de tuin.
Veerman besloot hierna onder te duiken bij een slager aan de Lakborslei. Op 14 januari 1944 werd zijn collega en medeverzetsstrijder Albert Spietaels gearresteerd en gefolterd. Veerman bracht dezelfde dag toevallig een bezoekje thuis en werd gearresteerd door de SiPo.[1] Diezelfde nacht werden uiteindelijk op één na (Jos Torfs die tijdens een schermutseling wist te ontsnappen) àlle Deurnese politiemannen opgepakt, hoewel er in het korps ook agenten waren die met de Duitsers sympathiseerden. 43 agenten, waaronder Veerman, werden uiteindelijk doorgestuurd naar concentratiekampen. Slechts 8 van de 66 gearresteerde agenten overleefden de oorlog.
Veerman, Spitaels en Hermans werden door de SiPo in de Elisabethlei gemarteld, en vervolgens opgesloten in de gevangenis aan de Begijnenstraat. Veerman kon hier nog een briefje naar zijn vrouw sturen, en zij wist een pak suiker te laten bezorgen, een belangrijke energiebron. Nog steeds op 14 januari werden alle drie de gevangen overgebracht naar het Fort van Breendonk, waar Veerman zou blijven tot 29 februari 1944. In Breendonk werd hij onder meer gefolterd door Fernand Wyss, een man met wie hij in de boksclub zat, en die de politie haatte nadat hijzelf werd afgekeurd.
Op 21 mei 1944 werden Veerman en zijn collega’s overgeplaatst naar de gevangenis van Keulen. Nadat deze stad door de geallieerden werd gebombardeerd, werden ze overgeplaatst naar het werkkamp van Gross-Strehlitz. Met zestien andere agenten werd hij 31 oktober overgeplaatst naar het concentratiekamp Groß-Rosen. Hij kreeg het nummer 82608 en moest in een steengroeve werken.
In februari 1945 werden de kampgevangenen omwille van het oprukkende Rode leger met de trein verplaatst naar het concentratiekamp van Mittelbau-Dora. Van de zeventig gevangenen in de treincoupé overleefden er maar twintig de treinreis. Op 12 april werd het kamp Mittelbau-dora bevrijd.
Na de bevrijding bracht Veerman maanden door in het Antwerpse ziekenhuis Sint-Vincentius om terug aan te sterken.
Trivia
- Kleinzoon Ben Michiels schreef het boek 'Bruine Suiker' over het leven van zijn grootvader.[2]
- Achterkleinzoon Andy maakte van het boek Bruine Suiker het theaterstuk Paradis Perdus dat het verhaal van Veerman en zijn collega’s vertelt. Het stuk werd onder meer opgevoerd in het Fort van Breendonk.[3][4]
- Op 15 januari 2018 werd aan het Wim Saerensplein een vredesmonument opgericht ter hedenking van Veerman en zijn collega’s.[5]
Zie ook
Bronnen
Bronnen, noten en/of referenties
|