Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Henry Barclay Swete: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Henry Barclay Swete''' ([[Bristol]], [[14 maart]] [[1835]] – Hutchinson, [[10 mei]] [[1917]]) was een Engels bijbelgeleerde. In 1890 werd hij Regius hoogleraar theologie in Cambridge. Hij staat bekend om zijn commentaar op het Boek Openbaring uit 1906 en andere [[exegese|exegetische]] werken. | '''Henry Barclay Swete''' ([[Bristol]], [[14 maart]] [[1835]] – Hutchinson, [[10 mei]] [[1917]]) was een Engels bijbelgeleerde. In 1890 werd hij Regius hoogleraar theologie in Cambridge. Hij staat bekend om zijn commentaar op het Boek [[Openbaring van Johannes|Openbaring]] uit 1906 en andere [[exegese|exegetische]] werken. | ||
==Leven== | ==Leven== | ||
Swete werd opgeleid aan | Swete werd opgeleid aan King’s College in Londen, en Gonville en Caius College, Cambridge, en werd in 1858 tot diaken geordineerd van Bath en Wells, en in 1859 tot priester. Na enkele jaren als kapelaan ''(curate)'' in landelijke gemeenten, werd hij in 1869 theologisch docent en tutor aan Caius College. | ||
In 1881 werd hij ''examining chaplain'' van de bisschop van St. Albans, dus de selectieverantwoordelijke voor kandidaten voor kerkelijk ambten. Het jaar daarop werd hij benoemd tot hoogleraar pastoraaltheologie aan het King’s College in Londen. In 1890 volgde hij [[Brooke Foss Westcott]] op als regius professor in Cambridge en behield deze functie tot 1915, toen hij met [[emeritaat]] ging. In juni 1901 ontving hij een eredoctoraat in de theologie van de Universiteit van [[Glasgow]]. Het jaar daarop werd hij benoemd in het ambt van Lady Margaret’s Preacher, een functie aan de [[Universiteit van Cambridge]]. Hij werd in 1911 benoemd tot erekapelaan van koning [[George V van Engeland|George V]]. | In 1881 werd hij ''examining chaplain'' van de bisschop van St. Albans, dus de selectieverantwoordelijke voor kandidaten voor kerkelijk ambten. Het jaar daarop werd hij benoemd tot hoogleraar pastoraaltheologie aan het King’s College in Londen. In 1890 volgde hij [[Brooke Foss Westcott]] op als regius professor in Cambridge en behield deze functie tot 1915, toen hij met [[emeritaat]] ging. In juni 1901 ontving hij een eredoctoraat in de theologie van de Universiteit van [[Glasgow]]. Het jaar daarop werd hij benoemd in het ambt van Lady Margaret’s Preacher, een functie aan de [[Universiteit van Cambridge]]. Hij werd in 1911 benoemd tot erekapelaan van koning [[George V van Engeland|George V]]. | ||
Regel 9: | Regel 9: | ||
Hij is begraven op Hitchin Cemetery. | Hij is begraven op Hitchin Cemetery. | ||
==Erkenningen== | |||
Hij kreeg drie keer een eredoctoraat: | |||
* eredoctor in de letteren (Hon. DLitt), Trinity College, Dublin, Ierland, 1892 | |||
* eredoctor in de theologie (Hon. DD), Glasgow, Schotland, 1901 | |||
* eredoctoraat in de letteren (Hon. LittD OX), Oxford, Oxfordshire, 1911<ref>https://venn.lib.cam.ac.uk/cgi-bin/search-2018.pl?sur=&suro=w&fir=&firo=c&cit=&cito=c&c=all&z=all&tex=SWT854HB&sye=&eye=&col=all&maxcount=50</ref> | |||
* Fellow van King’s College, Londen, 1891. | |||
* Een van de eerste Fellows van de British Academy, 1902. | |||
* Erekanunnik van Ely, 1906. | |||
* Erekapelaan van Zijne Majesteit de Koning, 1911. | |||
==Werken (selectie)== | ==Werken (selectie)== | ||
Regel 23: | Regel 33: | ||
*''The Appearances of Our Lord after the Passion'' (De verschijningen van onze Heer na het lijden) (1907; 2nd ed. 1908); | *''The Appearances of Our Lord after the Passion'' (De verschijningen van onze Heer na het lijden) (1907; 2nd ed. 1908); | ||
*''The Last Discourse and Prayer of Our Lord'' (De laatste toespraak en gebed van Onze Heer) (1913). | *''The Last Discourse and Prayer of Our Lord'' (De laatste toespraak en gebed van Onze Heer) (1913). | ||
{{ | ==Verwijzingen== | ||
<references/> | |||
{{authority control|TYPE=p|GND=117385298|VIAF=39504606 |LCCN=n/50/011618 |Wikidata=Q5717772}} | |||
{{groei}} | |||
{{DEFAULTSORT:Swete, Henry Barclay}} | {{DEFAULTSORT:Swete, Henry Barclay}} | ||
[[Categorie: Anglicaans theoloog]] | [[Categorie: Anglicaans theoloog]] | ||
[[Categorie: Tekstcriticus van het Nieuwe Testament]] | [[Categorie: Tekstcriticus van het Nieuwe Testament]] |
Huidige versie van 1 aug 2021 om 08:00
Henry Barclay Swete (Bristol, 14 maart 1835 – Hutchinson, 10 mei 1917) was een Engels bijbelgeleerde. In 1890 werd hij Regius hoogleraar theologie in Cambridge. Hij staat bekend om zijn commentaar op het Boek Openbaring uit 1906 en andere exegetische werken.
Leven
Swete werd opgeleid aan King’s College in Londen, en Gonville en Caius College, Cambridge, en werd in 1858 tot diaken geordineerd van Bath en Wells, en in 1859 tot priester. Na enkele jaren als kapelaan (curate) in landelijke gemeenten, werd hij in 1869 theologisch docent en tutor aan Caius College.
In 1881 werd hij examining chaplain van de bisschop van St. Albans, dus de selectieverantwoordelijke voor kandidaten voor kerkelijk ambten. Het jaar daarop werd hij benoemd tot hoogleraar pastoraaltheologie aan het King’s College in Londen. In 1890 volgde hij Brooke Foss Westcott op als regius professor in Cambridge en behield deze functie tot 1915, toen hij met emeritaat ging. In juni 1901 ontving hij een eredoctoraat in de theologie van de Universiteit van Glasgow. Het jaar daarop werd hij benoemd in het ambt van Lady Margaret’s Preacher, een functie aan de Universiteit van Cambridge. Hij werd in 1911 benoemd tot erekapelaan van koning George V.
Swetes werken over de Bijbeltekst zijn van groot belang. In 1887 publiceerde hij het eerste deel van zijn uitgave van de Griekse tekst van het Oude Testament en voltooide hij de reeks in 1894 (3e ed. 1901–1907), terwijl in 1898 de Griekse tekst van het Evangelie van Marcus verscheen, met aantekeningen en inleiding (2e ed. 1902) en in 1906 die van de Openbaring van Johannes (2e ed. 1907).
Hij is begraven op Hitchin Cemetery.
Erkenningen
Hij kreeg drie keer een eredoctoraat:
- eredoctor in de letteren (Hon. DLitt), Trinity College, Dublin, Ierland, 1892
- eredoctor in de theologie (Hon. DD), Glasgow, Schotland, 1901
- eredoctoraat in de letteren (Hon. LittD OX), Oxford, Oxfordshire, 1911[1]
- Fellow van King’s College, Londen, 1891.
- Een van de eerste Fellows van de British Academy, 1902.
- Erekanunnik van Ely, 1906.
- Erekapelaan van Zijne Majesteit de Koning, 1911.
Werken (selectie)
Als redacteur:
- Cambridge Theological Essays (1905)
- Cambridge Biblical Essays (1909)
Als medewerker:
- Smith and Wace’s Dictionary of Christian Biography (1882–1887)
- Hastings’ Dictionary of the Bible (1899–1900).
Als auteur van historische en kritische werken, o.a.:
- The Apostles’ Creed in Relation to Primitive Christianity (de apostolische geloofsbelijdenis in verhouding tot het vroege christendom) (1894; 3e ed. 1899);
- Services and Service Books before the Reformation (kerkdiensten en dienstboeken voor de reformatie) (1896);
- Patristic Study (1902);
- The Appearances of Our Lord after the Passion (De verschijningen van onze Heer na het lijden) (1907; 2nd ed. 1908);
- The Last Discourse and Prayer of Our Lord (De laatste toespraak en gebed van Onze Heer) (1913).
Verwijzingen
Hulp genealogie en geschiedenis (Nederland) • Deepl vertaler • Schrijfassistent VRT • ChatGPT (Opgepast! Altijd verifiëren!) • Claude.ai (Opgepast! Altijd verifiëren!) • Copilot (Opgepast! Altijd verifiëren!) • tekst herschrijven met scribbr.io •